Bankenvisie: solide, integere en concurrerende bankensector

Nederland heeft een solide, integere en concurrerende bankensector nodig. Een sector die dienstbaar is aan de Nederlandse economie en waar de klant centraal staat. Dat is de kern van de visie op de Nederlandse banken sector waarmee de ministerraad op voorstel van minister Dijsselbloem heeft ingestemd. In de visie reageert het kabinet op recente aanbevelingen van de Commissie Wijffels en doet het een reeks beleidsvoorstellen.

'Consumenten en bedrijven zijn sterk afhankelijk van banken. Daarom is het belangrijk dat de bancaire sector goed functioneert, met minder grote risico’s dan in het verleden. Met deze visie presenteer ik een brede aanpak die de bankensector weer sterk en stabiel maakt en die bijdraagt aan het herstel van vertrouwen in de sector', aldus minister Dijsselbloem.

In de visie wordt duidelijk hoe het kabinet aan de slag gaat met de bankensector. De kern van het kabinetsbeleid bestaat uit strengere kapitaaleisen, versterkt en uitgebreid toezicht, meer concurrentie, het bevorderen van integer handelen en de klant centraal stellen. De belangrijkste maatregelen uit de visie volgen hier onder.

Solide bankensector

  • Hogere kapitaaleisen, zodat de risico’s voor de financiële stabiliteit worden beperkt. Nederland legt daarnaast extra buffers op voor systeemrelevante banken.
  • Een betere verhouding tussen het eigen vermogen en de totale activiteiten van banken. Het kabinet streeft daarom naar een hogere ‘leverage ratio’ van minimaal 4% voor systeemrelevante instellingen.
  • Het opschonen van bankbalansen heeft prioriteit. Daarom moet er zo snel mogelijk een diepgaande analyse van de Europese bankbalansen plaatsvinden, waar nodig gevolgd door verplichte herkapitalisatie.

Effectief toezicht en meer instrumenten

  • Toezichthouders moeten sneller kunnen ingrijpen als banken in de problemen komen. Banken moeten zich daarom zo organiseren dat zij in geval van nood kunnen worden gesplitst. De Nederlandsche bank en de banken stellen voor het einde van het jaar herstel- en afwikkelplannen (‘living wills’) op. Hierdoor worden het betalingsverkeer, veilig sparen en de kredietverlening gegarandeerd.
  • Bij een eventueel faillissement van een financiële instelling mag de rekening niet bij de belastingbetaler worden neergelegd. Het ‘bail-in-principe’, waarbij aandeelhouders en crediteuren als eerste worden aangeslagen, wordt leidend.
  • Een snelle invoering van de Europese bankenunie. Deze moet in ieder geval bestaan uit Europees bankentoezicht, een Europees resolutiemechanisme, geharmoniseerde regels en als sluitstuk een Europees depositogarantiestelsel.

Open en divers

  • De concurrentie in de Nederlandse bankensector moet snel weer groter worden. Concurrentie prikkelt banken om te innoveren, efficiënt te opereren en in te spelen op de behoeften van klanten.
  • Daarom onderzoekt het kabinet de mogelijkheden om toetredingsbarrières voor nieuwe aanbieders weg te nemen.
  • De komst van de bankenunie kan op termijn bijdragen aan grensoverschrijdende concurrentie tussen banken.
  • Daarnaast ondersteunt het kabinet alternatieve financieringsvormen, zoals kredietunies, crowdfunding en MKB-obligaties.

Integere bankensector

  • Uitbreiding van de reikwijdte van de bankierseed. Ook medewerkers met klantcontact en medewerkers die het risicoprofiel van de financiële onderneming wezenlijk kunnen beïnvloeden, zoals effectenhandelaren, moeten in het vervolg de eed of belofte afleggen.
  • Introductie en ontwikkeling van tuchtrecht door de financiële sector. Dit bevordert de ethiek en de ontwikkeling van de professionele standaarden.
  • De geschiktheids- en betrouwbaarheidstoetsing door de toezichthouders wordt uitgebreid. De screening gaat ook gelden voor medewerkers die verantwoordelijk zijn voor transacties met grote financiële risico’s.
  • Verdere versobering van het beloningsbeleid. Om risicovol gedrag verder uit te bannen worden in een nieuwe wet bestaande maatregelen geharmoniseerd en aangescherpt. Daarnaast worden nieuwe maatregelen geïntroduceerd, waaronder een bonusplafond van 20%.

Klant centraal

  • Financiële producten moeten begrijpelijk zijn. De consument moet een goede, objectieve afweging kunnen maken bij de aanschaf van een financieel product.
  • Het kabinet gaat onderzoeken of de introductie van standaardproducten, waartoe de Commissie Wijffels adviseert, kan bijdragen aan een sterkere positie van de consument.
  • De ‘Loan-To-Value’ (LTV)-ratio’ bij het verstrekken van hypotheken wordt op basis van het regeerakkoord tot 2018 stapsgewijs verlaagd naar 100%. Een verdere stapsgewijze daling van de LTV-ratio is vanwege consumentenbescherming en gezondere bankbalansen op termijn, na 2018, wenselijk. Bij robuust herstel van de woningmarkt zullen hierover nadere voorstellen worden gedaan. Een lagere ‘LTV’-ratio bevordert ook de toetreding van buitenlandse hypotheekverstrekkers.

Zie ook: infographic Aanpak bankensector (PDF, 750 KB)