Rol voor Defensie op Bevrijdingsdag

“Op dagen als vandaag treffen ze elkaar en pinken soms een traantje weg. Denkend aan hun kameraden die hier niet bij kunnen zijn. Denkend aan de verschrikkingen die ze hebben moeten doorstaan. Het zijn onze veteranen, onze helden.” Dat zei Commandant der Strijdkrachten generaal Tom Middendorp gisteren tijdens de viering van de vrijheid in Wageningen.

“Zij dienden in het belang van ons allemaal”, vervolgde hij over de veteranen. “Zij waren bereid hun leven te geven voor onze vrijheid en onze welvaart. Zij zorgden ervoor dat wij vrij zijn vrij van oorlog en onderdrukking. En dat al 68 jaar lang.”

Helikopters

Die vrijheid werd ook zondag in het hele land gevierd. Terwijl de generaal het defilé van oud-strijders afnam, vloog de luchtmacht vanaf de ochtend met 3 Cougar-transporthelikopters artiesten naar bevrijdingsfestivals in Almere, Amsterdam, Assen, Den Bosch, Den Haag, Groningen, Leeuwarden, Roermond, Rotterdam, Utrecht, Vlissingen en Wageningen. De toestellen keerden pas rond 23.00 uur terug op thuisbasis Gilze-Rijen.

Marinierskapel


Trompettist John Curfs.

Tegen die tijd was ook de 18e editie van het bevrijdingsconcert op de Amstel afgelopen. Onder de duizenden toeschouwers waren niet alleen Koning Willem-Alexander en Koningin Máxima, maar ook Prinses Beatrix. Dat maakt het extra bijzonder voor de Marinierskapel der Koninklijke Marine. Die verzorgde het muziekevenement, onder leiding van dirigent majoor Harmen Cnossen. Solist sergeant-majoor John Curfs voerde bovendien het 1e deel van het trompetconcert van Tartini uit. Ook voor de Tamboers en Pijpers van het Korps Mariniers was er een muzikale rol op de Amstel weggelegd.

Op de Amstel speelde eerder ook de landmacht een aanzienlijke rol. Genisten leverden, zoals elk jaar, met het leggen van pontons het concertpodium voor de collega’s van de marine. De totaal 25 pontons dienden  overigens niet alleen als podium maar ook als tribune voor de leden van het Koninklijk Huis. Voor de Koning, zijn echtgenote en Prinses Beatrix plaats konden nemen, moesten ze eerst door een erehaag, gevormd door de pontonbouwers van de landmacht.

En om zeker te weten dat het onder water veilig was, zochten militairen van de Defensie Duikgroep in de grachten van de Amstel preventief naar explosieven. Die lagen er niet, maar was dat wel het geval geweest, dan was er altijd nog de Explosieven Opruimingsdienst Defensie.