Speech van de minister van Infrastructuur en Milieu, Melanie Schultz van Haegen, bij het Havengildediner Amsterdam, Amsterdam, 30 november 2012

‘De Amsterdamse havenregio heeft een geheel eigen karakter: het is de grootste benzine- en cacaohaven ter wereld. Dat eigen karakter is essentieel voor de toekomst.’ Dat zei minister Schultz van Haegen vrijdag bij het 67e Havengildediner Amsterdam. ‘Ik ben blij met het besluit van de gemeente Amsterdam om de haven te gaan verzelfstandigen. Dat geeft de regio de kans om nog nauwer betrokken te raken bij de verdere ontwikkeling.’ Duurzaamheid is daarbij essentieel. ‘Ook daarin blinkt u uit. U bent de grootste benzinehaven, maar haalt daarbij ook nog eens steeds meer biomassa binnen, zoals houtsnippers. Het bijmengen tot biobrandstof is voor u dus een koud kunstje.’

‘Komt in de weg naar zee geen verbetering voor Amsterdam, dan gaat de stad een treurige toekomst tegemoet.
Breng daarentegen de zee voor Amsterdam en de aloude handelsstad zal herleven.’

Dames en heren,

dit schreef de Amsterdamse zakenman
P.N. Muller in 1863 in De Gids.
Hij brak hiermee een lans voor de aanleg van het Noordzeekanaal.
Ruimte voor de haven, dat was wat hij wilde,.

Nog datzelfde jaar gaf de Tweede Kamer groen licht voor de aanleg.
Dat is volgend jaar 150 jaar geleden.

Het Noordzeekanaal heeft de regio geen windeieren gelegd.
Amsterdam is anno 2012 de vierde haven van Europa.
En als je kijkt naar de toegevoegde waarde per ton lading, zelfs de nummer twee.

Uw haven heeft een geheel eigen karakter.
De grootste benzinehaven ter wereld.
En de grootste cacaohaven ter wereld.

Maar ook een industriehaven die er telkens in slaagt om waarde toe te voegen aan de lading die hier passeert.

Terwijl het economische tij tegen zit, toont de havenregio toch mooie groeicijfers.
2 procent over de eerste drie kwartalen van 2012.
Daar zijn we jaloers op als kabinet.

Natuurlijk gaat het niet overal zo goed.
De containerterminal bijvoorbeeld, heeft het zwaar.
Dat is lastig, want de containers zijn van groot belang voor de maatschappelijke baten van de haven.
Zeker met de nieuwe zeesluis in het achterhoofd.

Helaas heb ik geen toverstaf, die voor nieuwe containers zorgt.
Dus aan nieuwe groei zult u zelf hard moeten werken.
Maar ik blijf er alles aan doen om de haven ook voor containers goed bereikbaar te houden.
[korte adempauze]

Dat eigen karakter van de haven is natuurlijk essentieel voor de toekomst.

We doen het goed als we naast een haven voor de grootste goederenstromen – Rotterdam – ook een haven hebben die uitmunt in de slimste goederenstromen.

Zo maken beide havens zichzelf, elkaar en onze economische positie sterk.

Verdere groei van de haven vraagt in mijn ogen om drie voorwaarden:
een duurzame haven,
een bereikbare haven,
en een haven die naadloos past in de omgeving.

Op het gebied van duurzaamheid blinkt u al uit.

Uw productie en afhandeling van biobrandstoffen is al evenveel als het complete Nederlandse verbruik voor twee jaar.
En u wilt dat ook nog eens verviervoudigen tot 2020.

U heeft daarin een groot voordeel ten opzichte van andere havens.
Omdat u al de grootste benzinehaven bent en ook nog eens steeds meer biomassa binnenhaalt, zoals houtsnippers.
Dus het bijmengen tot biobrandstof is voor u een koud kunstje.

