Extra maatregelen om Nederland veiliger te maken

Minister Opstelten en staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie komen met aanvullende maatregelen die het mogelijk maken dat rechters verdachten tijdens het vooronderzoek en bij een veroordeling verplichtingen op kunnen leggen. Zo willen zij recidive terugdringen en slachtoffers beter beschermen. Dit schrijven zij in een brief aan de Eerste en Tweede Kamer.

Nu kan de rechter voorafgaand aan berechting geen verplichtingen opleggen aan verdachten van relatief lichte delicten, waarvoor geen voorlopige hechtenis wordt toegelaten. De bewindslieden vinden dat rechters de mogelijkheid moeten krijgen om deze verdachten verplichte begeleiding of zorg, een gebiedsverbod of een verbod op bepaalde activiteiten op te leggen. Zo kunnen slachtoffers worden gevrijwaard van angst voor herhaling. Als verdachten de verplichting niet naleven, kan dat reden zijn voor hechtenis. Dit steunt de aanpak van criminele jeugdgroepen en overlast die wordt veroorzaakt door buurtbewoners of probleemgezinnen die kleine delicten plegen.

Daarnaast komt er een nadere regeling in de wet van de voorwaarden waaronder de voorlopige hechtenis wordt geschorst met het oog op gedragsverandering en vroegtijdig reclasseringstoezicht. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om de verplichting om deel te nemen aan een programma dat de kans op recidive vermindert, een contactverbod, gebiedsverbod of meldplicht.

Stijging voorwaardelijke sancties

Opstelten en Teeven hebben geld en capaciteit vrijgemaakt om al in 2012 het aantal voorwaardelijke sancties met 6 procent te laten stijgen, inclusief schorsingen van de voorlopige hechtenis onder voorwaarden, en een verdubbeling van het aantal elektronische toezichten als onderdeel van deze voorwaarden. Naast elektronisch toezicht willen zij het gebruik van de borgsom als bijzondere voorwaarde stimuleren. In het voorjaar komt hiervoor een proefproject.

Algemene vrijheidsbeperkende maatregel

Verder komt er een algemene vrijheidsbeperkende maatregel als zelfstandige sanctie. Zo’n maatregel kan de woonplaats van een ex-gedetineerde betreffen, een reisverbod naar bepaalde bestemmingen na veroordeling wegens delicten in verband met drugstoerisme of kindersekstoerisme. Ook kan het gaan om een verbod op bepaalde sociale activiteiten, zoals vrijwilligerswerk met kinderen, en om andere maat¬regelen om vroegere slachtoffers te beschermen of recidive van strafbare feiten te voorkomen.

Snellere afdoening strafzaken

Opstelten en Teeven gaan in het lopende actieprogramma ‘Sneller recht doen, sneller straffen’ werken aan versnelde afdoening van strafzaken in eerste aanleg, maar ook van strafzaken in hoger beroep. Het is belangrijk dat de behandeling in hoger beroep daadwerkelijk begint kort na de uitspraak in eerste aanleg. Door het aanpassen van werkwijzen kan onnodige vertraging worden voorkomen. Ook kan worden ontmoedigd dat een hoger beroep alleen wordt ingesteld om uitstel te krijgen. Verder kondigen de bewindslieden een onderzoek aan naar de praktijk van het hoger beroep in strafzaken. Als de resultaten daarvan en resultaten van het actieprogramma ‘Sneller recht doen, sneller straffen’ dat toelaten, overwegen ze een ruimere regeling van de dadelijke tenuitvoerlegging van rechterlijke vonnissen.

Europees Verdrag voor Rechten van de Mens

Het initiatief volgt op een onderzoek van de Erasmus Universiteit Rotterdam, waaruit blijkt dat de overheid door aanpassing van het strafrecht slagvaardiger kan optreden. Dit kan binnen de grenzen van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De nieuwe maatregelen worden nog deze kabinetsperiode gerealiseerd.