Excellent Learning through excellent teaching

Minister van Bijsterveldt opende vandaag het zomerprogramma ‘Excellent Learning through excellent teaching’ op de Roosevelt Academy i.s.m. het Derek Bok Center for Teaching and Learning van Harvard University

Dames en heren,

L

adies and gentlemen,

Let me begin by extending a warm welcome to the experts from the Derek Bok Center for Teaching and Learning, who are supervising this summer program this year for the second time. A wonderful collaborative project between your institution and the Roosevelt Academy. FDR would have applauded this alliance ;-)

When Derek Bok visited Middelburg in 2009, he said:
“Getting the most out of education is now more important than it has ever been. Underachievement exists today only out of ignorance.”

His visit was the inspiration for this summer training program.
A program that really suits the Roosevelt Academy and ties in seamlessly with this government’s ambition of raising the bar in our system of higher education, for our school students and their teachers.

Please allow me to continue my speech in Dutch

.

Dames en heren,

Een tijdje geleden organiseerde de Volkskrant de ‘Grote Psychologie van de Koude Grond Quiz’. De deelnemers zagen een filmpje met een 4-jarig meisje dat fabuleus piano speelde.
Wat denkt u, wat zeiden de meeste mensen over haar prestaties? Inderdaad, dat het een wonderkind is. Slechts een kwart koos voor de optie dat ze veel heeft geoefend. Terwijl dat laatste een veel betere verklaring is voor excellente prestaties. Want talent of excellentie komt niet vanzelf. Het is een ‘state of mind.’

Publicist Malcolm Gladwell geeft in zijn boek ‘Uitblinkers’ tal van voorbeelden van succesvolle mensen - van de Beatles tot Bill Gates - die pas tot grote prestaties kwamen na uren van hard werken. 10.000 oefenuren, zo berekende Gladwell, heb je nodig voordat je gaat excelleren.

Met andere woorden: excellent bén je niet, dat wórd je. De ambitie om te excelleren vraagt om doorzettingsvermogen en uithoudingsvermogen, om focus en reflectie. Uitblinkers zijn degenen die zich volledig op hun doel richten en onderweg daarnaartoe proberen te leren van hun prestaties, om zich zo steeds verder te verbeteren.

Dat brengt me bij mijn tweede punt, en dat is dat excellentie om veel meer gaat dan alleen om cognitieve prestaties. Er zijn veel excellente mensen die niet cognitief uitblinken, maar als innovator, ondernemer of kunstenaar grootse dingen doen.

Ook in de klas toont excellentie zich niet altijd in negens en tienen. Je daar bewust van zijn als docent, is van groot belang om talent onder je leerlingen te kunnen herkennen en erkennen. De Roosevelt Academy selecteert studenten niet voor niets allereerst op hun motivatie, nieuwsgierigheid en brede interesse. Om vervolgens een context te bieden waarin ze kúnnen excelleren.

Dat brengt me bij mijn laatste punt, en dat is dat excellentie zich ontwikkelt in een context. Zoals Hans Adriaansens, de vorige dean van de Roosevelt Academy ooit zei: “Als je Cruijff en mij in een zwembad gooit, kun je ook niet zien dat hij een betere voetballer is dan ik.”

Een belangrijke factor in de ontwikkeling van uitblinkers blijkt ten eerste de manier te zijn waarop ze zijn opgevoed. Malcolm Gladwell ontdekte dat er een opvoedstijl is die de kansen op excellentie aanmerkelijk vergroot. ‘Concerted cultivation’ noemt hij dit. Dat wil zeggen: veel praten met jongeren over wat ze op school en in het leven willen bereiken, over dingen die in hun omgeving gebeuren, over televisieprogramma’s en wat er in de krant staat.

Deze stijl van opvoeden leidt tot zelfvertrouwen en tot het idee dat je als kind invloed hebt op de omgeving waarin je leeft. Een cruciaal onderdeel van de state of mind die excellentie vereist!

