Wet Modern Migratiebeleid treedt per 1 juni 2013 in werking

Op 1 juni 2013 treedt de Wet Modern Migratiebeleid in werking. Deze wet maakt het onder meer mogelijk dat de aanvraagprocedure voor de machtiging tot voorlopig verblijf wordt samengevoegd met de aanvraagprocedure voor de verblijfsvergunning. Hierdoor vervalt voor veel vreemdelingen en voor de IND een dubbele aanvraagprocedure met een dubbele toetsing. Daarnaast kunnen reguliere verblijfsvergunningen voor een langere duur verleend worden, waardoor vreemdelingen deze minder vaak hoeven te verlengen. Ook kan met de invoering van de Wet modern migratiebeleid makkelijker worden gewisseld van bijvoorbeeld een onderwijsinstelling zonder dat daar een nieuwe vergunning voor nodig is. Dit leidt tot snellere procedures en minder administratieve lasten voor burgers en bedrijven, zo schrijft staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.

Daarnaast geeft de Wet betere middelen om te handhaven, onder meer door de invoering van de bestuurlijke boete en het opleggen van verplichtingen aan referenten. Wanneer bijvoorbeeld een werkgever de vereiste documenten van een arbeidsmigrant niet of niet goed in zijn administratie heeft opgenomen, kan hij een boete krijgen van maximaal € 3000.

In zijn brief schrijft de staatssecretaris dat met de invoering van de Wet modern migratiebeleid, de onderhoudbaarheid en toekomstvastheid van INDiGO een aandachtspunt blijven.

Met de invoering van de Wet modern migratiebeleid wordt de dienstverlening aan de klant verder geoptimaliseerd. Dankzij deze wet zal Nederland aantrekkelijker worden voor die migranten die hard nodig zijn om de economie, cultuur en de wetenschap te versterken. Het uitgangspunt van het modern migratiebeleid is selectiviteit. Dit houdt in dat het beleid uitnodigend is voor migranten aan wie economisch behoefte is en restrictief voor anderen. Nederland wordt hierdoor aantrekkelijker als vestigingsplaats voor internationale bedrijven en kennismigranten, wat kan bijdragen aan de versterking van de Nederlandse economie.