Persconferentie na ministerraad 8 februari 2013

Video van het statement van viceminister-president Asscher op de persconferentie na de ministerraadvergadering van 8 februari 2013.

INLEIDEND STATEMENT
VICEMINISTER-PRESIDENT ASSCHER:
Premier Rutte is in Brussel. Dat is u bekend. Die onderhandelingen zijn daar nog bezig en als dat is afgerond, dan zal hij zelf de resultaten daarvan toelichten in een persconferentie.

De ministerraad vandaag heeft onder andere een aantal verkenningen besproken. Dat zijn zogeheten two-pagers waar we de onderwerpen uit het regeerakkoord vaak even voorbespreken voordat er concrete wetvoorstellen of andere voorstellen gemaakt worden. Vandaag stonden er twee op de agenda. Eén over de bestrijding van misstanden in de prostitutie en het bestrijden van mensenhandel. Een passage erover in het regeerakkoord en een problematiek die mij ook vanuit mijn verleden in Amsterdam nauw aan het hart gaat. Er is in ieder geval besloten dat de minister van Veiligheid en Justitie met mij in gesprek gaat met beide Kamers om te proberen toch snel wetgeving aangenomen te krijgen die de bestrijding van die misstanden makkelijker maakt, die de minimumleeftijd verhoogt en die zorgt dat we die passage van het regeerakkoord kunnen gaan uitvoeren.

Daarnaast gesproken over het onderwerp groene groei: ook een belangrijk onderdeel uit het regeerakkoord. Hoe gaan we nu zorgen dat onze economie groeit op een manier dat dat goed is voor het milieu, goed is voor de energie, goed is voor het verminderen van CO2-uitstoot en hoe benutten we de kansen die daar ook in zitten? Op voorstel van Henk Kamp en Wilma Mansveld hebben we daar ook een verkenning over besproken die later in het jaar zal leiden tot een brief aan de Kamer.

Daarnaast hebben we in de ministerraad stilgestaan bij het onderwerp koopkracht. Natuurlijk een moeilijk onderwerp waar de afgelopen weken ook veel over gepraat is in de Kamer, in de huiskamers, bij u. Moeilijk onderwerp omdat het natuurlijk voor heel veel mensen betekent dat er minder koopkracht is, dat er minder geld in de portemonnee is. Onze bezuinigingen en de bezuinigingen van de vorige kabinetten voelen mensen steeds concreter en directer en het leidt ook tot debatten over de vraag van wordt nu de een groep meer benadeeld dan de ander. Hebben de ouderen, dat was één van de onderwerpen van de afgelopen week, het nu zwaarder dan de andere? We kunnen daar alleen maar op een goede manier uitkomen als kabinet en als land als we daar open en eerlijk over zijn. Die bezuinigingen raken mensen, die voelen we allemaal. Wij doen ons uiterste best om daar een eerlijke balans in te vinden tussen jong en oud, tussen gezond en ongezond, tussen de verschillende groepen in onze samenleving en ons best doen om de meest extreme uitschieters te beperken en vervolgens ook weer ieder jaar in augustus te kijken van hoe ziet het er nu uit voor volgend jaar. Moet je misschien maatregelen nemen om een bepaalde groep wat meer te ontzien? Kun je nog in de uitwerking van je maatregelen zorgen dat de effecten meevallen? De boodschap blijft wel dat we het allemaal zullen voelen. En dan is het wel goed om je te beseffen waarom we dat nu eigenlijk doen. De situatie waar we in zitten is een staatsschuld van 440 miljard euro. Als gevolg daarvan rentelasten van zo’n 10 miljard per jaar. En dat neemt toe. Dus als we nu niet ingrijpen, als we nu het huishoudboekje niet zelf op orde brengen, dan gaat een steeds groter deel van ons geld op aan rentebetalingen, aan kosten voor die schuld. Terwijl je wilt dat natuurlijk uitgeven aan onderwijs en aan goede zorg en aan investeringen voor de toekomst van onze economie. We zijn nog steeds een land, één van de beste landen ter wereld om geboren te worden qua kansen op ontplooiing, op werk, op succes. Maar juist om dat zo te houden, moeten we de komende jaren deze lastige maatregelen nemen en dat kan alleen maar lukken als iedereen zich realiseert dat je daar allemaal een steentje aan moet bijdragen. Dat wordt er niet leuker van. Dat debat zal ook nog heel vaak gevoerd worden. We zullen gerust ook nog dingen moeten gaan aanpassen. Maar het is wel noodzaak voor de toekomst van ons land. Dat is wat ik u over de ministerraad wilde mededelen.