Landelijke aftrap ‘Afrekenen met winkeldieven’

Toespraak door staatssecretaris Teeven tgv de landelijke aftrap van ‘Afrekenen met winkeldieven’, Rotterdam, winkelcentrum Keizerswaard, 29 maart 2011.

Dames en heren,

Sommige mensen ben je liever kwijt dan rijk. Dat geldt natuurlijk in het bijzonder voor criminelen. Het aardige bij winkeldieven is nu dat zodra ze betrapt zijn, je ze niet alleen kwijt kan – aan de politie – maar er voortaan ook financieel iets rijker van wordt. Namelijk 151 euro. Kwijt en rijk: een mooie combinatie vind ik dat. Voor de ondernemer én voor politie en Justitie, die weer een dief rijker zijn. De enige die zich niet rijk hoeft te rekenen, is de winkeldief.

Dames en heren, we zijn hier vandaag bijeen voor de landelijke aftrap van de regeling ‘Afrekenen met winkeldieven’. Diefstal in winkels vormt een uiterst hardnekkig probleem. Als we naar de cijfers over de afgelopen vijf jaar kijken, dan blijken er jaarlijks zo’n anderhalf miljoen winkeldiefstallen gepleegd te worden. Ruim een kwart van de bedrijven in de detailhandel is hiervan het slachtoffer. Vooral warenhuizen, supermarkten, drogisterijen en kledingzaken worden onevenredig getroffen. De schade is niet alleen voor de ondernemers, maar indirect ook voor de consument, onaanvaardbaar hoog.

Het kabinet neemt de aanpak van winkeldiefstal buitengewoon serieus. Klip en klaar heeft Veiligheid en Justitie de ambitie geformuleerd dat het deze kabinetsperiode echt veiliger moet worden voor burgers én bedrijven. Daarvoor is trouwens niet de overheid alléén verantwoordelijk. Ook bedrijven zelf moeten hun verantwoordelijkheid nemen en investeren in veiligheid. Sámen maken we de samenleving veiliger.  

Met tevredenheid constateer ik dat die samenwerking al goed van de grond is gekomen. Ook bij de aanpak van winkeldiefstal. Voorkomen is beter dan slachtofferschap. Daarom richt een deel van de maatregelen zich op preventie. Er zijn ruimere mogelijkheden geschapen voor de inzet van ongeüniformeerde beveiligers. Gemeenten worden gestimuleerd een verbod op geprepareerde tassen in hun APV op te nemen. Managers van supermarkten volgen trainingen om diefstal door het eigen personeel sneller te herkennen. Ondernemers delen informatie en beeldmateriaal van winkeldieven met de politie, waarbij de aanpak van rondtrekkende dadergroepen de bijzondere aandacht geniet.

Niet elke dief laat zich door deze en andere maatregelen weerhouden. Daarom stoppen we ook veel energie in het verbeteren van het digitale aangifteproces bij winkeldiefstal. Aangifte doen is essentieel voor politie en justitie. Ten eerste om zicht te krijgen op de aard en omvang van het probleem. En ten tweede om winkeldieven niet ongestraft hun gang te laten gaan. Aangifte doen kost tijd en iedere ondernemer kent het gezegde: tijd kost geld. Daarom richten we ons er niet alleen op de aangifte via internet zo eenvoudig en snel als mogelijk te maken voor ondernemers, maar zijn de inspanningen er ook op gericht de ondernemer schadeloos te stellen voor de tijd die hij kwijt is aan het vasthouden van de dief, het wachten op de politie en het doen van aangifte.

Het idee om de dief te laten betalen voor deze kosten komt uit de koker van Arie van Os. Een aantal jaren geleden won zijn idee zelfs een Europese prijs voor de innovatieve aanpak van winkelcriminaliteit. Een eerste proef startte Arie van Os, wel heel toepasselijk, in het Amsterdamse stadsdeel Osdorp. De eerste resultaten waren meteen veelbelovend. De krant van wakker Nederland kopte dan ook: “winkeldieven slaan op de vlucht.” Andere steden en regio’s namen het concept over en ook daar sloeg het concept aan. Naar verluidt is winkeldiefstal in de deelnemende gebieden met wel 40% gedaald. Alle hulde voor Arie van Os die als geestelijk vader van deze aanpak het pad geplaveid heeft voor een landelijke uitrol van de regeling.

Onder de naam ‘afrekenen met winkeldieven’ is het HBD de afgelopen maanden bezig geweest de regeling voor de gehele detailhandel in Nederland beschikbaar te maken. Wat mij betreft blijft de regeling niet beperkt tot de detailhandel. Een onsje meer zou ik toejuichen. Ik kan mij zo voorstellen dat ook andere ondernemers hun eigen rekening met het criminele milieu willen vereffenen. Denk bijvoorbeeld aan verzekeraars die aangifte doen van fraude. Aan ondernemers in de horeca, de bouw of het transport die met diefstal geconfronteerd worden. Aan openbaarvervoermaatschappijen die vandalen in de kraag gevat hebben. Een creatieve geest als die van Arie van Os zal hierbij ongetwijfeld verder pionierswerk kunnen verrichten. Wie weet welke rijkdom de toekomst ons nog zal brengen!

Maar voor nu, dames en heren, zijn we bijeen voor de landelijke start van de regeling ‘Afrekenen met winkeldieven’. Opnieuw een loot aan de stam om slachtoffers van criminaliteit beter te ondersteunen. Een onderwerp dat mij na aan het hart ligt. Die 151 euro is een mooie vergoeding voor de schade die ondernemers ondervinden van winkeldiefstal. Echt rijk zullen ze er niet van worden. Maar vlak het preventieve effect niet uit. Als winkeldiefstal mede dankzij deze regeling sterk afneemt, kunnen ondernemers zich concentreren op hun nering en varen consumenten er wel bij. En daar schuilt de echte rijkdom in!

Ik wens het Hoofdbedrijfschap Detailhandel en de ondernemers in de detailhandel een succesvolle uitrol toe van de regeling ‘Afrekenen met winkeldieven’.