Speech minister Ploumen Fenedex export event

Toespraak van de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Lilianne Ploumen op het Fenedex Export Event op 28 november 2012

(Minister Ploumen loopt vanuit een zaal naar een katheder:)

APPLAUS

MINISTER PLOUMEN: Ja, goedemorgen, dames en heren. Vrienden.

Ik kom een aantal mensen hier al tegen die ik in Turkije en Brazilië heb gezien dus dat doet me enorm deugd dat u niet alleen buiten Nederland maar ook ín Nederland overal bij bent.

Drie weken ben ik nu minister, Humberto Tan zei het al.

En ik was in Turkije, in Brazilië en ik was hier in Nederland.

En ik sprak gisteren met een Vietnamese handelsdelegatie onder leiding van de Vietnamese vicepremier die hier ook komt om zaken te doen. Kortom: er is van alles in beweging.

En ik geef u graag een indruk en ik vertel u natuurlijk ook graag wat u van mij kunt en moet gaan verwachten de komende jaren de komende vierenhalf jaar, want dit kabinet heeft zich vast voorgenomen om een einde te maken aan de instabiliteit in het politieke klimaat.

Dat valt doorgaans erg goed bij ondernemers, is mijn ervaring.

En het is ook hartstikke nodig, want we hebben stabiliteit nodig.

We moeten zakendoen en we moeten ons land weer een goed humeur ook gaan geven.

Eens even terugkijkend naar die reizen.

In Turkije kwam ik Roy van Eijsden van Royal Haskoning tegen.

Zijn bedrijf ontwerpt daar een metrobrug.

Hier in Nederland ontmoette ik de Filippijnse Janine Chiong op een bijeenkomst voor mkb'ers uit ontwikkelingslanden.

Haar bedrijf in schoenen, die maakt ze van afval, zoekt hier investeerders.

In Brazilië ontmoette ik Mirjam van Dijk van Duyvis. Die is volgens mij niet hier.

Haar bedrijf wil daar machines verkopen die cacao verwerken tot ijs, tot snoep en tot chocola. Drie ondernemers met heel innovatieve ideeën.

Drie bedrijven met een unieke expertise en drie geweldige producten zoals zo veel producten en diensten uit Nederland.

Anders gezegd, en u weet het natuurlijk al ons bedrijfsleven heeft de wereld heel veel te bieden.

En daar ben ik heel erg trots op.

En dat ga ik de komende vier jaar met groot enthousiasme laten zien.

In Nederland, en natuurlijk ook aan de rest van de wereld.

En met u praat ik de komende periode graag over exportplannen bijvoorbeeld in de Dutch Trade Board binnenkort.

Want samenwerking met exporteurs vind ik belangrijk. U bent productief u doet veel aan innovatie, u betaalt hoge lonen en u creëert veel banen.

U bent, kortom, van groot belang voor de Nederlandse economie.

Jammer genoeg laten de nieuwste cijfers van het CBS zien dat de Nederlandse export hapert.

Nederlandse bedrijven hebben deze herfst nauwelijks méér producten in het buitenland verkocht dan in dezelfde periode vorig jaar.

Onze export naar andere EU-landen nam af en tegelijkertijd hebben we een handelstekort met de meeste opkomende economieën in de rest van de wereld.

Én blijft het overgrote deel van de Nederlandse producten en diensten in Europa, ongeveer 75 procent.

Dat is zonde, want er liggen grote kansen in andere werelddelen.

Ik noemde mezelf eerder de minister voor Kansen en Mogelijkheden.

Dat wil ik de komende vier jaar ook voor ú zijn.

Ik wil u helpen met investeren in opkomende markten.

Fenedex wees al heel vroeg op het belang van deze markten.

En in de tussentijd heeft de wereld niet stilgestaan. Integendeel.

Het IMF voorspelt dat er in de komende vijf jaar zeven Afrikaanse landen in de top tien van de snelst groeiende economieën ter wereld gaan staan.

De economie van landen als Ethiopië, Tanzania en Mozambique groeit met meer dan zes procent per jaar.

In Afrika ontstaat een middenklasse, net als in Azië en in Zuid-Amerika.

Dat zijn honderden miljoenen consumenten. Een enorm handelspotentieel.

Natuurlijk weet ik ook dat ondernemen in opkomende economieën niet altijd gemakkelijk is, en dat is een understatement.

Dat de vreemde taal het contact soms moeilijk maakt dat de transportkosten hoog zijn en dat de bureaucratie een belemmering kan zijn.

Want de overheid heeft daar veel invloed op de handel op de bedrijven, op de economie.

Maar dat mag echt geen reden zijn om in Europa te blijven en om kansen te laten liggen.

Zoals u weet, zit Buitenlandse Handel nu bij het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Ambtenaren van Buitenlandse Zaken én van het ministerie van Economische Zaken...

..werken nu samen in één gebouw, op één verdieping. En zij zijn er voor u.

Zij kunnen u uitstekend van dienst zijn.

Ze werken aan meer zichtbaarheid, bereikbaarheid en toegankelijkheid.

Zij kennen de taal, de cultuur en de overheid van al die groeimarkten.

Ik noem Rusland, Turkije en Brazilië. Maar ook China, India en Zuid-Afrika.

Landen waar de overheid de markt maakt. In die landen zijn wij als Nederland vaak vanuit het ministerie van Buitenlandse Zaken, al jarenlang actief.

