Speech minister Schultz voor opening seminar over Saemangeum-project, 20 juni Seoul

“Water bracht ons eeuwen geleden bij elkaar. De contacten hebben geleid tot intensieve handel en samenwerking. Water brengt ons nu weer bijeen en ik roep op: laten we onze goede onderlinge contacten de ruimte geven en nieuwe contacten aanboren.” Dat zei minister Schultz bij haar bezoek aan Zuid-Korea van 18 tot 20 juni.

Onze landen liggen meer dan 8500 kilometer uit elkaar.
Het is minstens tien uur vliegen.
Er is zeven uur tijdverschil.
Uw land is bergachtig, dat van ons is plat.
En toch voelen wij – Nederlanders – ons vandaag bij dit seminar zeer thuis.

Dat heeft alles te maken met het onderwerp van vandaag: het Saemangeum-project.
Oftewel: landwinning. Landontwikkeling. Strijd tegen water. Polderen.
Allemaal onderwerpen waar Nederlanders zeer in thuis zijn.

Ik ben ervan overtuigd dat we allemaal staan te trappelen om onze kennis en ervaring met u te delen. En vooral ook te luisteren naar uw toekomstplannen, uw vraagstukken, uw uitdagingen.

Ik vergat nog één verschil te noemen.
En ik moet u daarmee feliciteren.
De dam van het Saemangeum-project is 33.9 kilometer lang.
En dat is precies 1.9 kilometer langer dan onze Afsluitdijk.
U heeft ons verslagen.
Na tachtig jaar hebben wij niet meer de langste dam ter wereld, maar staat ú als recordhouder in het Guiness Book of World Records.
Het illustreert uw ambitie.

U gaat verder.
De dam is slechts een begin.
U wilt het Saemangeum-project ontwikkelen tot dé Aziatische icoon voor duurzame land- en waterontwikkeling van de 21e eeuw.

Die ambitie spreekt ons aan.
Wij willen u daar graag bij helpen.

En terwijl ik dit zeg, lijkt het net alsof wij nog blanco staan tegenover elkaar.
Dat is natuurlijk niet waar.
We delen een bijzondere geschiedenis.
We hebben een levendige handelsrelatie.
Onze kustgebieden hebben gelijkenissen.
We delen in de strijd tegen het water en de ambitie meer uit water te halen.

Het is dan ook logisch dat onze landen in 2010 een MOU hebben ondertekend.
Het is ook niet vreemd dat voormalig Nederlands premier Mr. Kok honorair adviseur is voor dit project.
En het is veelbelovend dat er al samenwerking bestaat tussen Nederlandse en Koreaanse bedrijven en instellingen binnen dit project.

Met andere woorden: onze onderlinge samenwerking is ingepolderd; het is klaar voor verdere ontwikkeling.

Laat ik een paar Hollandse inzichten over landwinning en waterbeheer met u delen die tot aanknopingspunten kunnen leiden voor onze samenwerking.

Allereerst flexibiliteit.
Polders zijn ingrijpende veranderingen in het watersysteem, het ruimtegebruik en het landschap.
Polders worden gebouwd voor eeuwen.

De tijd, de behoeften en de inzichten veranderen wel.
Daarom is een flexibele aanpak in de ruimtelijke planning nodig.
Voorbeeld: de eerste plannen voor de Nederlandse afsluitdijk en de IJsselmeerpolders zijn bijna een eeuw geleden gemaakt.
De uitvoering begon 80 jaar geleden.
Hoofdbestemming van de landaanwinning was oorspronkelijk landbouwgrond.
Daar was toen de meeste behoefte aan.
Gaandeweg ontstond meer noodzaak om de groei van steden als Amsterdam op te vangen.
Daarom maakt landbouwbestemming plaats voor een stedelijke bestemming.
Er werd een nieuwe stad gebouwd: Almere.

Ander voorbeeld. Eén van onze mooiste natuurgebieden ligt ook in de polder. De oorspronkelijke bestemming was industriegebied.

Het heeft ons geleerd flexibiliteit in te bouwen. Te werken met mogelijke scenario’s voor de toekomst.
Kennis en ervaring die u mogelijk van pas komt.

