Symposium 'Verbouw of nieuwbouw' Hoe slachtofferrechten meer recht aan slachtoffers kunnen doen

Toespraak van staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie bij de opening van het symposium 'Verbouw of nieuwbouw' Hoe slachtofferrechten meer recht aan slachtoffers kunnen doen, op 22 februari in Den Haag.

Dames en heren,

Goed u allen hier te zien, op deze Europese Dag van het Slachtoffer. Een prima initiatief van Slachtofferhulp Nederland om u ter gelegenheid van deze dag bijeen te roepen voor een symposium over de rechten van het slachtoffer. Dat symposium heeft als prikkelende titel meegekregen: “Verbouw of nieuwbouw?”

Verbouw of nieuwbouw…? Zo om me heenkijkend, zou ik zeggen: ook een slimme hybride kan een fraai en goed werkbaar resultaat opleveren!

Verbouw of nieuwbouw…? Slachtofferhulp Nederland stelt deze vraag met betrekking tot het strafrechtsysteem – met name waar het gaat om de positie van slachtoffers in het strafproces. Ik constateer dat we inmiddels al midden in een omvangrijke verbouwingsoperatie zitten van het “Slachtofferhuis” – om maar bij deze zelfde beeldspraak te blijven.

Met de Wet versterking positie slachtoffers, die nu iets meer dan een jaar van kracht is, heeft het slachtoffer nu voor het eerst een wettelijke plaats gekregen in het strafproces. Essentiële rechten van slachtoffers zijn nu in de wet verankerd. Denk maar aan het recht op informatie en correcte bejegening. Ook zijn de mogelijkheden verruimd voor schadeverhaal via het strafproces en is er een voorschotregeling ingevoerd. Ketenpartners hebben hard gewerkt en er is de afgelopen periode veel bereikt.

Daarmee kun je zeggen dat de fundamenten van het te verbouwen en uit te breiden Slachtofferhuis nu zijn gelegd en het casco fier overeind staat. Maar het huis is zeker nog niet klaar. Om dat doel te bereiken, zullen we met z’n allen nog flink de armen uit de mouwen moeten steken. Ik zeg nadrukkelijk met z’n allen, omdat dit voor een belangrijk deel ook neerkomt op de uitvoering. Immers: de slachtofferrechten kunnen op papier nog zo mooi zijn geregeld, we doen pas écht recht aan slachtoffers, als die rechten ook in de praktijk worden waargemaakt.

En daar zit, mijns inziens, nog wel ruimte voor verbetering. Niet vanwege onwil, of onkunde - daar ben ik van overtuigd – maar “gewoon”, omdat het nu eenmaal wat tijd vergt voordat iedereen die nieuwe wet - en de handelingen en verplichtingen die daaruit voortvloeien – zich in de praktijk goed eigen heeft gemaakt. Daarbij gaat het – bijvoorbeeld – niet alleen om het sturen van de juiste brief op het juiste moment, ondersteund door adequate werkprocessen en automatisering. Het gaat er ook om dat iedereen in de keten, bij elke stap die hij of zij zet, zich altijd óók goed rekenschap geeft van het slachtoffer – naast de van oudsher gevoelde verantwoordelijkheid voor de verdachte en veroordeelde.

Aan mr. Richard Korver, advocaat en voorzitter van het Landelijk Advocaten Netwerk Zeden Slachtoffers (LANZS), heb ik gevraagd een lijst op te stellen van situaties uit de dagelijkse praktijk, waarin de uitvoering van de wet nog niet goed uit de verf komt. Over deze gevallen zal hij hier vanmiddag spreken. Ik kan u nu reeds melden dat ik deze lijst zeer ter harte neem. Voor zover sprake was van missers worden betrokkenen hierop aangesproken en de uitvoering wordt verder verbeterd.

Een belangrijk onderwerp waarbij ik mogelijkheden zie voor verbetering van de uitvoering, is de informatievoorziening aan slachtoffers. Die staat en valt met een betere afstemming tussen de betrokken ketenpartners. Daar gaan we dan ook keihard aan werken.

