Toogdag Wadden

 “Voor een gebied dat het moet hebben van rust en stilte, is de bestuurlijke drukte hier opvallend.” Dat zei minister Schultz van Haegen op 14 september op de vijfde Toogdag Wadden, in Harlingen. De minister gaf haar visie op een efficiëntere bestuurlijke afstemming over het Waddengebied. Ook droeg ze het Waddenfonds, waarin nog bijna een half miljard euro zit, over aan de Waddenprovincies. “Zeggenschap over investeringen komt nu dus een stuk dichter bij de burgers te liggen. U heeft een historische kans om samen nieuwe toegevoegde waarde te creëren voor het Waddengebied.”

Dames en heren,

Goed dat u er bij bent, op deze vijfde Waddentoogdag.
We zijn te gast in een plaats waar we het Wad ook echt kunnen ruiken.

Burgemeester Scheffer: dank voor de gastvrijheid in uw mooie stad. Een stad die langer over stadsrechten beschikt dan Amsterdam. Harlingen verkreeg ze in 1234 en Amsterdam pas begin 14de eeuw.
U merkt; ik heb mijn huiswerk gemaakt.

De Waddentoogdag is in 2006 ingesteld door minister Dekker.
Ik zet de traditie graag voort.
Want ik vind het belangrijk dat we als bestuurders, ondernemers en bewoners onze krachten blijven bundelen ten dienste van dit gebied.

Ieder van ons is ervan doordrongen hoe waardevol de Wadden zijn.
Waar in Nederland ervaar je zo’n weidsheid van lucht, land en water?
Dit is het grootste kust-getijde wetland in Europa.
Een mondiale ‘hub’ voor trekvogels op de Oost-Atlantische vliegroute.
Een onmisbaar kraamgebied voor vissen als tong, schol en haring.
Een oase voor zeehonden.

En… een paradijs voor de tweevoetige primatensoort homo sapiens.
Elk jaar komen er 1,2 miljoen exemplaren naar dit gebied om bij te tanken, uit te waaien en tot rust te komen.
200.000 daarvan komen van buiten onze grenzen.

Duurzaam ondernemen is het thema van vandaag. We hebben de nodige vertegenwoordigers van het bedrijfsleven in ons midden. Gelukkig maar, want de toekomst van het Waddengebied ligt óók in handen van ondernemers.

Een symbiose van economie en ecologie. Daar gaat het om.
Behoud van de natuur is en blijft het uitgangspunt voor alle activiteiten in het Waddengebied.
Maar pleiten voor behoud is wat anders dan pleiten voor behoudzucht.

U laat op veel plekken zien dat er ontwikkeling mogelijk is waarbij economie en ecologie hand in hand gaan.

Bijvoorbeeld in Den Helder waar de ontwikkeling van de haven samengaat met versterking van de natuur.

Of bij de mosselkweek in de Waddenzee, waar vissers en natuurbeschermers elkaar na jarenlange strijd hebben gevonden in een innovatieve techniek die de bodem van de Waddenzee spaart.

Er zijn hier de nodige innovatieve ondernemers aanwezig.

•    Zoals de heer Zijderveld die bezig is een groot algenproject bij Delfzijl op te zetten.
•    En de heer De Graaf van TexelEnergie. Jullie leveren duurzame stroom en duurzaam gas aan klanten op Texel en – zoals jullie op Texel zeggen – “aan de overkant”.

Het uitgangspunt voor alle activiteiten in dit gebied, voor zover van invloed op de Waddenzee, is behoud en versterking van de natuur. Dat stelt eisen aan ondernemen in het Waddengebied.

We hebben te maken met wettelijke eisen op het gebied van milieu en veiligheid. Ook in het Eemshavengebied.
De Raad van State heeft een uitspraak gedaan over een aantal bezwaren die zijn ingebracht tegen ontwikkelingen die daar gaande zijn. We onderzoeken nu hoe daar binnen de wettelijke mogelijkheden een goede oplossing voor kan worden gevonden. Want natuur, veiligheid en economie kunnen wel degelijk goed samengaan.

---
Ik wil u graag kort schetsen hoe ik aankijk tegen mijn bemoeienis met de Waddenzee. En wat dat betekent voor de bestuurlijke organisatie en het Waddenfonds.

Vlak voor de zomer heb ik mijn visie op infrastructuur en ruimte gepresenteerd.
Leidende gedachte is: méér ruimte voor burgers, bedrijven en bestuurders in de regio om zelf keuzes te maken over hun eigen omgeving.
Veel regels worden overboord gezet. En de rolverdeling tussen Rijk en regio wordt helderder.

Er zijn nu maar liefst 39 ‘Nationale belangen’ waarbij het rijk de kaders vaststelt. In de nieuwe situatie zijn dat er 13.
Een grote schoonmaak, waar het huis van Thorbecke van opfrist.

