Eerste muntslag van ’10 jaar chartale euro’

Toespraak van minister De Jager bij de eerste muntslag van de herdenkingsmunt ’10 jaar chartale euro’ in Maastricht.

Geachte gouverneur, burgemeester, dames en heren,

Binnen de Europese Unie zijn er zeventien landen die de euro als munt hebben. Dat is, zeker historisch gezien een grote bijzonderheid. De euro is de valuta in landen die regelmatig met elkaar in oorlog zijn geweest. De euro is de geldeenheid in landen die ooit gescheiden waren door het IJzeren Gordijn. De euro staat van Finland tot Malta en van Nederland tot Estland. Het is echt een Europese munt, en het is een sterke munt. De euro is een verworvenheid. Het  is iets om trots op te zijn.

De euro is alweer tien jaar onze munt. Een munt die voor Nederland sinds zijn invoering veel goeds heeft betekend. Denk aan het wegvallen van de wisselkoersen, en het verdwijnen van veel administratieve lasten voor exporterende bedrijven. Juist omdat Nederland een open economie heeft, is de euro voor ons van groot belang. Dat de euro ons goed doet, is ook af te lezen uit de inflatiecijfers van het CBS. Het gemiddelde inflatiecijfer over de laatste vijf jaar van de gulden is meer dan 3 procent.

Vanaf 2003 is het inflatiecijfer niet eens meer in de buurt geweest van de 3 procent. Het gemiddelde over de laatste vijf jaar euro, is nog geen 1,8 procent. Met de euro hebben we dus de afgelopen tien jaar een stabiel prijspeil behaald. En ook in de internationale markt blijkt de euro een solide factor te zijn. Ondanks alle tegenwind van de afgelopen tijd, is de koers van de euro geen moment in de gevarenzone geweest. De euro is nog altijd stevig, sterk en stabiel. En noteert in dollars een stuk hoger dan de introductiekoers destijds.

Tegelijkertijd realiseer ik mij, dat helaas het imago van de euro soms nog achterblijft bij zijn prestaties. Muntmeester Maarten Brouwer heeft al eens uitgelegd dat munten veel meer zijn dan alleen maar een betaalmiddel. Er zit gevoel in, emotie, en historisch besef. Ik geloof dat de euro wat dat betreft nog steeds in een groeiproces zit. De invoering van de euro betekende een radicale breuk met het verleden. De euro bewees bijna ogenblikkelijk zijn waarde. Maar het kost de munt veel meer tijd om bij iedereen ook de juiste gevoelswaarde te bereiken.

Ik begrijp dat de ‘Europese schuldencrisis’ het imago van de euro geen goed doet. Zeker niet als men deze crisis nog steeds onterecht aanduidt met de term ‘eurocrisis’. Want het is niet de crisis van de euro, het is de crisis van de schulden. De Europese schuldencrisis is ontstaan doordat sommige landen in de eurozone een onverantwoord begrotingsbeleid hebben gevoerd en een onverantwoord economisch beleid. En de eurolanden die wel een behoorlijk begrotingsbeleid voerden, zijn daardoor ook onder druk komen te staan.

Bij de invoering van de euro zijn duidelijke afspraken gemaakt over begrotingsbeleid, de Maastricht-criteria. Wat ontbrak was de mogelijkheid van handhaving, om landen ertoe te bewegen die afspraken ook daadwerkelijk na te komen. Daarnaast bleek na de invoering van de euro dat bijvoorbeeld Griekenland tegen bijna dezelfde rente kon lenen als een land als Duitsland. Ook dat stimuleerde niet om grote tekorten terug te dringen. De weeffouten van toen worden nu gerepareerd.

Ik geloof dat de euro sterker uit deze crisis zal komen. Het vereist hele duidelijke en afdwingbare afspraken. Het vereist begrotingsdiscipline en financieel toezicht. Het vereist dat alle landen uit de eurozone de overheidsfinanciën op orde brengen en hun economieën concurrerender maken. En dat is precies de weg die we nu zijn ingeslagen.

Twee weken geleden is het nieuwe begrotingsverdrag tot stand gekomen en het werkt helemaal in de geest van Maastricht.

De belangrijkste elementen uit dat verdrag zijn:

  • Bij een dreigend tekort van een lidstaat wordt de bewijslast omgedraaid.
    Dat wil zeggen, sancties worden semi-automatisch opgelegd. Alleen een gekwalificeerde meerderheid in de Raad kan dat tegenhouden;
  • Lidstaten moeten in de nationale wetgeving een 'schuldenrem' opnemen.
    De Europese Commissie en het Europese Hof zien daar op toe.
  • Wie een beroep doet op het noodfonds (ESM) moet niet alleen het Verdrag ratificeren, maar ook de 'schuldenrem' hebben ingevoerd.

We bestrijden de crisis langs verschillende sporen, en tegelijkertijd moeten we lessen trekken uit deze situatie. Dit alles onder het motto 'never waste the opportunities of a good crisis'. Ik bedoel daarmee dat we maatregelen moeten nemen waarmee we ervoor zorgen dat een crisis als deze zich niet kan herhalen. Maatregelen waardoor we met de euro sterker uit de strijd komen.

Ik heb groot vertrouwen in de euro. Zowel de euro als de Europese interne markt hebben beide Nederland veel voordelen gebracht. Door die interne markt ligt het Nederlandse Bruto Binnenlands Product zo’n 4 tot 6 procent hoger structureel, en die groei kan nog toenemen. De euro draagt bij aan de integratie van de financiële markten. De landen van de eurozone hebben gezamenlijk een sterke economie en inderdaad: een sterke munt. De chartale euro bestaat tien jaar. Dat is een betrekkelijk korte periode. Maar wel een heel gedenkwaardige in de moderne geschiedenis. Alle reden om een bijzondere euro te slaan in de geboortestad van de euro. Nederland doet dat, en andere eurolanden doen dat ook. En wij doen dat in Maastricht meneer Hoes, omdat uw prachtige stad, de bakermat is van de euro. Eerst met het Verdrag van Maastricht in 1992, en later met de Nacht van de euro van 31 december 2001 op 1 januari 2002. Deze gelegenheid hoort zonder meer in datrijtje thuis. Een rijtje dat nog maar net is begonnen.

Graag wil ik de heer Hoes als burgemeester van Maastricht, uitnodigen om de eerste slag te verrichten.

Ik dank u voor uw aandacht.