Tweede punt is veiligheid.
Ik hoef u niet uit te leggen dat veiligheid bij polders onder zeeniveau de basis van alles is.
Het belang van veiligheid is niet veranderd, wel de manier waarop we streven naar veiligheid.
Vroeger draaide alles vooral om de hoogte van de dijk.
Nu toetsen we ook het grondwater dat onder de dijk doorloopt, of het verschuiven van de dijk.
Inzichten leiden tot andere constructies.
Bijvoorbeeld een hele brede dijk die zo gemaakt is dat bij hoge waterstanden het water eroverheen stroomt.
Bebouwing op een dijk is geen taboe meer. 

De nieuwe veiligheidsbenadering gaat verder.
Er wordt meer uitgegaan van scenario’s.
Wat gebeurt er als het toch gebeurt dat de dijk bezwijkt?
Wat zijn de risico’s van slachtoffers en schade?

Op basis van die scenario’s kunnen we de ruimtelijke ordening inrichten. Bijvoorbeeld meer rekening houden met de ligging van voorzieningen als ziekenhuizen en energievoorzieningen.
Goede mogelijkheden creëren voor een vlotte evacuatie.

Het verminderen van risico’s is in Nederland lastig doordat de ruimtelijke inrichting al grotendeels gereed is.
Bij een nieuw project zoals hier in Korea, kunnen veiligheidsconcepten integraal worden toegepast, zonder grote extra beperkingen of kosten.

Derde punt is innovatie.
Nederland staat net als uw land internationaal bekend om kennis op watergebied.
Dit willen we zo houden en daarom passen we steeds nieuwe technieken toe.
Een mooi voorbeeld is het plaatsen van sensoren in een dijk.
Hierdoor kan op afstand de kracht van de dijk worden bewaakt.
Problemen kunnen in een vroeg stadium worden ontdekt.

Ander innovatief voorbeeld is de toepassing van de golfklap-generator van Deltares waar we vorige maand mee begonnen zijn.
Een apparaat dat de werking van golven nabootst.
We kunnen de consequenties in kaart brengen van langdurige golfslag op de dijk, en ook kijken naar de gevolgen voor de begroeiing, of voor objecten op de dijk.
De informatie gebruiken we weer voor de regelmatige toetsing van de waterkeringen.

Laatste aspect is duurzaamheid.
Duurzaamheid speelt in uw project een centrale rol. Ook in Nederland vormt duurzaamheid een leidraad bij nieuwe ontwikkelingen.
We combineren waar mogelijk hoogwaterveiligheid met natuur.
Ook proberen we de kracht van de natuur te gebruiken.
We gebruiken een wilgenbos voor een nieuwe dijk als natuurlijke golvendemper.
We maken gebruik van een natuurlijke zandmotor voor het versterken van onze kust.
Miljoenen kubieke meters zand worden verplaatst door wind en golfkracht.

Dames en heren,

Uw land is bijzonder.

De snelheid waarmee land en waterbeheer aangepast moet worden aan de bevolkingsgroei en economische groei kent zijn weerga niet.
Slechts bij benadering kunnen we een lijn trekken met de na-oorlogse periode in Europa, of de periode eeuwen terug van Nederland tijdens de  Gouden 17e Eeuw.

Wij volgen dan ook met respect de prestaties die hier door Korea geleverd worden.
Maar we doen dat niet passief.
Ik ben ervan overtuigd dat er veel toekomst is voor bloeiende  actieve samenwerkingsverbanden tussen Nederlandse en Koreaanse partijen.
Ik heb alle vertrouwen in de partnership NL Korea.

Dat brengt mij op een bekende uitspraak van de grondlegger van onze Afsluitdijk, ir. Lely.
Het staat gebeiteld in een gedenkplaat op de dijk.
Er staat – ik citeer:
“Een land dat leeft, bouwt aan zijn toekomst”
Met het oog op onze inzet zou ik ervan willen maken:
“Landen die in vriendschap samenwerken, bouwen samen aan hun toekomst.”
Met deze wens sluit ik graag af, ik wens u een vruchtbaar seminar en ik dank u voor uw aandacht.