Uitreiking Jos Brinkprijs 2011

Op 15 mei reikte Minister van Bijsterveldt de Jos Brinkprijs uit aan Ahmed Marcouch en de vrijwilligers van COC. In haar inleidende speech sprak ze over het Nederlands homobeleid naar ‘Dutch design’.

Dames en heren, (of: om met de naamgever van deze prijs te spreken): lieve mensen

Toen ik net Minister van emancipatie was, was ik namens Nederland gastvrouw van de internationale conferentie van homo-organisaties in Europa - honderd meter hiervandaan in de Ridderzaal. Wat later bezocht ik de première van een film die laat zien hoe vrijwilligers op scholen in gesprek gaan met jongeren over homoseksualiteit. Afgelopen zomer voer ik met vele vrijwilligers en politici in vlootschouw mee op de Canal Parade.

Ik sprak tijdens een bijeenkomst met vertegenwoordigers van de Marokkaans-Turkse gemeenschap die het taboe rond homoseksualiteit in eigen kring bespreekbaar maken. Overmorgen ben ik bij de ondertekening van een verklaring waarin zeventien Christelijke kerkgenootschappen zich keren tegen geweld tegen homo’s, lesbische vrouwen, biseksuelen en transgenders. En vandaag, en dat vind ik een gróte eer, reik ik (net als de vermaarde Ronald Plasterk twee jaar geleden) de Jos Brinkprijs uit.

Laten we er maar geen doekjes om winden: ons land is ongelooflijk actief als het om homo-emancipatie gaat.

Herkenbaar voor andere landen, die met jaloezie naar ons kijken en voorbeelden navolgen. We kunnen op dat front rustig spreken van een Dutch Design van Nederlands homobeleid. En dat symboliseren we met het volgende relatiegeschenk. Zo laten we zien waar en klein land groot in kan zijn.

Die vormgeving, dat Dutch design van Nederlands homo-emancipatie heeft vele mijlpalen opgeleverd. We zijn het land met de oudste, nog bestaande homobeweging ter wereld: het COC. We hebben het homomonument, op steenworp afstand van het Anne Frankhuis. In Amsterdam werd het voor het eerst mogelijk om als mensen van gelijke sekse in de echt te worden verbonden. We hebben de Canal Parade, we hebben de koplopersgemeenten voor homo-emancipatie.

We hebben de allianties van homo’s en hetero’s, die zich op school, in de sport, binnen de ouderenzorg en in levensbeschouwelijke kringen inzetten om het onderwerp bespreekbaar en daarmee geaccepteerd te krijgen. En – als het meezit – zijn we straks wéér ‘haantje de voorste’: bij de wettelijke ‘openstelling’ van het juridisch ouderschap voor lesbische ouderparen.

Dit Kabinet hècht aan die verworvenheden. We maken ons sterk voor de rechten van homo’s in eigen land. En dat dragen we ook internationaal uit. Andere landen kijken met bewondering naar hoe we het doen. De Raad van Europa en de Europese Commissie stellen onze aanpak ten voorbeeld.

Daar zijn we trots op. Maar begrijp me niet verkeerd: ik ga hier geen beleidsbrieven voorlezen noch de overheid op de borst slaan. Ons Dutch design is geen ‘blueprint’. Nee, die vormgeving, die komt voort uit de krachtige mentaliteit van mènsen. Mensen die al decennia lang een plek in de samenleving opeisen voor iedereen met een andere geaardheid dan hetero’s. Om in voetbaltermen te spreken (het is immers óók de dag van Ajax-Twente), de spelers in het veld.

