Toespraak van de Commandant der Strijdkrachten, generaal T.A. Middendorp, bij de medaille-uitreiking op 7 februari 2013

Te decoreren militairen en uw collega’s, familie en vrienden, geachte aanwezigen,

Voor mij staan meer dan zeshonderd militairen, net terug van missie. U hebt allen  onze vrijheid, onze veiligheid en onze welvaart gediend. Soms door gewapend ingrijpen, bijvoorbeeld bij het oppakken van piraten. Soms door militaire presentie. Soms door landen te helpen bij het opbouwen van eigen veiligheidsdiensten zoals leger, politie en justitie.

De inzet van de krijgsmacht heeft veel gezichten. Iedere missie is anders. De ene richt zich op voorkomen, de ander op ingrijpen of stabiliseren. Wat ze gemeen hebben is dat we veiligheid brengen in onveilige landen en regio’s. Daar willen we niet alleen verder leed voorkomen maar dienen we ook de Nederlandse belangen. De Nederlandse economie is volledig afhankelijk van het buitenland. Daar liggen de bronnen van onze veiligheid en welvaart. Die moeten we beschermen. Daarvoor heeft u een krijgsmacht. Daarvoor doen we deze missies.

Zo hebben onze militairen van de PTG, onze militairen van Contco en de staven Isaf zich vooral gericht op het opzetten van betrouwbare politie en justitie. Ook onze militairen van Acota Burundi en UNMISS Soedan hebben zich ingezet voor het versterken van lokale politie en leger.

Ook staan hier militairen die landen hebben geholpen om op eigen benen te staan ná conflict. Zoals onze militairen van UNTSO, die in het Midden-Oosten als waarnemer optraden, en onze militairen die zich in Kosovo en Bosnië hebben ingezet voor EULEX, EUFOR en KFOR.

Het gaat om landen die in de achtertuin van onze eigen Europese Unie liggen. Onze aanwezigheid daar voorkomt dat landen terug vallen in conflicten waardoor de hele regio destabiliseert. Het is dan ook jammer dat niet iedereen in Nederland de resultaten van ons werk daar kan zien. Ik kan u vertellen, ik zie het wel, en het maakt mij trots.

Aangetreden militairen, ieder van u heeft belangrijk werk verricht voor ons land. Ik zou iedereen dan ook graag bij naam willen noemen, en alle missies toelichten. Van de Golf van Aden tot de Golanhoogte, en van Kunduz tot Bosnië. Maar dat zou betekenen dat u vanavond laat nog niet thuis bent, en ik heb het zo het vermoeden, dat het thuisfront op de tribune daar niet blij van wordt.

Daarom wil ik graag vier militairen naar voren roepen. Zij staan vandaag symbool voor alle militairen hier aanwezig. Graag noem ik als eerste overste Boink, van de Luchtmacht. Overste Boink, kunt u naar voren stappen?

Overste Boink, in Kosovo droeg u bij aan de logististieke ondersteuning voor de missie KFOR. Logistieke ondersteuning is van groot belang bij militaire operaties. Zonder logistiek valt alles stil. In alle missies werken vele militairen daarom aan de logistieke ondersteuning. Zij zorgen voor transport, legering, medische zorg, eten en onderhoud. U zorgde ervoor dat in Kosovo alles goed en vlot verliep.

Overste Boink, ik wil u daarom hartelijk bedanken voor uw inzet en u een fijne tijd toewensen nu u (precies over drie weken) met functioneel leeftijdsontslag gaat. En met u, wil ik natuurlijk ook al die anderen bedanken, die zich zo hebben ingezet achter de schermen en de missies draaiende hebben gehouden.

Dan wil ik nu graag de Wachtmeester van der Mark van de Marechaussee samen met de Sergeant Godderij van het Korps Mariniers naar voren roepen. Zij staan voor alle militairen die het zichtbare werk buiten de poort moesten doen. Die dat deden waar het in de missies om gaat, namelijk het brengen van veiligheid en het versterken van de veiligheidsdiensten.

Wachtmeester van der Mark, met uw collega’s gaf u tien weken lang les aan Afghaanse agenten in Aliabad. Tijdens patrouilles leerde u hen hoe zij op de juiste wijze met burgers om moeten gaan.

U vroeg hen: Hoe maak je contact met de bevolking? Hoe fouilleer je en arresteer je iemand? Hoe ga je met bewijsmateriaal om? Stuk voor stuk zaken waar politieagenten hier in Nederland wel raad mee weten. Maar die daar helemaal niet vanzelfsprekend zijn. Daarom was u daar, om die kennis en ervaring te helpen opbouwen.