Om de dienstverlening aan het slachtoffer te verbeteren, hebben we een landelijk dekkend netwerk van slachtofferloketten opgezet. Dat netwerk is er nu: slachtoffers kunnen in hun eigen regio terecht voor dienstverlening en informatie rond het strafproces en de uitvoering van de straf. Dat is uiteraard mooi, maar ook hier blijkt in de praktijk nog de nodige finetuning mogelijk: we zullen dit alles meenemen in de doorontwikkeling van de loketten.

Als een rode draad door alle mogelijke verbeteringen in de praktijk van de slachtofferzorg, loopt de noodzaak van een actievere samenwerking. Alle betrokken ketenpartners moeten nauw met elkaar samenwerken en hun processen goed op elkaar afstemmen. Wat ik zelf daarbij een mooi en inspirerend voorbeeld vind, is het project ZSM: een werkwijze waarbij politie en OM zaken die betrekking hebben op veelvoorkomende criminaliteit snel, slagvaardig en zorgvuldig afdoen. De belangen van de slachtoffers vormen bij deze wijze van afdoening een cruciaal onderdeel; de betrokken ketenpartners spreken elkaar daar ook op aan. Dat juich ik ten zeerste toe! Te méér, omdat een snelle afdoening zeker ook in het belang van de slachtoffers kan zijn. Een snelle afdoening mag echter niet ten koste gaan van de zorgvuldigheid en de mogelijkheden van slachtoffers om hun schade te verhalen. In twee van de ZSM pilots speelt Slachtofferhulp Nederland een rol om ervoor te zorgen dat belangen van slachtoffers worden meegewogen. Ik vind dat een dergelijke waarborg ook bij de landelijke invoering van de ZSM werkwijze moet worden meegenomen.

Dames en heren, net als bij deze voormalige sigarettenfabriek, gaat het bij het “Slachtofferhuis” niet alleen om verbouwing en een nette afwerking, maar deels ook om vernieuwing. Nieuwe regelgeving, waarmee we de positie van slachtoffers verder gaan versterken. Enkele wetsvoorstellen daartoe zijn inmiddels klaar voor behandeling in de Tweede Kamer:

Zo is daar het Wetsvoorstel conservatoir beslag, dat het OM de mogelijkheid biedt om al in een vroeg stadium van het strafproces beslag te leggen op geld en goederen van de verdachte. Daarmee voorkomen we dat de verdachte zijn vermogen buiten bereik van justitie kan brengen, zodat er tegen de tijd dat de rechter hem of haar een schadevergoeding oplegt, niks meer over is. De schadevergoeding aan het slachtoffer wordt straks rechtstreeks uit dat beslag betaald. Het wetsvoorstel ligt nu bij de Raad van State.

Een ander wetsvoorstel regelt de uitbreiding van het spreekrecht voor slachtoffers. Slachtoffers die fysiek of geestelijk niet in staat zijn om in de rechtszaal het woord te voeren - zoals jonge kinderen - kunnen zich straks laten vertegenwoordigen door een ander. Is het slachtoffer overleden, dan krijgen meerdere nabestaanden de mogelijkheid om op de zitting te spreken. Ik heb dit wetsvoorstel inmiddels ingediend bij de Tweede Kamer.

Deze wetsvoorstellen dragen stuk voor stuk bij tot – opnieuw - waardevolle verbeteringen in het slachtofferbeleid. Maar ook daarmee is ons bouwwerk nog niet af. Om het ook voor de verdere toekomst geschikt te maken, kijken we alweer verder vooruit: op dit moment ben ik bezig om, samen met de ketenpartners, een Strategische Agenda Slachtofferbeleid op te stellen. Waar denk ik zoal aan?

