Toespraak minister Spies tijdens Metropoolregiodag

Ik heb het zelf nooit gezien maar men zegt dat in de Rotterdamse kledingwinkels de overhemden klaar liggen met de mouwen al opgestroopt. Die voortvarendheid is besmettelijk. Ik zie het ook bij u in de hele metropoolregio Rotterdam Den Haag. Al voordat mijn voorganger een brief naar de Kamer stuurde waarin het kabinet haar visie op het bestuur en de bestuurlijke inrichting toelichtte waren bij u de jasjes al uitgetrokken om aan de slag te gaan.

Want, wat wil ik eigenlijk? Dat was eigenlijk de vraag die de heren Aboutaleb en Van Aartsen mij stelden toen ze mij hier uitnodigden om u kort toe te spreken. Ik zou kunnen beginnen met de geijkte psychiatertruc van de wedervraag: wat zou u zelf willen? Dit lijkt flauwer dan het is, want de visie van het Kabinet op het bestuur en de inrichting daarvan, gaat er van uit dat de verantwoordelijkheid voor het bestuur zo veel mogelijk terug moet naar de gemeenten en de provincies; naar de overheden die weten wat de lokale problemen zijn en welke oplossingen daarvoor passen.

We hebben daarom ook in eerste instantie de regio’s gevraagd om voorstellen te doen over samenwerking. Daarbij benadrukten wij het belang uit te gaan van de opgaven waar de regio zich voor geplaats ziet en niet vanuit structuren.

Waar het echt om gaat is het versterken van de internationale concurrentiepositie. Het gaat om de samenhang van de Rotterdamse Mainport, de Delftse kennisclusters, Den Haag Legal Capital en de greenports. “ it’s the economy, stupid!” zei Bill Clinton, nu al weer 20 jaar geleden. Het zijn eigenlijk de onderwerpen van uw overkoepelende economische agenda Zuidvleugel. En – om er op vooruit te lopen – ook de kern van uw Metropoolplannen. U kiest voor het benutten en investeren in kennis en innovatie. En voor een goed functionerende regio is natuurlijk vervoer essentieel, zo goed als ruimtelijke ordening huisvesting en groen.

Dat komt vanuit u. Maar het kabinet wilde ook zelf een aantal knopen door hakken. Want dát er samengewerkt moet worden staat vast. We kunnen het in deze tijden nu eenmaal niet veroorloven om eindeloze discussies te voeren. We moeten aan de slag. Uitgaand van een compacte overheid en zo min mogelijk bestuurlijke drukte zien wij naast het Rijk – en Europa, maar die laag slaan we hier even over - niet meer dan twee bestuurslagen: de gemeenten en de provincie. De bestaande WGR+ regio’s zullen daarom aan het eind van dit jaar verdwijnen. Het betekent ook dat de deelgemeenten verdwijnen, maar dat is weer een heel ander chapiter. Dat we van tussenlagen af willen betekent misschien wel een extra impuls voor samenwerking tussen gemeenten en provincies. Juist hier in de Randstad is het zo klaar als een klontje dat er van alles gezamenlijk geregeld moet worden. Maar de vorm waarin we samenwerken, moet wel van onderop tot stand komen en kan wellicht ook van onderwerp tot onderwerp verschillen.

In Nederland neemt de Randstad – zonder enige andere regio tekort te doen - een unieke positie in. Grote nationale economische belangen die de concurrentiepositie van Nederland bepalen. Dat legitimeert ook de betrokkenheid van de rijksoverheid. In de Randstad is goed lopend en gecoördineerd verkeer en vervoer van levensbelang.

We hebben er goed over nagedacht voor we de knoop doorhakten en besloten twee vervoersregio’s in te stellen in de Randstad. Een in de Noordvleugel, een in de Zuidvleugel omdat er sprake is van twee aparte clusters met ieder een eigen dynamiek. De vervoersregio zal rechtstreeks door het Rijk worden gefinancierd en de Brede Doel Uitkeringen ontvangen. De OV-concessie-bevoegdheid komt ook bij de vervoersregio.

Maar u was ons alweer voor. Ik noemde al de “Economische Agenda Zuidvleugel 201202015” en die agenda veronderstelt eigenlijk al een verbetering van de bestuurlijke samenwerking. En het plan “Vernieuwd besturen, de Metropoolregio Rotterdam Den Haag” waarin u aangeeft te willen samenwerken op gebieden als verkeer en vervoer, regionale economie, onderwijs en arbeidsmarkt en allerlei voorzieningen, is in feite uw antwoord op de toen nog niet door het rijk gestelde vraag om te komen tot een brede samenwerking op basis van een gemeenschappelijke regeling.

