Toespraak congres Immaterieel Erfgoed

Dinsdagavond 15 februari sprak staatssecretaris Zijlstra het congres Immaterieel Erfgoed in Deurne toe. Deze bijeenkomst markeerde ook de start van het Jaar van het Immaterieel Erfgoed. 

•    Het is mij een grote eer om hier vanavond het internationaal congres Immaterieel Erfgoed te mogen openen. U gaat twee inspirerende en leerzame dagen tegemoet. Daarna zouden alle congresgangers eigenlijk nóg een paar dagen moeten blijven. Want vanaf aanstaande zaterdag barst hier in Deurne het carnavalsfeest los: dan zwaait Prins Twan de Tweede de scepter over zijn Peelstrekelrijk. Een groot feest, door het volk, van het volk en voor het volk. En daarmee een goed voorbeeld van immaterieel erfgoed, het onderwerp van dit congres.

•    Carnaval in Deurne is een traditie die al tientallen jaren bestaat, en die ook aan volgende generaties wordt doorgegeven. Net als een heleboel andere carnavalsfeesten in Nederland zou dit feest dan ook in aanmerking kunnen komen voor plaatsing op de nationale inventaris voor beschermd immaterieel erfgoed. Net als het Sinterklaasfeest, Bovenstem zingen in Genemuiden, het Bloemencorso van Zundert, het Oud Limburgs Schuttersfeest, Fierljeppen in Friesland, maar ook eigentijdse tradities die vooral jongeren aanspreken, zoals de festivalcultuur van Lowlands. Het wordt vast en zeker een bonte lijst. Die is er nog niet, maar komt er wel. En daar gaan we het de komende dagen onder meer over hebben.

•    Dit jaar gaat Nederland – net als pakweg 140 andere landen die ons zijn voorgegaan - het Unesco-verdrag over het behoud van immaterieel erfgoed ondertekenen. Daarom heeft het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed dat samen met het Fonds voor Cultuurparticipatie dit congres organiseert, 2012 uitgeroepen tot het Jaar van het Immaterieel Erfgoed. En ook dat wordt vanavond geopend.

•    Deze conferentie markeert in feite de aftrap van ons immaterieel erfgoedbeleid. We zijn nu bezig met de laatste loodjes van het ratificatieproces. We zijn dan ook heel blij en vereerd met de komst van mevrouw Cecile Duvelle. Bienvenue! Welcome! As Chief of the Unesco Intangible Cultural Heritage section in Paris, no doubt you can give us some practical advice and valuable tips. Your presence here today underscores the importance we attach to the ratification of the convention.

•    Dit verdrag heeft vooral een symbolische betekenis. Plaatsing op de nationale inventaris voor immaterieel erfgoed levert geen subsidie op waarmee het erfgoed kan worden onderhouden. Dat is ook onmogelijk, want anders dan tastbare monumenten kun je tradities en rituelen niet in de steigers zetten en renoveren. Maar zo’n verdrag verplicht ons om een inventarisatie te maken en na te denken over dit onderwerp, en maakt het immaterieel erfgoed beter zichtbaar. Het brengt een bewustzijn op gang, het besef hoe belangrijk immaterieel erfgoed is.

•    Rituelen en gebruiken laten zien wie we zijn, en geven ons een herkenbare identiteit als een spiegel van de samenleving. Volksfeesten verbroederen en verbinden, en bewijzen bijvoorbeeld dat de nuchtere Friezen met hun Elfstedentocht qua uitbundigheid niet onderdoen voor de bourgondische Limburgers met hun carnaval. Twee festijnen met een regionale oorsprong, die een nationale omvang hebben gekregen en mensen van de meest uiteenlopende rangen en standen samenbrengen. Misschien kun je in de optelsom van die massale volksfeesten een belangrijk stukje van de Nederlandse identiteit vinden: het grote verlangen om op de juiste momenten samen het dak eraf te feesten!

•    We willen deze tradities veilig stellen. Niet door er een muur omheen te metselen of er een stolp overheen te zetten, maar door de voorwaarden te scheppen om deze gebruiken levend en dynamisch te houden. En dat begint met een bewustwordingsproces, door mensen te laten inzien hoe belangrijk dit is. Erkenning van tradities kan ook helpen om belemmeringen weg te nemen. Een burgemeester zal waarschijnlijk eerder vergunningen afgeven om de troshoop van Sint Maarten te ontsteken als die onderdeel is van een traditie, die op de nationale inventaris van het immaterieel erfgoed staat.

•    Het is geen wonder dat juist in deze tijd van globalisering de belangstelling voor immaterieel erfgoed groeit. Want hoe internationaler ons denken en handelen wordt, hoe groter de rol van regionaal en lokaal erfgoed om onze identiteit te versterken. Immaterieel erfgoed kan daarbij rekenen op een groot draagvlak in de samenleving, want dit is iets van de mensen zelf. Het proces van erkenning begint dan ook onderop.

•    Volkscultuur – een begrip dat gedeeltelijk samenvalt met immaterieel erfgoed – staat in het Regeerakkoord in één adem genoemd met amateurkunst. En met dit verdrag wil dit kabinet een stevige impuls geven aan het beleid. Eind vorig jaar heeft de Rijksministerraad besloten de goedkeuringswet voor de ratificatie van het immaterieel erfgoedverdrag in procedure te brengen, en vorige week heeft de Raad van State vastgesteld dat er geen inhoudelijke vragen zijn en dat het verder kan naar de Tweede en Eerste Kamer; en naar de parlementen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten, want we ratificeren voor het hele Koninkrijk. Dit heeft zijn tijd nodig, maar dan ligt het ook goed verankerd.

•    Omdat zoals gezegd het hele Koninkrijk meedoet, zullen de Caribische eilanden met hun bijzondere rituelen en feesten voor een karakteristieke, waardevolle inbreng zorgen. Ik ben blij dat ook hun vertegenwoordigers hier aanwezig zijn. De komende dagen gaan we in overleg hoe het verdrag bij u kan worden geïmplementeerd, we zijn benieuwd naar uw ideeën hierover.

•    Omdat we veel waarde hechten aan het Unesco-verdrag, zijn we tijdens het ratificatieproces alvast gestart met de implementatie. Het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed is in samenwerking met het Meertens Instituut, het Nederlands Openluchtmuseum en het Fonds voor Cultuurparticipatie begonnen met het uitwerken van een plan van aanpak om een nationale inventarisatie van ons immaterieel erfgoed te maken. Daarvoor is het van belang dat erfgoedgemeenschappen hun eigen dossier kunnen aanmelden voor plaatsing op de nationale lijst. Compleet met een plan hoe dit erfgoed aan volgende generaties kan worden doorgegeven.

•    Sommige groepen hebben al de ambitie uitgesproken om ook op de internationale lijst te komen. Op termijn wil ik internationaal nomineren, maar eerst moet daarvoor een procedure worden ontwikkeld. En ik blijf op afstand van de nationale inventarisatie: dat is een zaak van, voor en door de erfgoedgemeenschappen; dat wil zeggen van, voor en door de mensen die het immaterieel erfgoed koesteren en door willen geven.

•    Dames en heren, ik ga afronden door de conferentie en het Jaar van het Immaterieel Erfgoed van start te laten gaan. Laten we maar snel beginnen, zodat we klaar zijn als Prins Twan de Tweede hier in Deurne de macht overneemt. Ik wens u leerzame en inspirerende dagen, en voor straks een prachtig Immaterieel Erfgoed Jaar. Ik dank u wel.