Belangen die essentieel zijn voor Nederland als geheel, blijven een zaak van het rijk. Eén van die belangen is ‘behoud en versterking van (inter)nationale unieke cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten’.

Het staat buiten kijf dat de Waddenzee met zijn werelderfgoed-status daarbij hoort.

Het regime voor de Waddenzee (de planologische kernbeslissing Derde Nota Waddenzee) blijft dan ook van kracht. Dat geldt natuurlijk ook voor Natura 2000, het visserijbeleid voor de Waddenzee en het Deltaprogramma.

Blijft alles dan bij het oude?
Nee. Er gaat het nodige veranderen. Er ontstaan nieuwe kansen voor het Waddengebied. Kansen die wel benut moeten worden overigens.
Dat gaat niet vanzelf. Dat kan alleen met uw actieve inbreng.

Ik geef de Waddenprovincies de zeggenschap over de middelen van het Waddenfonds. Daarin zit nu nog bijna een half miljard euro. Een aanzienlijk bedrag waarover de regio nu zelf kan beslissen.
De zeggenschap over investeringen komt dus een stuk dichter bij de burgers te liggen.

Straks zullen de drie gedeputeerden en ik de overeenkomst tekenen waarin we dat allemaal regelen.

Zeggenschap brengt verantwoordelijkheid met zich mee. De centrale vraag is natuurlijk: hoe kan het beschikbare geld zo worden ingezet dat elke euro maximaal rendeert voor de Wadden.

Eén ding staat als een paal boven water. Versnippering helpt niet. Een projectje hier en een projectje daar helpt ook niet. U heeft nu een historische kans om samen nieuwe toegevoegde waarde te creëren voor het Waddengebied.

Dat kunnen de provincies doen met het opstellen van een investeringsprogramma dat zorgt voor richting, focus en samenhang. Een uitdagende klus.
Het vraagt om bestuurders die niet als een steltloper op hun stukje Wad blijven staan, maar die als een stern over het hele gebied vliegen, en het geheel kunnen overzien.

Laten we niet vergeten dat er méér is dan het Waddenfonds. Gemeenten, provincies, waterschappen en het rijk doen ook zelf investeringen. Net als bedrijven en ondernemende particulieren.

Dan is het goed om te onderzoeken hoe je elkaar kunt aanvullen.
Het gaat mij erom dat de investeringen van alle betrokken partijen in het Waddengebied elkaar versterken. Dat kan als er een goed investeringsplan onder ligt. Of dat nu gebiedsgericht is of ingedeeld in thema’s. Of een combinatie van beide.
Ik ben erg benieuwd met welke plannen de provincies gaan komen.

Nieuwe ronde nieuwe kansen dus.

Dat geldt ook voor de bestuurlijke afstemming over dit gebied.
Die is nogal zwaar opgetuigd, met tal van organen en commissies.

Voor een gebied dat het moet hebben van rust en stilte, is de bestuurlijke drukte hier opvallend.
Die situatie hebben we samen kritisch tegen het licht gehouden.
En de conclusie was dat het efficiënter en effectiever kan, met minder overlegclubs en adviescommissies.

Ik heb dit voorjaar aan de Kamer gemeld hoe ik de toekomst voor me zie. Een aantal instanties en organisaties wordt opgeheven. En het Regionaal College Waddengebied, dat nu ‘Regie College Waddengebied’ heet, gaat op een andere manier werken.

Met de voorzitter, de heer Jorritsma, heb ik afgesproken dat we toegaan naar een RCW met een beperkt aantal leden en een stevige inhoudelijke agenda. Als we vergaderen moet het ergens over gaan. Bijvoorbeeld over de afstemming van investeringen op elkaar.

De ingewikkelde beoordelingscyclus voor het Waddenfonds kunnen we gelukkig ook overboord zetten nu dat fonds wordt gedecentraliseerd.
De organisatie in de nieuwe situatie moet mean and lean blijven. Ik hoor graag van gedeputeerde mevrouw Schokker hoe de provincies die aanpak voor ogen zien.

Als straks het plenaire deel is afgelopen, gaat u met elkaar in gesprek over ondernemen en investeren in het Waddengebied. Dan gaat het om specialisatie van zeehavens, duurzame energie, visserij en toerisme. Zaken die essentieel zijn voor de toekomst van dit gebied.

Bestuurders, bewoners en bedrijven hebben elkaar nodig.

Natuurlijk heeft ieder van ons zijn eigen specifieke inbreng. Iedere vogel op het Wad zingt zoals hij gebekt is. En soms kunnen discussies ook best stevig oplaaien. Maar we worden wèl verbonden door dezelfde liefde voor het Wad.
En door de overtuiging dat we dit schitterende gebied moeten koesteren en verder moeten versterken.
Dáárom zijn we hier in Harlingen bij elkaar.

Ik wens u een mooie dag.