Korte toespraak van Rutte in de Eerste Kamer bij de herdenking van Minister van Staat Kooijmans

Korte toespraak van minister-president Mark Rutte bij de herdenking van Minister van Staat prof. dr. P. H Kooijmans in de Eerste Kamer, maart 2013.

Mijnheer de voorzitter,

In een boek over De Nederlandse ministers van Buitenlandse Zaken in de twintigste eeuw werd over Pieter Kooijmans terecht opgemerkt dat hij bij zijn aantreden in 1993 buitengewoon goed was voorbereid op het ambt. Kooijmans was ten tijde van zijn benoeming immers niet alleen een internationale autoriteit op het terrein van het volkenrecht – de mensenrechten in het bijzonder. Hij bracht ook vier jaar ervaring in als staatssecretaris van Buitenlandse Zaken – jaren waarin hij onder andere de Verenigde Naties in zijn portefeuille had.

Die juridische kennis en deskundigheid waren zijn anker, ook als minister. Of zoals hij het zelf formuleerde bij zijn aantreden in 1993: ‘Ik ben wie ik ben. (…) Ik verander niet.’

Het ministerschap van Pieter Kooijmans werd getekend door de oorlog in voormalig Joegoslavië en door de razendsnelle ontwikkelingen in de Europese Unie, die toen – vier jaar na de val van de Berlijnse Muur – nog slechts twaalf lidstaten telde. Maar het is niet toevallig dat hij in 1993 ook een vooraanstaande rol speelde op de Wereldconferentie over de Rechten van de Mens. Daar lag zijn hart. Daarvoor voelde hij een grote verantwoordelijkheid.

Pieter Kooijmans was een man met overtuigingen en idealen - zeker. Maar hij was ook een realist die wist hoe de hazen in het internationale verkeer lopen. Hij kon daar heel nuchter in zijn. Zo zei hij ooit over de internationale positie van Nederland: ‘Ideeën hebben we genoeg, al weet ik niet of andere landen het altijd goede ideeën vinden. Misschien vinden ze ons soms te padvinderig.’ En in één adem voegde hij daar met een vooruitziende blik aan toe dat de buitenlandse dienst in de toekomst naar zijn mening een belangrijke rol had in de behartiging van de Nederlandse economische belangen in het buitenland. Die combinatie van bevlogenheid, kennis van zaken en een goed oog voor resultaat, was kenmerkend voor deze minister van Buitenlandse Zaken.

Maar wat Pieter Kooijmans vooral tekende, was zijn mensgerichte en bedachtzame manier van werken. Hij was oprecht geïnteresseerd in anderen, gaf vertrouwen en straalde rust uit. Daarmee wist hij mensen voor zich te winnen – op alle niveaus. Pieter Kooijmans was zeker geen allemansvriend. Hij schuwde kritiek niet. Maar die kwam altijd voort uit een zuivere redenering, een enorme kennis en ervaring en een wijs en bezonken oordeel. Het kan niet anders, of dat heeft bij zijn benoeming tot Minister van Staat in 2007 een rol gespeeld.

Mijnheer de voorzitter, Nederland is Pieter Kooijmans veel dank verschuldigd. Wij gedenken hem met diep respect. Namens het kabinet wens ik zijn echtgenote, kinderen, kleinkinderen en andere nabestaanden alle kracht toe om dit grote verlies te dragen.