Rijk en goede doelensector gaan structureel samenwerken

Publieke en private partijen moeten meer gaan samenwerken, instellingen moeten actief op zoek gaan naar andere geldbronnen en ondernemerschap moet de boventoon voeren. Het kabinet stimuleert en faciliteert dit met consistente wet- en regelgeving en fiscale maatregelen. Ook wordt met de goede doelensector samengewerkt aan meer transparantie.

Dit schrijven staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie), staatssecretaris Weekers (Financiën) en staatssecretaris Zijlstra (OCW) in een brief aan de Tweede Kamer over de Geefwet. De Geefwet omvat maatregelen en afspraken die het geven aan goede doelen zal stimuleren.

Publiek- private samenwerking

Het kabinet heeft op 21 juni met de sector filantropie (vertegenwoordigd door de Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie) het convenant Ruimte voor Geven gesloten. Hierin zijn afspraken gemaakt over een nauwere toekomstige samenwerking. Zo willen het kabinet en de sector filantropie meer maatschappelijk rendement realiseren. In een tijd van heroverweging van overheidsuitgaven is het van belang dat particulier geven wordt bevorderd. Een samenhangend, duidelijk en stimulerend fiscaal regime draagt daaraan bij. Met het convenant erkent het kabinet het maatschappelijk belang van de filantropische instellingen.

Het kabinet wil particuliere giften stimuleren. Hiervoor zijn in fiscale wetten faciliteiten voor de goede doelensector opgenomen. Een aantal daarvan is bedoeld om het geven aan goede doelen te bevorderen. Hierbij kan worden gedacht aan de giftenaftrek in de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting en de vrijstelling van schenk- en erfbelasting voor verkrijgingen door of van goede doelen instellingen. De faciliteiten zijn voor een belangrijk deel gekoppeld aan het hebben van de status van algemeen nut beogende instelling (ANBI) voor de verkrijgende of uitdelende instelling. Instellingen kunnen door de Belastingdienst als ANBI worden aangemerkt als zij aan een aantal voorwaarden voldoen.

Het kabinet wil dat de cultuursector minder afhankelijk wordt van overheidssubsidie en meer middelen uit private bron aanboort. Daarom wordt de mogelijkheid onderzocht om bestaande fiscale regelingen voor de cultuursector te verruimen. Culturele instellingen zullen door verhoging van de winstgrens meer profiteren van de ANBI-status, en meer eigen inkomsten binnenhalen. Ook gebruikt het kabinet 25 miljoen euro om cultureel ondernemerschap te stimuleren. Tenslotte zullen de staatssecretarissen van Financiën en OCW een geefcampagne starten om de bekendheid van fiscale faciliteiten voor cultuur te vergroten bij burgers en instellingen.

Transparantie

Het kabinet en de filantropische sector zijn het eens met de Tweede Kamer dat er meer gedaan moet worden aan de transparantie en toezicht op goede doelen. Vanuit de overheid zal geen nieuwe regelgeving gecreëerd worden voor het toezicht op sector. Transparantie over prestaties met behulp van keurmerken en gedragscodes helpen om het vertrouwen te herstellen of hoog te houden. Daarom zullende ministeries van Veiligheid en Justitie en van Financiën in samenwerking met de filantropische sector een gezamenlijk document opstellen met daarin een moderne visie op toezicht en verantwoording. Bij de uitwerking van deze visie wordt toegewerkt naar de realisatie van één keurmerkstelsel, dat toegankelijk moet zijn voor alle grote en kleinere fondsenwervende instellingen en waarmee het toezicht uitvoerbaar, haalbaar en betaalbaar is. Onderzocht zal worden of dit keurmerk in de toekomst een rol kan spelen bij de toekenning van de ANBI-status.