Presentatie van ‘Meer Waarde uit Afval’

‘Afval is goud waard’. Dat zei staatssecretaris Atsma op 25 augustus bij de presentatie van zijn ambities om het afvalbeheer in Nederland op een nog hoger plan te brengen. Nu al loopt Nederland voorop in Europa. We recyclen twee keer zoveel als het gemiddelde EU-land en slagen er in 96% van ons afval een nuttige bestemming te geven als grondstof voor nieuwe producten of winning van energie. Toch kan het nog beter. Atsma wil onder andere samen met gemeenten en bedrijven aan de slag om meer huishoudelijk afval en textiel te recyclen.

Vanmorgen heb ik hier bij Sims rondgekeken. Een van de vele innovatieve bedrijven voor recycling die we in Nederland hebben.

Het is prachtig om te zien hoe hier kostbare materialen worden teruggewonnen uit oude elektronische apparaten.
Denk aan ijzer, koper, aluminium en kunststof.

Dat materiaal wordt vervolgens weer gebruikt voor nieuwe producten.

Dat is goed voor de economie. Het levert banen en welvaart op.
En het is goed voor het milieu. We hoeven minder schaarse grondstoffen uit de aarde te halen. En we voorkomen verspilling.

Nederland zit in de internationale kopgroep met zijn afvalbeheer.

80% van ons afval wordt hergebruikt.
16% wordt gebruikt voor winning van energie.
In totaal krijgt dus 96% van ons afval een nuttige bestemming.

Daarmee steken we heel gunstig af bij de rest van Europa.
We recyclen ruim twee keer zoveel als het gemiddelde EU-land.
En we storten tien keer zo weinig.

In het afvalbeheer gaat jaarlijks ruim 6 miljard euro om.
Er zijn 30.000 banen mee gemoeid.
Indrukwekkende cijfers.
En toch ben ik niet tevreden. Want we laten nog teveel kansen lopen.

Afval is goud waard. Ik wil dat wij nog meer waarde uit ons afval gaan halen.
Daarover heb ik vandaag een brief naar de Kamer gestuurd.

Ik wil u graag enkele hoofdlijnen daaruit geven.

Ten eerste: minder afval.

Preventie staat op de eerste plek. Hoe minder materiaal we gebruiken, hoe beter voor het milieu.

Sinds 2000 is de totale hoeveelheid afval ongeveer gelijk gebleven, terwijl de economie flink groeide. Dat is een gunstig teken.

Veel branches hebben hun verpakkingen efficiënter gemaakt. Denk aan de tandpasta. Die was vroeger dubbel verpakt in een aluminium tube en een doosje. Nu hebben we een tube van kunststof.

Er is veel bereikt. Maar er is nog veel meer mogelijk.

Zo ga ik samen met de detailhandel de strijd aan met de plastic tasjes.
Vanaf eind dit jaar geven de supermarkten geen gratis tasjes meer bij de kassa. En we gaan ook bekijken hoe we bij andere winkels de overvloed aan plastic tassen kunnen indammen.

Net als veel mensen erger ik me ook aan de plastic wikkels rond bladen in de brievenbus. Ik overleg met de uitgevers om daarmee te stoppen.

We kijken ook of reclamefolders voortaan via internet kunnen worden verstuurd aan de mensen die daar belangstelling voor hebben.

We hebben overigens ook de consument nodig om verspilling tegen te gaan.

Wist u bijvoorbeeld dat het gemiddelde huishouden voor 300 euro per jaar aan eetbaar voedsel weggooit.
Daarom wil de voorlichting aan consumenten opvoeren.

Ten tweede: meer recycling.

De omzet van de recyclingsector groeide in 10 jaar met 300 procent.

80% van ons afval krijgt dankzij recycling een nieuw leven.
Er ontstaan steeds nieuwe toepassingen.
Autobanden komen terug als vloerbedekking.
Landbouwafval wordt biologisch plastic.
We kunnen inmiddels vliegen op frituurvet. Etc. etc.

Ik leg de lat hoog en wil nog meer afval op de grondstoffenrotonde krijgen.
Ik wil toe naar 83% recycling in 2015.

Er liggen heel veel kansen.
Bijvoorbeeld met huishoudelijk afval.