Als bestuurders en politici van de stadsregio Haaglanden en Rotterdam en de provincie Zuid-Holland heeft u de opdracht te zorgen voor een samenhangend regionaal openbaar vervoer en een efficiënte uitvoering van de verkeers- en vervoerstaken in uw regio. U bent wat dat betreft al bezig. U ziet dat in de Metropoolregio de focus moet liggen op de bereikbaarheid binnen één stedelijk systeem. Ik ga daar graag in mee.

Ook op andere vlakken zie ik uw plannen om de regionale samenwerking te bevorderen. Er worden partijen bijeengebracht en er wordt gekeken naar kansrijke ontwikkelingen op allerlei gebieden - zoals op het terrein van onderwijs en arbeidsmarkt. En dat is goed, want de economische potentie van de Randstad moét vergroot. Ten aanzien van het vervoer heeft de provincie overigens – net als voor het wonen en de jeugdzorg - nog de taak om de niet aan de regio deelnemende gemeenten te vertegenwoordigen.

Vandaag is het de dag waarop formeel de eerste stap wordt gezet naar de totstandkoming van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Alle 24 gemeenten worden nu ingelicht over wat er kan gaan gebeuren. Alle 24 gemeenten krijgen de gelegenheid hun zienswijze te ontwikkelen en na de zomer kunnen alle gemeenteraden zich beraden op hun besluit. Ook de provincie moet zich beraden. Zodat voor 1 januari 2013 de alternatieven er staan. U bent dus op tijd.

Ik geloof dat er draagvlak en betrokkenheid is en ik heb er ook vertrouwen in dat verschillen van inzicht over wie waar over gaat – het gekissebis, zal ik maar zeggen – verleden tijd zullen zijn.

Misschien mag ik me een paar adviezen permitteren. Het eerste is dat we af moeten van het gevoel dat, als we wat regelen, het allemaal op de zelfde maat of wijze moet. Differentiatie kan en mag. Ook hier hoeft niet alles op de schaal van de hele metropoolregio. Komt iets anders u beter uit, kies voor die weg. Ook raad ik u aan om tegelijkertijd ambitieus én omzichtig te zijn. Uw ambities zijn de motor van de vooruitgang; dat wat u drijft om naar veel verder te kijken, daarmee bereikt u ook echt wat. Maar omzichtigheid kan uw veiligheidsgordel zijn. Een ambitieuze verandering als de uwe vraagt veel van anderen.

Te grote schokken bij het draagvlak duwen de bestuurder terug in zijn stoel; een enkele overstekende fietser kan de vaart er helemaal uit halen. Daarom wijs ik op de voor de hand liggende scepsis van de kleinere gemeenten in het gebied. Ook zij moeten het gevoel hebben dat hun belangen worden gediend. Het instrumentarium van de Wgr kan daarin overigens behulpzaam zijn. Ik bereid een wijziging voor waarin gemeenteraden meer mogelijkheden krijgen om hun bestuurders in de regio te controleren en waarin de positie van het algemeen bestuur wordt versterkt. Vanaf vandaag is het wetsvoorstel via www.internetconsultatie.nl opengesteld voor commentaar!

Mijn derde advies sluit weer aan op uw ambitieuze instelling: kijk ook buiten uw directe regio en buiten de Zuidvleugel. Het hele Rijn-Scheldedeltagebied lijkt uw natuurlijke partner. Een gebied met enorme potentie en veel gedeelde belangen. Als ik naar uw buren wijs doe ik dat niet uit bestuurlijk oogpunt, maar omdat hier allemaal ondernemers actief zijn in bovenregionale netwerken en die ondernemers willen steun van de overheid voor hun wensen. Ik mag het niet zeggen maar een dienstbare overheid moet zo nu en dan een beetje lak hebben aan de regels en vooral kijken naar wat nodig is en werkt.

Dames en heren, worden we een beetje verblind door megalomane dromen? Nee, helemaal niet. Een moderne, complexe maatschappij vraagt verbanden die werken en ruimte geven voor verbetering. Zolang we maar weten dat de man met de opgestroopte mouwen, een scholier of een Haagse dame in mantelpak, het een zorg zal zijn of zij in een supermetropool wonen. Zij willen dat de tram op tijd rijdt en dat zij ook ’s avonds weer veilig thuis komen. En dat is uiteindelijk onze taak als bestuurders.