Al na enkele weken zag u verandering in het gedrag van de Afghaanse agenten. Zo zochten ze actief contact met winkeleigenaren, dorpsoudsten en kinderen, om zo vertrouwen te winnen. Het klinkt eenvoudig, maar het is hard nodig om vertrouwen te winnen. Zo weet de bevolking nu ook dat agenten er zijn voor hún bestwil. Daar doen we het voor.

Maar Wachtmeester van der Mark, u kon het niet natuurlijk niet alleen. Want patrouilleren in de straten van Afghanistan betekent ook dat je gevaar loopt. En als je politieagenten traint kun je niet tegelijk de omgeving in de gaten houden. Dat deden de mannen van het Korps Mariniers daarom voor u. Militairen, zoals Sergeant Godderij.

Sergeant Godderij, samen met uw collega’s zorgde u voor een veilige omgeving voor de training en begeleiding van Afghaanse agenten. Of, zoals uw collega van de Marechaussee het verwoordde, u zorgde voor “honderd procent veiligheid”. In uw tijd hebben we met de missie in Kunduz grote stappen vooruit kunnen zetten. We hebben honderden agenten opgeleid. Prima werk afgeleverd dus.

Wachtmeester van der Mark, Sergeant Godderij, ik dank u daarom beiden voor uw inzet. En met u natuurlijk al die anderen die hier vandaag staan, en die zich (met gevaar voor eigen leven) hebben ingezet in dienst van ons land.

Tot slot wil ik de overste Van Den Bosch noemen. U symboliseert weer een ander deel van de aantreden militairen. U opereerde zelfstandig in een complexe omgeving. Overste Van den Bosch, u heeft zich als juridisch adviseur ingezet in Zuid-Soedan. Een land waar de afgelopen dertig jaar alleen maar gevochten is en dat nu vanaf de  grond opgebouwd moet worden.

Geen eenvoudige opgave. Meer dan de helft van de bevolking kan niet lezen en schrijven. Er is nauwelijks infrastructuur, geen onderwijs, geen gezondheidszorg en geen landbouw. Waar moet je dan beginnen?

U heeft een begin gemaakt. Door uw kennis en kunde over te dragen aan jonge leidinggevenden, die straks mogelijk hoge militaire functies gaan bekleden. Die hebben de toekomst in handen.

Daarom leerde u hen bijvoorbeeld hoe zij hun burgers beter kunnen beschermen. Ook sprak u met ze over mensenrechten, en over het navolgen van internationale rechtsregels. “Positief verrast”, was u, door de open houding van uw cursisten. Ze waren leergierig en wilden er echt wat van maken.

“Ik ben ervan overtuigd”, zo zei u, “dat ze het in hun oren knopen en meenemen in hun verdere leven”. Dat is belangrijk, want veiligheid is de basis voor de ontwikkeling van een rechtsstaat. Overste Van den Bosch, ik dank u dan ook graag voor uw inzet. En met u, ook al die andere collega’s die lessen en trainingen hebben gegeven, zodat deze landen straks zelf de verantwoordelijkheid voor de veiligheid op zich kunnen nemen.

Aangetreden militairen, allemaal heeft u op eigen niveau en binnen uw vakgebied, in uw eigen missie, goed werk geleverd. Ook al was dat onder moeilijke omstandigheden, en ver van huis.

Dat maakt mij trots. Daar mag iedere Nederlander trots op zijn. Ik zie in de samenleving een groeiende waardering voor onze militairen. En nu de reorganisatie in volle gang is dwingt uw inzet extra respect af. Je moet het maar kunnen, om zo professioneel je in te blijven zetten, als je misschien niet eens zeker bent van je eigen baan. Dat toont een warme betrokkenheid en gedrevenheid. Dat verdient waardering. Mannen en vrouwen, bedankt.

Ik wil graag ook uw thuisfront bedanken voor hun steun en betrokkenheid. Zonder thuisfront geen missies, en geen uitgezonden militairen. Ik realiseer me dat het niet gemakkelijk is geweest voor u. Daarom is er voor de partner straks het roosje en voor de kinderen, die hun pappa of mamma al die tijd hebben moeten missen, het kindermedaillon. Want ook zij verdienen het!

Dames en heren, mag ik een groot applaus voor de militairen en hun families?!

Dan wil ik nu de Herinneringsmedaille Vredesoperaties uitreiken. Mijn adjudant zal daartoe de bijbehorende beschikking voorlezen.