Toespraak bij het in ontvangst nemen van het advies ‘ruimte voor duurzame landbouw’

Speech van de staatssecretaris van Economische Zaken, Sharon Dijksma, bij het in ontvangst nemen van het advies ‘ruimte voor duurzame landbouw’ van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur, Den Haag, 20 maart 2013.

‘Voortgaande innovatie en een versnelde verduurzaming van de landbouw zijn dringend nodig.’ Ik ben blij met die urgentie, mijnheer Meijdam. We snakken er naar. Veel waardering ook, voor de veelzijdige benadering. Dank u wel.

Nu hebben we in ons land een paar hele goede basisingrediënten:

• We hebben duurzame ondernemers, ook als ik het vergelijk met landen om ons heen.

• We hebben een actieve voedselsector. Die met ons in de nieuwe ‘Taskforce Voedselfraude’ ideeën uitwerkt om de productieketen korter te maken, te werken aan het kwaliteitssysteem, en de informatievoorziening te verbeteren. Daar betrekken we de hele sector –van stal tot supermarkt, van grond tot mond –bij. We kijken wat we nog meer kunnen doen om fraudeurs in de voedselketen op te sporen en effectiever te bestraffen. En ik bepleit in Europa dat we een lijst maken van mensen die in Europese landen veroordeeld zijn voor voedselfraude. Met naming and shaming kunnen we weer een stap zetten.

• Er is ook in de Nederlandse samenleving volop aandacht voor volksgezondheid, milieu, dierenwelzijn en diergezondheid. Burgers en consumenten zijn betrokken. En vragen kwaliteit.

• En we hebben Wageningen, de wereldwijde hoofdstad groene kennis.

Dit kabinet zwengelt dat allemaal tegelijk aan. We zetten heel bewust een beweging in om duurzaam en innovatief ondernemerschap makkelijker te maken. Want dat is een heel belangrijke bodem onder de ambities van het kabinet voor groene groei.

U stelt in uw rapport ook, dat de sector maatschappelijk draagvlak meer dan ooit nodig heeft. Ik ben dat zeer met u eens.

De landbouw kan eenvoudig niet zonder draagvlak bestaan. Het gaat om niets minder dan onze gezamenlijke toekomst.

Dat vergt inspanning.

Je hebt initiatief nodig.

Je hebt mensen nodig, die door de keten heen willen investeren in vernieuwing. Vanuit kracht.

Je hebt kennis nodig.

En je hebt flexibiliteit en openheid nodig. Vertrouwen moet je onderhouden.

Dan is een open dialoog met alle schakels onmisbaar. Zonder dat, komt niemand een stap verder. Daarom wil ik de duurzame landbouwproductie graag in het hart van de maatschappelijke discussie houden.

Ik wil nog meer de verbinding leggen met de land- en tuinbouwsector, maatschappelijke organisaties, bijvoorbeeld voor natuur en kennisinstellingen. In die verbinding, daar gaat het gebeuren. En daar komen ook uw streefbeelden van pas – de circulaire economie, de boer als energieleverancier, het veelzijdige platteland, een overheid die uitwassen aan pakt, en een land dat het centrale lab voor duurzame land- en tuinbouw huisvest. Dat soort beelden vind ik voor die discussie heel prikkelend.

Enig puntje van kritiek is misschien de internationale dimensie. De Nederlandse land- en tuinbouw opereert nu eenmaal internationaal. Daarnaast bepaalt de EU voor een belangrijk deel de kaders. Denkt u maar aan de Kaderrichtlijn Water, de Nitraatrichtlijn, Natura 2000, het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid.

Het nieuwe GLB biedt kansen. Zeker om de versnelde verduurzaming nog meer te versnellen. Natuurlijk gaan we die kansen benutten. Daar werk ik heel hard aan, want de Europese middelen moeten nog wel op de goede plek terecht komen.

Er zitten voor het zomerreces drie interessante ontwikkelingen aan te komen. Ik wil daarmee richting geven aan de versnelde verduurzaming van de land- en tuinbouw.

De rol van de overheid daarbij is faciliteren maar soms ook richting geven.

1. Ten eerste: de rol van de supermarkten en de consument bij de voedselketens. U wijst er op dat beide, willen we verder verduurzamen, een sleutelrol hebben. Dat ben ik met u eens, maar ook andere schakels in de keten hebben een rol! Daarom ontwikkel ik met alle schakels uit de keten een breed gedragen beleidsvisie over voedsel.

2. Ten tweede de Regiegroep Verduurzaming veehouderij en agroketens, waar ik voorzitter van ben. Hier zitten topmensen in uit het Agrobedrijfsleven en ketenpartijen. Bij al onze acties staat verduurzaming centraal. Het gaat ook om heel praktische vragen, zoals de vraag: wat verdient de boer? Daar jaag ik de initiatieven vanuit de sector voor verduurzaming mee aan.

3. Als derde de tuinbouw. Ik zoek concrete oplossingen voor financiële knelpunten. Onder andere door te onderzoeken in hoeverre de overheid garant kan staan voor investeringen. En ook hier wil uitzoeken welke kansen verduurzaming biedt voor nieuwe verdienmodellen.

Dames en heren,

Uw adviezen sluiten aan bij onze topsectorenaanpak, de aanpak die het kabinet volgt voor groene groei en een meer circulaire economie. Daar zit de overheid niet blanco in, we sturen die ontwikkelingen. Actief en doelgericht.

We komen in beweging, samen met bedrijven, overheden, natuurorganisaties, boeren, burgers en buitenlui. Daar speelt dit rapport een rol bij. Dank!