Om excellentie te ontwikkelen hebben jongeren dus allereerst mentoren nodig, die hun gaven zien en ontdekken en hen stimuleren om hun talenten verder te ontwikkelen. Hier ligt een belangrijke opgave voor ouders, én voor docenten: om alertheid op te brengen, ruimte te geven aan originaliteit en inzet te belonen.

Niet alleen ouders, ook onderwijsinstellingen moeten de context creëren waarin het beste uit jongeren naar boven komt. En waarin je kop boven het maaiveld uitsteken wordt gezien en beloond. Vrij naar Plutarchus: “The mind is not a vessel to be filled, but a fire to be ignited.”

Als minister van onderwijs is het mijn doel dat leerlingen van school komen als sociale, zelfstandige en creatieve mensen. Met een kennisbasis die op orde is én met een brede vorming.

Onlangs heeft mijn ministerie onderzoek laten doen naar de schoolloopbaan van leerlingen die met de hoogste Cito score de overstap van het basisonderwijs naar de middelbare school maakten. Bijna een kwart van deze zogenaamde ‘excellente’ leerlingen haalt het eindexamen vwo niet in zes jaar, terwijl ze daar in potentie wel de beste papieren voor in huis hadden.
Ook uit internationaal onderzoek blijkt dat onze allerbeste leerlingen niet altijd zo goed presteren als ze zouden kunnen. De uitkomsten van dit recente onderzoek onderstrepen wat mij betreft dat gerichte aandacht en inzet voor de toptalenten in het onderwijs nodig is en blijft.

Daarom ook mijn steun aan studenten die vragen om meer uitdaging.
Daarom ook programma’s als Sirius, Orion, Eerst de Klas, en de Academische Pabo.
Daarom mijn trots dat we het aantal zeer zwakke scholen zo flink hebben weten terug te brengen - en daarmee de context voor veel leerlingen aan de start van hun onderwijsloopbaan verbeterd hebben.
En daarom mijn aandacht voor betere overgangen tussen onderwijssectoren, bijvoorbeeld door excellente middelbare scholieren alvast extra uitdagingen te bieden op een hogeschool of universiteit.

Docenten zijn natuurlijk cruciaal in deze context. Als leraar bent u begeleider, vormer en ont-dekker van talent tegelijk. Daarom zetten we bij de professionele ontwikkeling van leraren ook zo gericht in op maatwerk leveren in de klas. Want ú kunt als leraar
het verschil maken en uw lessen afstemmen op de verschillende behoeftes en leerstijlen van leerlingen.

Als professional bent u natuurlijk ook zélf gebaat bij een context waarin u wordt uitgedaagd. Want ‘Teaching excellence’ gedijt alleen als er sprake is van ‘organizational excellence’. Als de instelling een gunstige voedingsbodem biedt, waarop talenten van leerlingen én docenten kunnen groeien. Dat betekent dat de professionele ontwikkeling van leraren top of mind moet zijn in de schoolorganisatie én bij schoolleiders en bestuurders. Anders lopen we het risico dat lesgevende talenten worden verstikt. En daarmee de talenten van de generatie daaronder. Daarom investeren we de komende jaren extra in schoolleiders.
Maar deze week is de ambitie om te excelleren klaarwakker!
Na afloop van de summer course van vorig jaar zei een deelnemer: “The secret is being humble as a teacher while constantly trying to become better at facilitating learning.”
Ik ben heel benieuwd naar wat úw ervaringen zullen zijn en ik wens u dan ook een heel inspirerende en leerzame week.

Als laatste meld ik u met trots dat volgend jaar maart de International Summit on Teaching Profession naar Nederland komt. Dit is oorspronkelijk een initiatief van president Obama -  een Harvard alumnus! - en de twintig best presterende landen ter wereld op het gebied van onderwijs zijn erbij. Dus ik zou zeggen: gebruik deze week óók voor het verrijken van de agenda van deze summit met uw ideeën en best practices.

Ik dank u wel.