Herziening toezicht advocatuur

De Nederlandse orde van advocaten krijgt een nieuw, onafhankelijk college van toezicht dat eindverantwoordelijk wordt voor het toezicht op advocaten. De drie leden van dat college mogen zelf geen advocaat zijn en ze worden ook niet gekozen door advocaten. De toezichthouder rapporteert jaarlijks in het openbaar over zijn werkzaamheden. 

De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie ingestemd met toezending aan de Tweede Kamer van deze wetswijziging.

Doel van het wetsvoorstel is het toezicht op de advocatuur aan te scherpen omdat het niet meer voldoet aan de eisen van de tijd. Advocaten hebben binnen onze rechtsorde een bijzondere positie. Zij hebben verschillende privileges, zoals een (beperkt) procesmonopolie. Daarom wordt  gecontroleerd of zij hun voorschriften goed naleven en geen misbruik maken van hun privileges.

De lokale dekens oefenen straks primair het toezicht uit, onder eindverantwoordelijkheid van het college. De dekens zijn in concrete zaken niet afhankelijk van voorafgaande opdrachten of instructies van het college van toezicht. Zij kunnen in principe zelfstandig aan de slag gaan binnen het door het college ontwikkelde landelijk uniforme toezichtbeleid. Het college kan wel aanwijzingen geven die de dekens moeten opvolgen. Ook kan het een onafhankelijke rechter - het hof van discipline - vragen om een deken te schorsen of te ontslaan wanneer deze het toezicht niet goed uitvoert.

Verder is het college belast met controle op witwassen, zoals dat is omschreven in de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Noch het Bureau Financieel Toezicht noch enig andere externe toezichthouder zal een rol spelen bij dit Wwft-toezicht op advocaten.

Om hun werk goed te kunnen uitvoeren, moet voor advocaten een geheimhoudingsplicht gelden. Deze plicht wordt in de wet vastgelegd. Dekens kunnen in het kader van de uitoefening van hun toezichthoudende taken de geheimhoudingsplicht doorbreken. Dat kunnen de leden van het  college niet. Ook kunnen zij niet van de inhoud van advocatendossiers kennisnemen.

Advocaten die de beroepsregels of gedragsnormen overtreden, kunnen tuchtrechtelijk worden aangepakt. Op dit moment kunnen tuchtklachten alleen via de lokale deken aan de tuchtrechter worden voorgelegd. Straks kunnen klanten van advocaten dat ook rechtstreeks doen.