Nog steeds krijgen stoffelijke resten na vele jaren een naam

Bijna 70 jaar na de Tweede Wereldoorlog is de Bergings- en Identificatiedienst Koninklijke Landmacht (BIDKL) nog dagelijks bezig met  het bergen en identificeren van oorlogsslachtoffers, burgers, militairen en verzetsmensen. Nog steeds krijgen stoffelijke resten eindelijk een naam en een laatste rustplaats.

(In een bos zoekt een militair met een detector langzaam de grond af, die bedekt is met bladeren. Iemand graaft voorzichtig een voorwerp uit. Het blijkt een laars te zijn. Adjudant Geert Jonker:)
SJILPENDE VOGELS EN ELEKTRONISCH GETIK
DOOR HET GESJILP EN GETIK KLINKT RUSTIGE MUZIEK
ADJUDANT JONKER: De Bergings- en Identificatiedienst van de landmacht is verantwoordelijk voor de opsporing, berging en identificatie van vermiste Tweede Wereldoorlogslachtoffers of die nu civiel zijn of het verzetsmensen zijn of dat het militairen zijn van alle nationaliteiten. De ervaring leert dat de verdwijningszaken van deze mensen uit de Tweede Wereldoorlog dat die eigenlijk een blijvende impact hebben, nog steeds op hun families, op hun nabestaanden. Ondanks dat het zeventig jaar geleden is ongeveer moeten we niet onderschatten dat het altijd nog wel gaat om iemands vader of in sommige gevallen zelfs nog iemands partner. En het gevoel van onzekerheid over wat er gebeurd is met iemand dat blijft dus bij die families actueel. Sterker nog, je ziet zelfs dat die zoektocht naar die vermiste personen wordt overgenomen door de nieuwe generaties. Bijvoorbeeld door de kleinkinderen, de generatie van het internet de mensen die makkelijk toegang hebben tot archieven en bij wie de verdwijningszaken vaak niet meer zo beladen zijn. SERGEANT SCHILTMANS: Om iemand te kunnen identificeren zijn er een aantal zaken waar we naar kijken. Onder andere de levende lengte dus daarvoor worden de beenderen opgemeten. Er vindt een lengte-reconstructie plaats. Daarnaast vindt er een leeftijdsreconstructie plaats waar we naar verschillende botten kijken om te zien in hoeverre zij gefuseerd zijn of niet of weggesleten en daarmee kunnen we de leeftijd bepalen. Daarnaast wordt het gebit in kaart gebracht en wordt er gekeken naar artikelen die daar eventueel bij gevonden worden om te zien of daar merkjes, namen of andere indicaties zijn die naar de identiteit van de persoon kunnen leiden. Het identificeren van iemand is geen kwestie van dagen maar dat kan enkele jaren duren. Dat is erg afhankelijk van de bijvondsten, de staat van het skelet en de beschikbaarheid van de informatie die wij zoeken. SERGEANT-MAJOOR VAN AALDEREN: Op dit moment zoeken wij nog naar zo'n 4.000 vermiste militairen van alle nationaliteiten die ergens op Nederlands grondgebied liggen. Daarnaast zoeken wij samen met een grote groep andere mensen naar nog zo'n 700 Nederlandse vermisten. Wij doen dat omdat wij nu de gelegenheid hebben om nabestaanden nog te kunnen informeren over het lot van hun dierbaren. Dat je een onderzoek hebt voltooid en dat je in staat bent om die nabestaanden te informeren over het feit dat hun nabestaande, of dat een relatie is gevonden. Je kunt jarenlange vraagtekens afsluiten omdat je een identiteit hebt ontrafeld en daar zijn de mensen zeer dankbaar voor.
(Een vrouw loopt langs een rij witte grafstenen op een begraafplaats. Voor een kale boom waait een Nederlandse vlag rustig in de wind. Beeldtekst: Ministerie van Defensie, Audiovisuele Dienst, 2013.)
VREDIGE MUZIEK

Volgens adjudant Geert Jonker, hoofd van 3-koppige dienst staan er in Nederland nog zo’n 4.000 vermiste militairen – tweederde Duitsers – en ongeveer 700 vermiste burgers geregistreerd. De specialisten van de BIDKL hebben jaarlijks 30 tot 40 zaken onder handen.

Het werk van de BIDKL vindt zijn grondslag in de conventie van Genève waarin wordt omschreven dat iedere lidstaat tijdens een gewapend conflict over een gravendienst moet beschikken. Tegenwoordig bestaat het werk van de BIDKL uit het bergen, identificeren en overdragen aan het land van herkomst van de stoffelijke resten van gesneuvelden uit de Tweede Wereldoorlog. Om de identiteit van slachtoffers vast te kunnen stellen, spit de dienst onder andere archieven en medisch dossiers door, houden ze contact met nabestaanden en doen DNA-onderzoek

Berging en identificatie belangrijk voor rouwverwerking

Duidelijkheid over het lot van dierbaren is van cruciaal belang voor de rouwverwerking, aldus Jonker: “Vermist is erger dan dood. We nemen jaren van knagende onzekerheid weg.”

Een berging mondt doorgaans uit in een begrafenis op een van de militaire erevelden waarop jaarlijks op 4 mei extra aandacht is voor oorlogsslachtoffers.