Zero tolerance bij agressie tegen overheidspersoneel

Bij agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak moet altijd een ‘zero-tolerance’ norm gelden. De dader moet de gevolgen van zijn agressieve gedrag ondervinden en de aangerichte schade vergoeden. Dat schrijven minister Spies van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en minister Opstelten van Veiligheid en Justitie aan de Tweede Kamer.

De aanleiding om het programma Veilige Publieke Taak aan te scherpen is het aantal ontoelaatbare incidenten tijdens de jaarwisseling. Ook de voortdurende agressie tegen politiemensen en de impact van de incidenten op zowel slachtoffers als samenleving spelen een rol.

In 2008 is als landelijke norm vastgesteld dat agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak niet  wordt geaccepteerd. Uit onderzoek van het ministerie van BZK blijkt echter, dat deze norm in de beleving van de werknemers onvoldoende wordt nageleefd. Daarom wordt de norm nogmaals onder de aandacht van de werkgevers gebracht, met het verzoek duidelijk te maken welk gedrag niet wordt getolereerd. Zo wordt ook duidelijk in welke gevallen aangifte kan worden gedaan. Het recente actieplan Veilig Werken in de Zorg is een goed voorbeeld van de manier waarop de aanpak van agressie en geweld wordt geïntensiveerd.  

Extra aandacht gaat uit naar het verhalen van schade op de dader. De mate waarin werkgevers schade op de dader verhalen loopt fors uiteen. De werkgevers worden de komende periode nogmaals aangesproken op hun verantwoordelijkheid hiervoor. Immers, daar waar de werkgever de schade niet verhaalt, moet de schade worden hersteld met gemeenschapsgeld.