CFO-day

Toespraak van minister De Jager van Financiën tijdens CFO-day aan boord van de SS Rotterdam.

Ik voel me hier bij de aanvang van deze CFO-day om meerdere redenen als een vis in het water. Al zitten we hier strikt genomen óp het water...
Waarom voel ik me hier thuis?
Om te beginnen: dit is mijn stad.
Ten tweede: deze dag begon met een vertrouwd beeld. Het beeld van een storm. Dat heb ik vorig jaar ook gebruikt om op Prinsjesdag te duiden waarmee we financieel en economisch rekening moeten houden:
met stormachtige tijden.
De derde reden waarom ik me hier thuis voel is dat we toch een beetje ‘onder ons’ zijn. Schatbewaarders onder elkaar. Misschien dobbert er verderop nog een boot met CEO’s en Mark Rutte rond. Maar de echte belangrijke zaken regelen we hier...

U verkent vandaag hoe u de storm kunt bedwingen en koers kunt zetten naar nieuwe verten. Het is me een genoegen om de boot hier af te duwen.

Als CFO van de Nederlandse staat houd ik me voortdurend bezig met de financiële positie van ons land. U en ik; we hebben in feite allemaal dezelfde opdracht. We bewaken de financiën. U doet dat voor uw bedrijf, ik moet het doen voor de BV Nederland. Of om in de scheepvaartsfeer te blijven: het schip van Staat.
Maar wat is onze rol in een sterk veranderende wereld?
In een wereld waarin economische groei de komende decennia minder vanzelfsprekend is dan die vele jaren is geweest? Een wereld waarin dichtbij huis dag in dag uit de financiële onrust  kopzorgen veroorzaakt?

Juist nu, onder deze moeilijke omstandigheden komt het erop aan een vaste koers te houden. Een koers met focus op financiële stabiliteit.
Dat is voor een minister van Financiën het hoogste goed. En dat geldt natuurlijk ook voor u.

Een vaste koers dus, niet te verwarren met starheid. Dat is een misverstand. In een wereld die sterk in beweging is, moet je juist flexibel zijn om je vaste koers te houden. In een storm kan je niet op de automatische piloot varen. Geloof in uw eigen kracht!

Mijn koers als minister van Financiën is helder: ik zet me in voor gezonde overheidsfinanciën, een financieel gezond Europa en een goed functionerende financiële sector. Dat was mijn uitgangspunt bij aanvang en dat is het nog steeds. Ik wil deze gelegenheid graag gebruiken om die onderwerpen, waar heel veel van mijn aandacht naartoe gaat, aan te stippen. Het gaat daarbij steeds om de stabiele financiële basis die nodig is voor economische groei en vertrouwen in de toekomst.

Gezonde overheidsfinanciën zou je kunnen vergelijken met een stevig, goed onderhouden schip waarmee je veilig kunt uitvaren. We kunnen niet zonder. Het is een randvoorwaarde voor economische groei en behoud van goede voorzieningen.
Om ook in de toekomst publieke voorzieningen te kunnen blijven betalen en het vertrouwen van private investeerders te houden, moeten we het huishoudboekje van Nederland op orde brengen. Daarom heeft dit kabinet bij aanvang afspraken gemaakt voor een besparingspakket van jaarlijks 18 miljard euro. Daarmee zouden we het gat dat in de begroting was geslagen, grotendeels wegwerken.  Het zat echter niet mee.
In de tweede helft van 2011 viel de Nederlandse economie terug in een recessie. Daarmee liepen ook de inkomsten van de Staat terug.
We moeten voor dit jaar uitgaan van een EMU-tekort van meer dan vier procent van het Bruto Binnenlands Product en een overheidsschuld van rond de zeventig procent. De noodzaak van extra maatregelen is daarmee duidelijk. Zonder aanvullende budgettaire maatregelen, zouden we uit koers raken en dreigden de overheidsfinanciën opnieuw te ontsporen. En dat vertaalt zich ook in de rente die de overheid jaarlijks over de schuld betaalt. De rente liep na het klappen van de Catshuis-onderhandelingen in eerste instantie op.

U weet als geen ander: geen enkele organisatie kan meer blijven uitgeven dan er binnenkomt, zonder in de problemen te komen.
Dat geldt ook voor de Nederlandse Staat. 

Het is uniek wat er vervolgens is gebeurd. Vijf partijen hebben na de val van het kabinet de handen ineen geslagen om de rekening niet door te schuiven. Dat is nooit eerder vertoond in de parlementaire geschiedenis.
Het pakket maatregelen dat eind vorige maand in het parlement is gepresenteerd, dringt het tekort in 2013 terug tot 3 procent dankzij 12 miljard aan tekortreducerende maatregelen..
Het is een ingrijpend pakket waar iedereen wat van gaat merken.
Maar de gevolgen van niets doen zouden op termijn nog veel groter zijn.

Met het begrotingsakkoord is 2013 niet langer een verloren jaar en koersen we op een financieel gezonde toekomst van Nederland.
Het pakket bevat niet alleen bezuinigingen om het huishoudboekje weer op orde te krijgen, maar ook hervormingen die de economie versterken. Hervormingen waar soms al decennia over is gesproken. En ik ben heel tevreden dat het ons is gelukt om zelfs onder heel moeilijke omstandigheden de gedegen reputatie van Nederland als financieel betrouwbaar land te bevestigen.

