Rutte: 'Er blijft werk aan de winkel'

Nederland staat er binnen de EU economisch gezien relatief goed voor. Wel is het belangrijk uitvoering te blijven geven aan het bezuinigingspakket.

Dat zei minister-president Rutte op de persconferentie na afloop van de eerste ministerraad na het zomerreces.

De minister-president heeft de afgelopen weken permanent contact gehouden met nationale en internationale collega's over de financiële situatie in Europa. In de ministerraad is hier ook uitgebreid bij stilgestaan.

'De situatie in de Eurozone is buitengewoon ernstig', zei Rutte. 'Mensen maken zich zorgen over hun pensioen en over hun spaargeld.' Maar Nederland staat er binnen de EU relatief goed voor. Juist om dat zo te houden vindt het kabinet het belangrijk om uitvoering te blijven geven aan het bezuinigingspakket.

Het  Nederlandse financieel-economisch beleid is volgens Rutte de enige goede route. Rutte geeft aan dat Nederland  behoort tot  de top 3 van landen met de laagste rente in de Eurozone. Daarnaast kent Nederland, samen met Oostenrijk, de laagste  werkloosheid  van de eurozone. De jeugdwerkloosheid is hier zelfs de allerlaagste.

'Kortom, we kunnen trots zijn op onze goede uitgangspositie. Maar er blijft wel werk aan de winkel', aldus Rutte.

MINISTER-PRESIDENT RUTTE:
Goed u weer allen te zien na het zomerreces. Tijdens de vakantieperiode is er een EU-top geweest over de schuldencrisis in Griekenland. Er is onduidelijkheid ontstaan over de uitkomsten van die top met betrekking tot de presentatie van die uitkomsten. De Europese Commissie ging bij de presentatie uit van de publieke middelen die beschikbaar dienen te komen in de periode tot 2020. Ik heb zelf de nadruk gelegd op de financieringsbehoefte van Griekenland voor de periode tot 2014. Voor beider perspectief valt natuurlijk iets te zeggen. De les voor de toekomst is dat op Europese Toppen ook afspraken maken over de kern van de boodschap die naar buiten wordt gebracht. Het kabinet rekent het tot zijn verantwoordelijkheid dat op een komende top ook aan de orde te stellen. Ik zal dat op mij nemen. Zowel de Tweede Kamer als de regering, het kabinet, realiseert zich dat de Europese schuldencrisis een buitengewoon belangrijke kwestie is. Dat betekent dat je er in de volle breedte en zo open mogelijk over moet spreken. Dat geldt ook voor het zoeken naar draagvlak. Dat moet zo breed mogelijk zijn. En dat betekent dus dat het kabinet bij coalitie- en oppositiepartijen geen enkel misverstand moet laten bestaan over de feiten. Toch heb ik moeten vaststellen dat de verschillen in presentatie tot verwarring hebben geleid. Ik betreur dat en zal daarvoor komende week de Tweede Kamer mijn excuus aanbieden. Achteraf was het beter geweest als ik die andere benadering had gekozen, namelijk het perspectief van 2020. Ik kan ik zeggen, ik sta volledig achter de uitkomst van de top van 21 juli en achter de besluiten die daar zijn genomen.

Afgelopen weken hebben de ontwikkelingen in Europa ons allemaal bezig gehouden. Ik heb die nauwlettend gevolgd en daarover ook met mijn collega's, zowel nationaal als internationaal, contact gehouden. Het kabinet heeft altijd ingezet op het bereiken van meer financiële stabiliteit. Dat is van groot belang. Dat heeft ook altijd een grote rol gespeeld bij onze inzet bij de bestrijding van de schuldencrisis, van Griekenland maar ook van andere landen in de eurozone. Vanochtend in de ministerraad hebben we opnieuw uitgebreid stilgestaan bij wat ons te doen staat. We hebben daarbij een aantal eerste conclusies getrokken. In de eerste plaats: de situatie in de eurozone is buitengewoon ernstig. Ten tweede: de analyse van het probleem is duidelijk. Er zijn teveel landen waar de schulden en de tekorten teveel zijn opgelopen. En er zijn teveel landen, zoals Griekenland en Italië, waar geen of te laat uitvoering is gegeven aan hervormingen ter versterking van het op gang brengen van de economische groeimotor van die landen. Ten derde: Nederland staat er binnen de Europese Unie relatief goed voor. Maar het blijft van het allergrootste belang om uitvoering te geven aan het bezuinigingspakket. We staan op dit moment als Nederland in de top 3 van landen met de laagste rente in de eurozone. De verzekeringspremie op de Nederlandse staatsschuld ligt zelfs lager dan de Duitse. De werkloosheid in Nederland is samen met Oostenrijk de laagste van de hele Europese Unie. De jeugdwerkloosheid is zelfs de allerlaagste, zelfs nog voor Oostenrijk. Je ziet dus dat het financieel-economisch beleid zoals we dat in Nederland voeren de goede route is. We kijken dan ook met grote belangstelling naar het vertrouwen dat de op financiële markten in Nederland hebben. Maar dan is het wel van belang dat we ook doorgaan met die acties die nodig zijn om dat vertrouwen vast te houden. De markt heeft bijvoorbeeld grote waardering voor ons budgettair raamwerk. De financiële houdbaarheid in goede en minder goede tijden staat voor Nederland voorop. Met het bezuinigingspakket van 18 miljard euro brengen we weer orde op zaken in de staatsfinanciën. Het is van groot belang daar aan vast te houden. Ten derde is het van belang om vast te houden aan de hervormingen op het terrein van de pensioenen, op het terrein van de onderkant van de arbeidsmarkt en op het terrein van de gezondheidszorg. Kortom, we kunnen op zichzelf trots zijn op onze goede uitgangspositie. Maar het is van groot belang om focus te houden, en ook van groot belang om ons te realiseren dat er nog heel veel werk aan de winkel is.