Sterspelers en verdedigers, aanvallers en teamplayers. Voor hen, in de eerste plaats, is de Jos Brinkprijs in het leven geroepen. Mensen als Benno Premsela, die zich vlak na de oorlog realiseerde dat er voor homo’s in Nederland geen plek was en dacht: dan maak ik die plek wel zelf! Hij richtte met een aantal anderen het COC op. En verscheen als eerste homo op tv, zónder dat hij onherkenbaar was gemaakt. Daarmee gaf hij de spreekwoordelijke aftrap voor ál die andere kunstenaars, presentatoren en sporters om in het openbaar zichzelf te zijn. Van Albert Mol tot Erwin Olaf, van Leen Jongewaard tot Paul de Leeuw. Van John Blankenstein tot Ireen Wüst. Van Ien Dales tot Jan-Kees de Jager. En – last but not least – natúúrlijk: Jos Brink.

Maar laten we ook de spelers niet vergeten die het gesprek buiten de spotlight aan zijn gegaan. Mensen als Joke Swiebel, die opkwam voor homorechten in het Europees parlement.

Of Rob Tielman, die op wetenschappelijk gebied de homo-emancipatie heeft verankerd. Jan van Kilsdonk, die het in de jaren zeventig binnen de katholieke kerk ferm opnam tegen het veroordelen van homoseksualiteit. Of - veel recenter - Nazmul Zaman: initiatiefnemer van de ‘Paarse Vrijdag’ tegen homofobie op school.

Jezelf laten zien zoals je bent. Zaken op de politieke agenda zetten. Wetenschappelijke verankering. Het gesprek aangaan in diverse kringen van de samenleving. En gay-straight allianties, die gezamenlijk optrekken vóór tolerantie en tégen geweld. Daarvoor zetten deze spelers zich in. Waarbij ze sinds de jaren tachtig de overheid aan hun zijde weten.

Ons Nederlandse ‘design’ is voor sommigen heel vanzelfsprekend. Maar het is geen rustig bezit. In bepaalde landen staat steeds de doodstraf op liefde tussen leden van gelijke sekse. In sommige Oost-Europese landen staat openlijk homo zijn gelijk aan vogelvrij zijn. Onlangs nog berichtte het ANP dat homo’s door plaatselijke autoriteiten in Zuid-Italië lelijk worden dwarsgezeten. En ook in ons land, waar zo’n negentig procent zegt homoseksualiteit volledig te accepteren, worden homoparen uit sommige wijken weggetreiterd. Vinden jongeren school geen veilige plek om uit de kast te komen. En kunnen sommige ouderen in onze zorginstellingen geen rustige oude dag genieten.

Daarom is het niet alleen leuk dat we een Jos Brinkprijs tweejaarlijks uitreiken. Het is ook, nòg steeds, noodzaak.

We eren er mensen mee vanwege bewezen diensten en moedigen anderen aan die verder bouwen aan ons Dutch design. Maar we laten er óók mee zien waar we met z’n allen - homo en hetero, gay en straight, jood of moslim, protestant of katholiek, socialist, christen-democraat, liberal, humanist of noem maar op, voor stáán.

Voor de simpele overtuiging dat elk mens het recht heeft zichzelf te zijn en op zijn of haar manier lief te hebben. Zoals ik ook in de Gaykrant heb gezegd: ‘elke liefde telt’. Jos Brink, die we kennen als presentator, als musicalster, en niet te vergeten als pastor, dacht er ook zo over. Hij stelde in de laatste jaren van zijn leven een gedichtenbundel samen onder de titel: ‘Zie, ik hou van je’. In de inleiding schrijft hij:

‘Met deze bundel wilde ik laten zien dat het uiteindelijk allemaal draait om dat éne zinnetje: ik hou van jou en ik blijf je trouw. Houden van is één van de mooiste emoties die de mens rijk is.’

Zo is het. En laat dat voor iedereen gelden: hetero’s, homo’s lesbische vrouwen, biseksuelen en transgenders.

En daarmee rond ik af.

Vormgeving is soms zo vanzelfsprekend aanwezig in het alledaagse leven, dat we het niet meer opmerken. Terwijl het zijn kracht op ons onverminderd uitoefent. Dat brengt mij op de winnaar van de Jos Brinkprijs. Ik zal u niet langer in spanning houden. Ik maak nu de envelop open…