U kiest er ook voor om geen nieuwe terreinen in het havengebied vrij te geven voor de overslag van kolen, maar de bestaande ruimte beter te benutten.
Dat klinkt mij natuurlijk als muziek in de oren.

Ten tweede moet een sterke haven bereikbaar zijn.

Volgend jaar verwacht ik de opening van de nieuwe Westrandweg en de Tweede Coentunnel. Een jaar later is de bestaande tunnel gerenoveerd en is het volledige tracé daar open voor verkeer.
Een betere ontsluiting van het Westelijke Havengebied komt dus steeds dichterbij.

Bereikbaarheid gaat natuurlijk niet alleen over de weg, maar ook over het water.
En u begrijpt: dan heb ik het over de nieuwe zeesluis.

Er ligt sinds juni een voorkeursbesluit, dat we met elkaar onder grote druk hebben genomen.
We weten nu dat een nieuwe sluis technisch gaat passen.

Samen met Dertje Meijer gaan we nu kijken naar het vervolgproces.
We werken de plannen verder uit.
Denk dan aan het milieu en de ruimtelijke inpassing.

[korte adempauze]

‘Ruimte voor de Haven’ betekent ook dat je goed nadenkt over de inpassing van de haven in de regio.

Provincie en gemeenten werken al samen met het Rijk aan een visie voor het hele Noordzeekanaalgebied.
Het gebied moet passen in de ontwikkeling van de hele noordelijke Randstad.
Mensen moeten hier prettig kunnen wonen, werken en recreëren.
Daarbij is het goed om stap voor stap te kijken naar noodzakelijke keuzes.

In Rotterdam zien we dat de haven zich steeds meer verplaatst naar of in de zee.
Kijk maar naar de Tweede Maasvlakte.

Dat geeft ruimte voor economische groei, maar daar hoort ook het behoud van een aangename leefomgeving bij.

Die aanpak kan ook hier goed zijn.
De betrokkenheid van Beverwijk, Haarlemmerliede, Velsen en Zaanstad bij de verdere ontwikkeling van de haven is dus heel goed.

Ik ben blij met het besluit van de gemeente Amsterdam om de haven te gaan verzelfstandigen.

Dat geeft de regio de kans om nog nauwer betrokken te raken bij de verdere ontwikkeling.

Meer invloed uit de omgeving betekent voor mij niet dat er extra regels uit Brussel nodig zijn.

U weet dat de EU werkt aan een Europees havenbeleid.
Ik denk dat het goed is dat we samenwerken aan een gelijk speelveld van Europese zeehavens.
Maar volgens mij biedt Europa op dit moment meer dan genoeg regelgeving, ook voor Amsterdam.

Tot slot is een haven die past in de omgeving ook een haven die samenwerking zoekt met andere Nederlandse zeehavens.

In Brazilië zag ik dit voorjaar de sterke uitstraling van ‘Holland Ports’, zoals u zich gezamenlijk presenteert.
Wat mij betreft wordt dat een begrip in de wereld.
Met havens die bruisen van bedrijvigheid en uitblinken in duurzaamheid.

En wie weet biedt die samenwerking andere Nederlandse zeehavens de kans om op termijn een aandeel in de verzelfstandigde Amsterdamse haven te nemen?

Dames en heren,

‘De aloude handelsstad’, zoals zakenman Muller schreef, is anno 2012 een bruisende hoofdstad met een haven om trots op te zijn.

Die constatering is een mooie reden om de heer Wijsmuller te danken voor zijn werk als voorzitter van Amports.

Ik ga nog geen afscheid van u nemen, want u bent er nog even.

Ik hoop in ieder geval met u en uw opvolger verder te bouwen aan een haven.
Een haven die – ook zelfstandig –  een ijzersterke positie in Nederland en Europa inneemt.
Een haven die bovendien naadloos past in deze mooie regio.

En een haven die onze Nederlandse zeehavens én onze economie sterker maakt.

Dank u wel.