Ontvangst eindrapport “Emergo, de gezamenlijke aanpak van de zware (georganiseerde) misdaad in het hart van Amsterdam”

Toespraak door minister Opstelten van Veiligheid en Justitie ter gelegenheid van de inontvangstname van het eindrapport “Emergo, de gezamenlijke aanpak van de zware (georganiseerde) misdaad in het hart van Amsterdam” Amsterdam, 26 mei 2011.

Dames en heren,

Allereerst wil ik de Projectgroep Emergo van harte bedanken voor dit lijvige en doorwrochte rapport. En professor Fijnaut voor zijn, zoals altijd weer, even heldere als eloquente samenvatting. Ik ga het uiteraard nog allemaal goed lezen en bestuderen, maar ik wil graag nu al een korte, eerste reactie geven.

Als uit dit rapport iets duidelijk wordt, dames en heren, dan is het wel dat nauwe samenwerking en een goede informatie-uitwisseling vanaf de opstartfase inderdaad lonen! Ik ben erg blij met deze conclusie. Tenslotte was het een beetje een sprong in het diepe, die de deelnemende partijen aan Emergo vier jaar geleden waagden. Het was dan ook geen “alledaags” samenwerkingsverband dat hier - hartje Amsterdam - in de zomer van 2007 van start ging: politie, Openbaar Ministerie, de gemeente Amsterdam, de deelgemeente Amsterdam-Centrum, de Nationale Recherche, de Belastingdienst, FIOD-ECD en de departementen van Justitie – inmiddels Veiligheid & Justitie - BZK en Financiën. En dan ook nog de kritische wetenschappers van het WODC en de Universiteit van Tilburg erbij.

Partners afkomstig uit verschillende disciplines. Partners bovendien, die weliswaar in de meeste gevallen al langer samenwerkten, maar lang niet zo nauw en intensief als in Emergo. Dat leverde  aanvankelijk de nodige verrassingen op. Zo had men vaak onvoldoende inzicht in de soort informatie waarover de ander beschikte, wat de ander voor bevoegdheden had en leerde men pas gaandeweg welke voordelen het delen van informatie zou opleveren. Voor henzelf én voor het gemeenschappelijk belang. 

Dat was uiteraard wennen, maar uiteindelijk zijn alle deelnemende partners aan Emergo erin geslaagd om over hun eigen schaduw heen te stappen. En met resultaat! Men heeft scherp aan de wind gezeild en bewust de grenzen opgezocht van wet- en regelgeving. En wat blijkt: wat de uitwisseling van informatie betreft kan en mag véél meer dan professionals in de opsporing in eerste instantie denken. 

En er blijkt nog méér. Als alle partners hun kaarten open op tafel leggen en zoveel mogelijk informatie, uit verschillende hoeken, aanleveren rond verdachte personen of bedrijven... En als ze deze informatie verrijken met handhavings- en opsporingsacties die de kennis verder aanvullen, dan blijkt dat we eigenlijk ontzettend veel weten of te weten kunnen komen. Dan blijkt dat een zaak waarover politie en justitie – op basis van alleen hun eigen informatie – oordeelden dat die “te mager” was om concreet mee aan de slag te gaan, zodanig is verrijkt dat er ineens wél voldoende aanknopingspunten zijn. Voor een “klassiek” strafrechtelijk onderzoek naar het primaire delict, maar ook voor een andere aanpak. Bijvoorbeeld door de Belastingdienst op de verdachte, of zijn onderneming, te zetten, die dan een forse achterstallige aanslag oplegt. Of de gemeente die een vergunning intrekt, omdat de aanvrager een stroman van een crimineel blijkt te zijn. Ook op die manier kun je aan een criminele organisatie forse klappen uitdelen, zij het dat ik mij ervan bewust ben dat gedegen strafrechtelijk onderzoek altijd noodzakelijk zal blijven.

U begrijpt, dit alles spreekt mij enorm aan. Een krachtige aanpak van de georganiseerde criminaliteit is immers een van de topprioriteiten van dit kabinet. Om de sluipende bedreiging van de integriteit van het financieel-economische stelsel tegen te gaan; en ook de mogelijke ondermijning van het functioneren van de rechtsstaat. 

Daarom hebben we in het Regeerakkoord vastgelegd dat het aantal criminele organisaties dat we gaan aanpakken de komende vier jaar wordt verdubbeld. De integrale aanpak, met tal van partners, vanuit verschillende invalshoeken, speelt daarbij een belangrijke rol. Emergo heeft de afgelopen jaren aangetoond dat deze aanpak, door intensieve samenwerking en goede informatie-uitwisseling, een duidelijke méérwaarde heeft. Het lijkt me dan ook uitstekend dat de werkwijze van Emergo nu goed geborgd gaat worden en wordt ondergebracht bij het RIEC Noord-Holland. Om van daaruit ook voor andere regio’s te dienen als inspirerend voorbeeld van een succesvolle, krachtige aanpak van de georganiseerde criminaliteit.