In deze landen hebben we in het lokale bedrijfsleven een stevig en groot netwerk opgebouwd.

Soms zijn die relaties zelfs het gevolg van onze ontwikkelingssamenwerking vroeger of nu. En daar kunt u uw voordeel mee doen.

Bijvoorbeeld bij het vinden van goede lokale partners. En dat is belangrijk.

Velen van u noemen dat het belangrijkste obstakel om handel te drijven in die landen. Het vinden van een goeie lokale partner.

Wij kunnen u helpen door contacten te leggen of u op kansen te wijzen.

Neem m'n reis naar Brazilië. Zaterdagmiddag kwamen we terug de hele vorige week zijn we daar geweest.

Een land dat bouwt, groeit en koopt. Daar wordt nu volop geïnvesteerd.

Geïnvesteerd in wegen, havens, vliegvelden.

Geïnvesteerd om de eigen economische groei te kunnen bijbenen.

De Braziliaanse overheid heeft een heel ambitieus investeringsprogramma voor infrastructuur opgezet ter waarde van maar liefst 55 miljard euro in twee jaar. 55 miljard euro: dat is een oceaan aan kansen voor Nederlandse bedrijven die goed zijn in infrastructuur zoals het Havenbedrijf van Rotterdam en de luchthaven Schiphol.

Op die handelsmissie heb ik geprobeerd om opdrachtgevers en bedrijven bij elkaar te brengen. En met resultaat.

Nederlandse bedrijven gaan zorgen voor betere havens in Brazilië voor banen in Brazilië en in Nederland voor minder transportkosten voor Nederlandse exporteurs.

Zo stimuleren we de lokale economie, het Nederlands bedrijfsleven en de internationale handel.

Dames en heren, ik probeer bedrijven hier en daar dus met elkaar te verbinden.

Dat doe ik niet alleen op afstand, vanuit Den Haag.

Het liefst ga ik met u mee op reis.

Niet alleen voor de gezelligheid, maar het levert echt wat op.

Handelsmissies in 2011 en in 2012 kostten ongeveer tien miljoen euro door u en het ministerie opgebracht maar ze leverden minimaal 180 miljoen euro op.

Laat ik u een recent voorbeeld geven.

Nederlandse zuivelbedrijven vragen al heel lang om Braziliaanse goedkeuring van onze zuivelinspectie zodat zij niet één voor één toegang tot de Braziliaanse markt hoeven te vragen.

Dat kwam maar niet van de grond maar tijdens m'n reis beloofden de Brazilianen dat ze er haast mee gaan maken. Dus straks kunnen onze zuivelbedrijven als alles goed gaat, maar dat verwachten we veel gemakkelijker exporteren naar Brazilië.

Dat zijn belangrijke stappen vooruit.

En die reizen naar Brazilië en Turkije waren natuurlijk geen toeval.

Het was een beetje toevallig dat ik meeging, dat kwam goed uit.

Ik was er blij om, want daarom kon ik meteen op die manier kon ik meteen kennismaken met de dynamiek van het Nederlandse bedrijfsleven en de kansen die er in die landen liggen.

Maar we gingen er natuurlijk naartoe, omdat Turkije en Brazilië twee van de drie groeimarkten zijn waarin u de meeste interesse heeft.

U geeft aan die markten graag te willen verkennen.

Wat ik maar wil zeggen: We luisteren naar u.

We willen weten wat voor u de kansen en voor u de barrières zijn.

Daarop willen we inspelen.

Met de topsectoren werken we al veel samen voor een betere concurrentiepositie voor Nederland en Nederlandse bedrijven en dat blijft ook dit kabinet doen.

Niet alleen voor de multinationals, maar ook en wat mij betreft misschien zelfs vooral, voor het midden- en kleinbedrijf.

Dus komt er, bijvoorbeeld, een fonds dat vooral mkb'ers in Nederland verbindt met vooral mkb'ers in ontwikkelingslanden.

Dat investeringen en een goed ondernemingsklimaat gaat bevorderen.

Een fonds van 750 miljoen euro.

Een fonds waar zij beter van worden en waar wij beter van worden.

En natuurlijk, u bepaalt uiteindelijk zelf waar u investeert.

Maar we kunnen de eerste stappen op een nieuwe markt wel makkelijker maken.

Dat zie ik als mijn opdracht. In Brazilië, in Turkije, in China maar ook in die snel groeiende economieën in Afrika.

Ik wil voor u deuren openen, problemen wegpoetsen zorgen dat we samen zaken kunnen doen in de rest van de wereld.

Buitenlandse handel zijn binnenlandse banen.

Daar kunnen we er niet genoeg van hebben en ik kijk enorm uit naar de samenwerking met u.

Ik heb u de afgelopen drie weken, het is nog maar kort, leren kennen als enorm dynamische ondernemers die eropaf gaan, die niet bang zijn om ook 's een risico te nemen en die, dat heb ik ook geleerd, een enorm goede reputatie hebben.

Niet alleen bij de Brazilianen en de Turken maar ook bij de Vietnamezen en ook in Afrika.

Ik ben er voor u, ik weet u te vinden en ik ga ervan uit dat, als er iets is wat ik voor u kan doen dat u mijn telefoonnummer ook hebt opgezocht.

Hartelijk dank, een hele mooie dag toegewenst en we gaan elkaar de komende jaren hopelijk heel veel zien. Dank u wel.

APPLAUS