MVO-Congres ‘Groen is de Rode draad’

Toespraak van de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Lilianne Ploumen, bij MVO-Congres ‘Groen is de Rode draad’, Den Haag, 20 juni 2013.

Dames en heren,

Het is goed om hier vandaag te zijn.

Om te bespreken hoe we gezamenlijk kunnen werken aan verbetering van de werkomstandigheden in de kledingsector in Bangladesh.

Over de noodzaak daartoe zijn u en ik het eens.

Met het MVO-actieplan zet u vandaag een belangrijke stap naar structurele verbeteringen in de textiel- en kledingsector op het vlak van MVO.

Verbeteringen die een lange adem en de gezamenlijke inzet van alle betrokken partijen vragen: overheden hier en daar, werkgevers, maatschappelijke organisaties en internationale afnemers.

Ik schets u graag welke verantwoordelijkheden ik zie weggelegd voor deze partijen.

Dat doe ik tegen de achtergrond van mijn bezoek aan Bangladesh, waar ik drie dagen geleden was.

Een aangrijpend bezoek, dat mij nog meer doordrong van de urgentie van gezamenlijke actie.

Bangladesh is na China de grootste exporteur van kleding naar Europa en Amerika.

De textielsector bepaalt daar het leven van velen.

Ik sprak met textielwerkers.

Bijvoorbeeld met de slachtoffers van de ramp in het ingestorte Rana Plaza complex.

Het ene moment waren zij aan het werk.

Het andere moment lagen zij onder het puin.

Een vreselijke ramp die voorkomen had kunnen en moeten worden.

Die terecht de aandacht trok van consument en producent.

Want Rana Plaza was geen incident.

Misstanden in de textielsector komen voor van India en China tot Oezbekistan.

En betreffen niet alleen slechte arbeidsomstandigheden.

Onleefbare lonen, watervervuiling en kinderarbeid hebben grote gevolgen voor mens en milieu.

Nederlandse bedrijven – winkels, merken en handelaren – maken nog steeds deel uit van ketens waar dit soort misstanden voorkomen.

Bangladesh laat zien dat de gevolgen onacceptabel zijn.

Naar elkaar wijzen brengt ons niet verder.

De textielketen is complex en gefragmenteerd, alleen een gezamenlijke aanpak werkt.

Terug naar de verantwoordelijkheden van ieder.

Ik ga in op de rol van overheden (daar en hier), werkgevers, maatschappelijke organisaties en internationale afnemers.

Overheid

De lokale overheid in productielanden moet in de eerste plaats zorgen voor een adequaat wettelijk kader met aandacht voor de effecten van bedrijvigheid voor mens, milieu en economie.

En toezien op naleving hiervan door het lokale en internationale bedrijfsleven.

Ook is de overheid verantwoordelijk voor inspectie, vakbondsvrijheid en een leefbaar loon.

Hierover sprak ik met de autoriteiten van Bangladesh.

Met premier Hasina, de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Handel.

Ik drong bij hen aan op daadkracht.

Want de overheid moet beter zicht krijgen op de sector en bedrijven aanpakken die zich niet aan de regels houden.

Daarvoor zijn meer lokale inspecteurs nodig.

Die komen er: dit jaar 200, de jaren daarna nog eens 600.

De International Labour Organization werkt aan een trainingsprogramma voor deze inspecteurs.

Ik zal dit programma financieel steunen.

Premier Hasina zei mij dat de wetgeving de snelle groei van de textielsector niet had kunnen bijbenen.

Inmiddels worden de eerste stappen gezet.

Een regeringscommissie kijkt naar de hoogte van het minimumloon.

Ook zijn er verbeteringen voorgesteld op de arbeidswetgeving om vakbonden meer ruimte te geven.

In mijn gesprekken in Bangladesh heb ik gepleit voor spoedige aanvaarding van de amendementen.