Maar daarmee zijn we er nog niet. Want Nederland met z’n open economie is voor een groot deel afhankelijk van de ontwikkelingen in Europa. Daarom heb ik me namens Nederland ook steeds ingezet voor een financieel gezond Europa en een stabiele euro. De bestrijding van de Europese schuldencrisis krijgt veel aandacht. Maar we werken ook hard aan een stabiel Europees financieel beleid dat uitzicht biedt op langdurige economische groei.

Mijn inzet kent drie pijlers:
- Ten eerste heeft Nederland voorop gelopen met z’n pleidooi voor strikte handhaving van de Europese begrotingsregels
en onafhankelijk toezicht daarbij. Dat heeft in Europa steun gekregen. Ik ben ervan overtuigd dat dit de enige manier is
om op de langere termijn de stabiliteit in de eurozone
te waarborgen. 
- Ten tweede moeten alle landen hun overheidsfinanciën op orde brengen en houden en hun economie waar nodig hervormen.
Dat is in hun eigen belang, het belang van hun burgers en het is in het gezamenlijk belang in de eurozone. Het kost veel tijd om alle financiële problemen te overwinnen want in een aantal landen zijn de problemen veel groter dan in Nederland, maar toch valt er een kentering te bespeuren. In verschillende landen nemen regeringen net als in Nederland ferme maatregelen. De heersende norm is dat het huishoudboekje op orde moet komen.
- Ten derde hebben de leiders van de eurolanden de middelen vergroot om de acute crisis te bestrijden. De Tweede Kamer heeft ingestemd met het permanente noodfonds ESM. Het is jammer dat er veel misverstanden over bestaan. De mythe van de ‘blanco cheque’ bijvoorbeeld. Nederland staat in het nieuwe noodfonds garant voor maximaal 40 miljard euro en stort eenmalig 4,6 miljard euro in de kas van het ESM. Alles daarboven vergt een nieuwe ronde van instemming. En ik hoef u natuurlijk niet uit te leggen dat het vertrouwen dat we met het ESM winnen op de financiële markten veel meer waard is dan onze bijdrage aan het noodfonds.

Zowel de aanpak van de Europese schuldencrisis als het Nederlandse huishoudboekje krijgen veel aandacht van de media. De veranderingen voor de financiële sector voltrekken zich veel meer in de luwte.
Toch zijn die van even groot belang. De kredietcrisis van 2008 heeft duidelijk gemaakt dat de financiële sector zwakke plekken vertoonde en zeker niet tegen elke storm is opgewassen. Er zijn te grote risico’s genomen, er waren te weinig buffers en het toezicht schoot te tekort.
En we hebben gezien welke gevolgen dat heeft gehad voor de financiële stabiliteit en de economische ontwikkeling. 

Voor onze economie zijn solide banken van groot belang. Daarom heb ik er alles aan gedaan om banken crisisbestendiger te maken, het toezicht te versterken, de consument  beter te beschermen en excessieve beloningen aan te pakken, om zo het vertrouwen te helpen herstellen.
In totaal ligt er een hervormingspakket van meer dan 40 maatregelen.

Zo kan de minister van Financiën bijvoorbeeld straks snel ingrijpen als een bank of verzekeraar in ernstige problemen komt, met een zo beperkt mogelijke aanslag op de schatkist. Ik noem verder het bonusverbod voor instellingen met staatssteun, de regels voor transparante hypotheken, een verplichte bankierseed, toezicht op beursspeculanten en een provisieverbod, waardoor intermediairs geen prikkel krijgen om de klant het duurste product te verkopen, maar het beste product.

Toch zijn al die wetten en maatregelen die dit soort zaken regelen niet meer dan randvoorwaarden. De financiële sector moet zelf laten zien dat er een andere tijd is aangebroken, een tijd waarin het belang van de klant centraal staat. Transparante financiële producten en dienstverlening, beter bestuur en risicobeheersing zijn daarbij allemaal noodzakelijk. 

Dames en heren,
Ik wil u tot slot voor vandaag nog één ding meegeven. U weet net als ik dat het bij geld uiteindelijk maar om één ding gaat:
om vertrouwen. Ook uw bedrijf redt het niet zonder het vertrouwen van de klant en van de investeerder. Financiële stabiliteit is cruciaal voor vertrouwen. Dat geldt in Europa, dat geldt voor de euro, dat geldt voor het land en het geldt voor het bedrijfsleven. Ons systeem loopt vast zonder het vertrouwen van de financiële markten, het onderling vertrouwen van de lidstaten en het vertrouwen van investeerders, producenten en consumenten in de toekomst.

Vertrouwen is een kwetsbare zaak; je wint het langzaam en verliest het snel. Het komt te voet en gaat te paard, luidt het gezegde. Dat maakt ons werk gevoelig. U en ik, we zullen het elke dag opnieuw weer moeten verdienen. Door vast te houden aan onze rechte koers en ons flexibel aan de veranderde omstandigheden aan te passen. 

Dank voor uw aandacht en: recht zo die gaat!