Rijksministerraad geeft Curaçao aanwijzing

Curaçao moet de begroting 2012 op orde brengen. Om de begroting sluitend te maken moet Curaçao uiterlijk 1 september 2012 extra dekking vinden voor een bedrag van 55 miljoen Antilliaanse gulden. Dat bedrag is nodig om uitstel van de basisverzekering in de zorg en uitstel van het dividendbeleid realistisch te dekken.

Ook moet het land compenseren voor de tekorten uit voorgaande jaren voor een bedrag van 98 miljoen Antilliaanse gulden. In totaal staat het land daarmee voor een ombuiging van 153 miljoen Antilliaanse gulden. Dat is de kern van de aanwijzing aan de regering van Curaçao waarmee de Rijksministerraad heeft ingestemd.

De Rijksministerraad volgt met haar beslissing het advies van het College financieel toezicht (Cft). Het Cft heeft de rijksministerraad geadviseerd Curaçao een aanwijzing te geven met als hoofddoel de begroting 2012 in overeenstemming te brengen met de eisen die de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten stelt.

De aanwijzing stelt verder dat Curaçao geen nieuwe leningen mag aangaan zolang de begroting niet in evenwicht is. Voor een beoogde lening voor een nieuw ziekenhuis komt daar nog bij dat die alleen kan worden aangegaan als de hervorming van de gezondheidszorg is geëffectueerd en een sluitende exploitatie van het ziekenhuis kan worden gegarandeerd. Om beter grip te krijgen op de begrotingsuitvoering ontvangt het College financieel toezicht maandelijks een overzicht van Curaçao van de financiële positie van het land. Ook moet Curaçao met onmiddellijke ingang voorafgaand toezicht door de minister van Financiën van Curaçao instellen. Vanaf 24 augustus 2012 informeert Curaçao, via het Cft, de Rijksministerraad over de voortgang van de voorgenomen maatregelen en de actuele stand van zaken van de begroting. In afstemming met het Cft worden de door Curaçao nog niet opgevolgde adviezen van het Cft alsnog uitgevoerd.

Het College financieel toezicht is verankerd in de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten. De Rijkswet is tot stand gekomen omdat de Nederlandse Antillen en de afzonderlijke eilandgebieden jarenlang problemen kenden op het terrein van de overheidsfinanciën. Nederland heeft de startpositie van het land Curaçao sterk verbeterd door 1,9 miljard Antilliaanse gulden aan schuld te saneren. De Rijkswet heeft als doel de goede startpositie te handhaven. In de Rijkswet financieel toezicht is vastgelegd dat de begrotingen van de landen Curaçao en Sint Maarten in evenwicht moeten zijn en dat het aangaan van leningen is beperkt tot een draagbaar niveau. Het Cft oefent het toezicht daarop uit en adviseert de Rijksministerraad. Het Cft heeft de afgelopen maanden met veel inzet en zorgvuldig alle mogelijkheden benut om zijn adviezen aan Curaçao kans van slagen te geven. Nu die mogelijkheden zijn uitgeput restte het College financieel toezicht niets anders dan de Rijksministerraad te adviseren Curaçao een aanwijzing te geven.