Minister Bussemaker: scherper toezicht op en binnen instellingen

'De conclusies van de Commissie zijn verontrustend en liegen er niet om. Bestuurders en toezichthouders van onderwijsinstellingen moeten echt kritischer en verantwoordelijker te werk gaan. Daarnaast moet de onderste steen boven komen wat betreft de mogelijke onregelmatigheden die zich hebben afgespeeld rond Amarantis.' Dat schrijft minister Jet Bussemaker (OCW) vandaag aan de Tweede Kamer in een reactie op het onderzoeksrapport 'Autonomie verplicht' van de Commissie Onderzoek Financiële Problematiek Amarantis. Bussemaker betreurt het dat heel veel studenten, hun ouders en personeelsleden gedupeerd zijn als gevolg van de gang van zaken bij de Amarantis Onderwijsgroep. 

De Commissie Onderzoek Financiële Problematiek Amarantis werd in mei 2012 door het vorige kabinet ingesteld om in kaart te brengen welke (financiële) beslissingen van het College van Bestuur van Amarantis hebben geleid tot de financiële problematiek bij de onderwijsgroep. Het rapport schetst het beeld van een onderwijsorganisatie die vanwege een aaneenschakeling van gebeurtenissen steeds verder in de financiële problemen kwam. 

Aanbevelingen

Het onderzoek van de Commissie levert volgens minister Bussemaker een reeks van bruikbare aanbevelingen aan het kabinet en alle onderwijsinstellingen op, om problemen in de toekomst te voorkomen. Daarbij is het volgens haar noodzakelijk om zowel de structuur en de inrichting van het onderwijs als de organisatie- en bestuurscultuur kritisch te bekijken.

Verscherping toezicht en interventiemogelijkheden

Het gaat daarbij om het financieel beheer, de autonomie en inrichting van het bestuur en de omvang en complexiteit van onderwijsinstellingen. Ook gaat Bussemaker kijken hoe het toezicht en de interventiemogelijkheden vanuit de overheid verscherpt kunnen worden.

Cultuurverandering in het onderwijs

Het rapport van de commissie laat volgens Bussemaker ook zien dat in het onderwijs een cultuurverandering nodig is: 'Onderwijs is een kostbaar publiek goed. Dat betekent dat op de schouders van bestuurders en toezichthouders van onderwijsinstellingen een zware verantwoordelijkheid rust. Zij hebben een ingewikkelde taak waaraan, mede door de huidige economische omstandigheden en demografische ontwikkelingen, aanzienlijke risico’s verbonden zijn. Dat vraagt om toezichthouders die durven te oordelen en het bestuur en elkaar kritisch aanspreken.' Volgens Bussemaker maakt het rapport ook duidelijk dat ook de overheid, als eindverantwoordelijke voor het onderwijsstelsel, meer oog moet hebben voor signalen dat het niet goed gaat met een onderwijsinstelling. Daarbij moet zij dergelijke signalen op tijd kunnen duiden om passende maatregelen te kunnen nemen.

Vervolgopdracht Commissie naar mogelijke onrechtmatigheden

Minister Bussemaker heeft op basis van de kennis, feiten en signalen die de commissie heeft verzameld de commissie verzocht om nader onderzoek te doen naar mogelijke persoonlijke bevoordeling, bovenmatig persoonlijk gebruik van faciliteiten of bevoordeling van derden door bestuurders en leidinggevenden. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek zal zij besluiten of er een aanleiding is om aangifte te doen.
Minister Bussemaker spreekt komende tijd met de mbo-sector over de uitwerking van de aanbevelingen. Begin 2013 organiseert het ministerie van OCW, samen met vertegenwoordigers uit de mbo-sector, een werkconferentie voor bestuurders en toezichthouders over de uitkomsten en aanbevelingen van het rapport. De resultaten van deze conferentie worden meegenomen in de uitgebreide reactie op de aanbevelingen van de Commissie.