En in een gesprek met de arbeidsinspectie werd mij gezegd dat twintig fabrieken die zich niet aan de regels hielden zijn gesloten.

Goede eerste stappen die ik nadrukkelijk zal blijven volgen.

In Dhaka heb ik een werkgroep opgericht, die met de lokale autoriteiten en internationale donoren deze en andere inspanningen zullen coördineren en monitoren.

Nederland zit deze werkgroep voor, samen met de regering van Bangladesh.

De aanpak van de textielketen vergt een internationale aanpak.

Er moet voor u immers een level playing field zijn.

Die aanpak heb ik bepleit in Dhaka en bij de EU en de VS.

Vorige week heb ik tijdens de Handelsraad mijn Europese collega’s opgeroepen hun invloed uit te oefenen op het gedrag van bedrijven in hun land - door het stimuleren van MVO.

En door hun bedrijven aan te sporen tot aansluiting bij het IndustriALL-akkoord tussen vakbonden en modemerken, of bij vergelijkbare akkoorden.

Ik pleit voor een Europese aanpak van de problemen in Bangladesh, maar zie het belang van behoud van handelspreferenties voor Bangladesh.

Dit zal ik volgende week ook uitdragen als ik met mijn Amerikaanse counterparts in Washington spreek.

Opschorting van handelspreferenties of een boycot lossen immers niets op.

Het zou rampzalige gevolgen hebben voor de economie van Bangladesh.

Wie betalen dan de prijs? De vier miljoen mensen die in de textiel werken.

Werkgevers

Lokale bedrijven moeten ook hun verantwoordelijkheid nemen.

Ik sprak in Bangladesh met fabriekseigenaren en met de werkgeversverenigingen

Zij gaven een overzicht van hun inspanningen voor betere arbeidsomstandigheden.

Dat is belangrijk, want werkgevers maken het verschil.

Dat bleek bij de bezoeken aan twee fabrieken.

Bij één van die fabrieken waren de omstandigheden goed.

Daar is oog voor schonere en energie-efficiënte productie.

Aandacht voor brandveiligheid.

Bovendien werken in de fabriek twee fulltime artsen en een verpleegkundige.

Binnenkort wordt begonnen met voorlichting – over seksuele rechten, hygiëne en gebruik van condooms.

Belangrijke onderwerpen voor de veelal jonge vrouwen die in de fabriek werken.

Deze fabriek is een voorbeeld voor andere producenten.

En laat zien dat MVO niet alleen voordelen heeft voor werknemers,

maar dat ook werkgevers daar baat bij hebben.

De orderportefeuille was goed gevuld.

Deze fabriek was echter een uitzondering.

In veel fabrieken zijn de arbeidsomstandigheden beneden de maat.

Of soms ronduit slecht.

Maatschappelijke organisaties en vakbonden

Maatschappelijke organisaties en vakbonden zijn belangrijk voor het signaleren en agenderen van misstanden.

Zij hebben veel gespecialiseerde kennis over de problemen in de sector.

En over de oplossing van de problemen.

Zij staan dicht bij de textielarbeiders en kunnen hun belangen behartigen.

Zo heeft de Schone Kleren Campagne een belangrijke rol gespeeld in het zogenoemde Accord on Fire and Building Safety.

Vakbonden spelen een cruciale rol bij de aanpak van misstanden in de textielsector.

Daarvoor moeten zij wel de ruimte krijgen, zo werd mij duidelijk gemaakt in een ontmoeting met een aantal vakbonden in Dhaka.

In het gesprek drongen de vakbonden aan op een eerlijke prijs en spraken zij zich net als alle andere gesprekspartners uit tegen een boycot.

Bij de Bengaalse overheid en werkgeversorganisaties heb ik gepleit voor vakbondsvrijheid en gewezen op de goede ervaringen die wij hier in Nederland met tripartiete samenwerking hebben.