Van het huishoudelijk afval wordt maar ongeveer de helft gerecycled.
Daarom ga ik met de gemeenten en de bedrijven om de tafel. Het moet beter kunnen.
Ook ga ik bevorderen dat het ‘grof vuil’ beter wordt gesorteerd. Dan kunnen de waardevolle materialen opnieuw worden benut.
Uit onderzoek blijkt dat 70% van het grof vuil van huishoudens geschikt is voor hergebruik!

Een ander voorbeeld: textiel. Van alle oude kleding en textiel die geschikt zijn om te recyclen, recyclen we slechts de helft. Gemeenten onderzoeken nu hoe we méér kleding kunnen inzamelen. Dat kan voor afgedankt textiel een milieuwinst van 20% opleveren.

Ook in de bouw liggen kansen.
Eén voorbeeld.
Bouwbedrijven houden vaak bouwmateriaal over. Nu wordt dat meestal als afval afgevoerd. Zonde!
Daarvoor gaan we een soort marktplaats op internet inrichten.

Ten derde: minder storten.

Hoe minder afval op de stortplaats terecht komt, hoe beter.
Ik wil de lijst materialen waarvoor een stortverbod geldt, uitbreiden.
Daarop komt ook grond te staan.
En bodemassen (slak) van afvalverbrandingsinstallaties.
Slak kan goed van pas komen in de wegenbouw. Dat spaart kiezel en grind.

Ten vierde: minder regels

Regels zijn nodig en nuttig. Maar teveel regels kunnen juist averechts werken. Ze creëren onduidelijkheid en zadelen bedrijven op met onnodige administratieve lasten.

Daarom hou ik de regels kritisch tegen het licht. En kijk ik waar het beter en simpeler kan.
Zo zijn onschadelijke houtsnippers, restanten van de oogst en stro vrijgesteld van de afvalstoffen-regels. Dit natuurlijk materiaal is immers prima bruikbaar in de land- en bosbouw of als bron van duurzame energie.

Ook kan het wel wat minder met de registratieplichten voor afvalbedrijven. Dat scheelt het bedrijfsleven per jaar zo’n 2 miljoen euro.

En ik werk aan heldere criteria die bepalen wanneer een stof geen afval meer is.
Die criteria bestaan al voor metaal. Ze moeten er ook komen voor o.a. koper en papier.

Sims wees me op nog een belemmerende regel.
Een bedrijf als dit moet het hebben van innovatie. Om te innoveren, moet je ook kunnen experimenteren met materialen en afvalstoffen. Daarvoor zijn echter steeds opnieuw vergunningen nodig.
Dat kost veel tijd; soms wel een half jaar. Dat staat duurzame vernieuwing in de weg.

Ik heb toegezegd dat ik ga kijken of we daar iets aan kunnen doen en of we de wetgeving kunnen aanpassen.

Ten vijfde: handhaving

Ik sta voor heldere en zo eenvoudig mogelijke regels. Die regels moeten dan wel worden gehandhaafd. De inspectie van mijn ministerie werkt continu aan het nog efficiënter en effectiever maken van de handhaving.

Denk bijvoorbeeld aan het voorkomen van de illegale uitvoer van elektronica-afval. We willen niet dat dat in Afrika en Azië wordt gedumpt. Dit is een van de prioriteiten van de inspectie van mijn ministerie. Er wordt gecontroleerd in de havens en bij milieustraten. We intensiveren de samenwerking met andere landen. En we verzorgen trainingen voor Afrikaanse inspecteurs.

Slot
Bijna elke dag lezen we over nieuwe manieren om waarde te halen uit afval. Slimme ondernemers, ontwerpers en wetenschappers maken steeds meer mogelijk.

We kennen de design-meubelen uit sloophout van Piet Hein Eek.
Ik las laatst over een ontwerper die oude fietsbanden verwerkt tot stropdassen.
Een ander maakt etuis van oude melkpakken.
PET-flessen worden fleece-truien.
Etc.
Kleine voorbeelden misschien.
Maar ze laten zien dat het op alle fronten bruist van de creativiteit.
Goed afvalbeheer is bij uitstek een thema waarbij economie en milieu hand in hand gaan.
Hier wordt Nederland sterker, schoner en mooier van!
Daarom zet ik er samen met bedrijven, gemeenten, consumenten en wetenschappers de schouders onder. Want afval is goud waard.