Ten eerste wil ik dat het proces van schadeverhaal opnieuw wordt ingericht vanuit de positie van het slachtoffer. Op dit moment zijn de procedures voor schadeverhaal erg ingewikkeld. Tal van instanties zijn met de schade bezig en het geheel is voor slachtoffers lastig te doorgronden. Ik wil het voor slachtoffers veel simpeler maken om hun schade vergoed te krijgen. Het slachtoffer moet één aanspreekpunt krijgen voor het regelen van de schade. Dat aanspreekpunt onderhoudt contact met al die verschillende instanties en zorgt ervoor dat een slachtoffer zijn schade snel krijgt vergoed en de schade wordt verhaald bij de dader. Ook vind ik dat het slachtoffer snel, zo mogelijk al binnen één dag, moet weten waar hij aan toe is en wat hij kan verwachten van de procedure. Hoe lang gaat die ongeveer duren? Is het een kwestie van een paar dagen, van weken of misschien zelfs maanden? Dat soort dingen. Samen met de ketenpartners ga ik de komende maanden kijken hoe we een en ander het beste concreet vorm kunnen geven.

Ook kijken we hoe we de positie van het slachtoffer in de fase van tenuitvoerlegging kunnen verbeteren. Hoe kunnen we de belangen van slachtoffers ook daar beter laten meewegen? Bijvoorbeeld bij beslissingen omtrent verlof, voorwaardelijke invrijheidstelling en bij advies en toezicht door de reclassering.

Plus: we blijven investeren in die belangrijke cultuuromslag, die nodig is bij alle partners in de strafrechtketen. Voor alle collega’s bij de politie, het OM, de rechtbank, de reclassering, de raad voor de kinderbescherming en de justitiële inrichtingen moet het vanzelfsprekend worden dat ze zich bij alles wat ze doen óók afvragen: “Wat betekent dit voor het slachtoffer?”. Dat is een ambitieus en lastig traject, dat méér vergt dan het omzetten van een knop tussen de oren. Maar áls het lukt, is er opnieuw heel veel gewonnen en komen slachtoffer en nabestaanden hopelijk niet meer voor onaangename verrassingen te staan.

Nog vóór de zomer zal ik een beleidsbrief slachtofferzorg naar de Tweede Kamer sturen.

En niet alleen in Nederland werken we hard aan het verbeteren van de positie van het slachtoffer. U weet, het is vandaag de Europese Dag van het Slachtoffer: ook in EU-verband is er veel aandacht voor slachtoffers. Bijvoorbeeld het voorstel voor een richtlijn, die minimumnormen bevat voor de rechten van slachtoffers. De afgelopen maanden heb ik mij zelf ook sterk gemaakt voor de verbetering van de positie van slachtoffers in Europees verband. Bijvoorbeeld van mensen die slachtoffer worden van een misdrijf in een andere dan hun eigen lidstaat, waarvan ze de taal niet spreken. Een eerste en belangrijke stap is dat een slachtoffer in een voor hem begrijpelijke taal aangifte kan doen. Daar werken we op dit moment dan ook aan. Ook de informatieverstrekking in grensoverschrijdende zaken vraagt nog veel aandacht.

U hoort het, dames en heren, de contouren van het vernieuwde Slachtofferhuis worden hoe langer hoe beter zichtbaar en de plannen voor verdere vernieuwing en uitbreiding liggen al op de tekentafel. U gaat vanmiddag een boeiend symposium tegemoet, op deze Europese Dag van het Slachtoffer. Ik ben zeer benieuwd naar de discussies - én uiteraard naar de uitkomsten. Voor de invulling van de genoemde en andere onderwerpen voor de Strategische Agenda, acht ik de gedachtenvorming die hier zo meteen gaat plaatsvinden heel waardevol. De resultaten zal ik dan ook zeker meenemen bij de verdere uitwerking van de plannen. Op die manier krijgt deze Europese Dag van het Slachtoffer extra glans: de dag waarop een belangrijke en bruikbare bijdrage wordt geleverd aan een verdere verbetering van de positie van het slachtoffer!