Internationale afnemers

Het is aan Westerse bedrijven om toe te zien op de omstandigheden bij hun toeleverancier.

In Bangladesh sprak ik ook met een aantal Nederlandse ondernemers in de textielsector.

Zij vertelden mij hoe lastig het is om lokale fabrieken te controleren.

Controles zijn ondoorzichtig en de organisatie van de controles niet overzichtelijk.

Ieder merk houdt zijn eigen controles en deelt die informatie niet.

Toenemende concurrentie speelt daarbij een belangrijke rol.

De recessie in Europa drukt de prijs.

Zij wezen erop dat ook consumenten en afnemers de verantwoordelijkheid hebben een eerlijke prijs te betalen.

Ik geef u een voorbeeld.

Ik bezocht een fabriek waar T-shirts werden gemaakt die in Nederland worden verkocht voor euro 17,95.

De fabriek kreeg euro 3,05 aldus de directeur.

Daarvan moest hij alles doen: stof kopen, fabricage en verven.

Uiteindelijk bleef er euro 0,30 over voor de salarissen.

Was hij daarmee niet akkoord dan ging de opdracht naar de buren.

Het blijven verschuiven van de productie zorgt voor een race to the bottom.

Naar nog lagere prijzen en slechtere arbeidsomstandigheden.

Ik wil geen race to the bottom. Ik wil een race naar de top.

Ik hoop dat Westerse bedrijven in het land blijven.

Dat Nederlandse bedrijven hun verantwoordelijkheid (blijven) nemen.

Door met hun huidige producenten te streven naar verbetering van arbeidsomstandigheden.

Dames en heren,

Dat brengt mij terug bij uw actieplan, om te komen tot een gezonde textiel-keten  in Bangladesh en breder.

Ik ben mij ervan bewust dat het voor de textielsector moeilijke tijden zijn.

U staat onder druk.

De recessie in Europa maakt dat de consument meer dan ooit de laagste prijzen zoekt, dat heeft directe gevolgen voor u als ondernemer.

Des te meer waardeer ik de ambitie die het actie plan ademt.

Ik ben blij met de verantwoordelijkheid die u neemt.

Ik gebruik uw inzet als voorbeeld in mijn gesprekken met mijn Europese en Amerikaanse collega’s zodat ook zij in gesprek gaan met hun eigen textielsector.

Uw actieplan bevat veel goede elementen:

  • Het vergroten van transparantie richting de consument en tussen bedrijven.
  • Het uitvoeren van een onderzoek naar de rol van inkooppraktijken.
  • En het vergroten van inzicht in de keten.

Daarnaast bevat het plan ambities op belangrijke onderwerpen als gebonden arbeid, leefbaar loon, kinderarbeid, veilige en gezonde werkplek, vrijheid van vakvereniging, water, chemicaliën, grondstoffen, de rol van de consument en circulaire economie.

Het plan is duidelijk een eerste stap.

De rollen en activiteiten voor de diverse betrokkenen vragen nog een vertaalslag naar duidelijke afspraken met duidelijke deadlines.

Mijn ministerie zal hier de komende maanden nauw met u samenwerken.

Ik ben blij met uw voornemen om uw Europese en mondiale ledenorganisaties en partners te informeren over het actieplan en te betrekken bij de uitvoering van de doelstellingen.

Hierin wil ik graag samen met u optrekken.

Kortom, goed dat dit actieplan er nu ligt.

Nu is het zaak het in de praktijk te brengen en te zorgen dat de arbeiders op de werkvloer het verschil gaan merken.

Ik roep alle textielbedrijven op het actieplan te onderschrijven en blijf graag actief betrokken bij de uitvoering.

Zoals ik al zei: het gaat om een gezamenlijke aanpak waarmee we verschil gaan maken.

Ik reken op úw daadkracht. U kunt rekenen op de mijne!

Voor een gezonde textielketen - in Bangladesh en wereldwijd.

Ik dank u wel.