Minister reikt De Ruytermedaille uit

Kapitein Hans Lodder en oud schipper Anne Ruijg kregen vandaag de 'De Ruytermedaille' uitgereikt door minister Schultz van Haegen. Deze Koninklijke onderscheiding is een blijk van waardering voor een grote inzet en betrokkenheid bij de scheepvaart. Kapitein ter zee Hans Lodder van de Koninklijke Marine kreeg de medaille voor het beschermen van schepen tegen piraten in de Somalische wateren. Oud-schipper Anne Ruijg van de KNRM redde meer dan 2.200 mensen van een mogelijke verdrinkingsdood.”

“Wij Wilhelmina bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje hebben goedgevonden en verstaan ter gelegenheid van de herdenking van de geboorte voor driehonderd jaren van Michiel Adriaanszoon de Ruyter, luitenant-admiraal-generaal van Holland en West-Friesland, geboren te Vlissingen den 24sten maart 1907, een eerteken in te stellen voor schippers, stuurleden en verdere leden der bemanning van koopvaardij- en visschersschepen en andere personen, die zich door verdienstelijke daden voor de Nederlandsche scheepvaart hebben onderscheiden…”
Dames en heren,
Zo luidt het begin van het Koninklijk Besluit uit 1907 ondertekent door Koningin Wilhelmina.
Het begin van een hele mooie traditie die wij vandaag weer mogen vieren.
U begrijpt dat ik het een bijzonder grote eer vindt De Ruyter medailles te mogen uitreiken.
Vandaag worden twee mannen onderscheiden met deze medaille.
Twee mannen die deze hoge onderscheiding meer dan verdienen.
Zij krijgen een onderscheiding die in de maritieme wereld zeer hoog staat aangeschreven.
Dat de medaille is vernoemd naar Michiel Adriaanszoon de Ruyter geeft het gewicht van deze onderscheiding al aan.
Michiel de Ruyter: icoon uit onze vaderlandse maritieme geschiedenis.
De man die in de canon van onze nationale geschiedenis een zeer voorname plaats in neemt.
Een briljant strateeg en dapper zeeman.

En een zeeman die nationaal en internationaal alom werd bewonderd en gevreesd.
Een echte held van zijn tijd.

Dames en heren,
Sinds het Koninklijk Besluit van 1907 zijn er 202 medailles uitgereikt. Bijvoorbeeld aan Klaas van Urk, schipper van de motorreddingsboot Brandaris in de jaren twintig van de vorige eeuw, of aan Jan Bal, matroos op de Simon Bolivar die in 1939 nadat het schip op een mijn is gevaren tientallen opvarenden het leven redt met gevaar voor eigen leven. Of van recenter datum de mensen van de Nederlandse bergingsbedrijven Mammoet en Smit Internationale die een huzarenstuk uitvoerden bij de berging van een Russische kernonderzeeër Koersk.

En zo zijn er nog tal van prachtige voorbeelden van mensen die zich op bijzondere wijze hebben ingezet voor de veiligheid en het welzijn van opvarenden op zee en de Nederlandse scheepvaart in het algemeen.
Dat de zee veel geeft, maar ook veel neemt moge duidelijk zijn. Bij velen van u staan denk ik de schokkende beelden van de allesvernietigende aardbeving en tsunami in Japan nog scherp op het netvlies. Wat een enorme menselijke tragedie. Het doet ons beseffen hoe kwetsbaar en nietig wij zijn voor de kracht van de zee. Onze gedachten gaan uit naar de slachtoffers en de overlevenden die vaak hun hele bestaan weer moeten opbouwen.

Dames en heren,

Uit het feit dat in ruim 100 jaar ‘pas’ 200 maal de De Ruyter medaille is uitgereikt, blijkt het bijzondere karakter en de strenge criteria voor het in aanmerking komen van deze medaille.
Dan moet je toch wel heel bijzondere verdiensten hebben verricht. En dat is uiteraard vandaag dan ook weer het geval.
Twee mannen krijgen zoals gezegd zo meteen de De Ruytermedaille uitgereikt.
Twee mannen die beiden – ieder vanuit hun eigen beroep en persoonlijke kwaliteiten – dapper en doortastend te werk zijn gegaan.
Dapper en doortastend, twee eigenschappen die het verschil kunnen maken tussen leven en dood.

Ik begin met kapitein ter zee, de heer Lodder.
U was vorig jaar als commandant het Nederlandse fregat Hr. Ms Tromp betrokken bij de operatie Atalanta in de Golf van Aden en voor de kust van Somalië.
Dan weet iedereen dat we het hebben over de piraten die in deze regio zeer actief zijn. En die voor grote - vaak levensbedreigende - gevaren zorgen voor de internationale koopvaardij.
U hebt tijdens verschillende moeilijke en zeer gevaarlijke acties tegen piratengroepen doortastend en succesvol geopereerd.
Ook tijdens de bevrijding van opvarenden van het Duitse motorschip Taipan heeft u blijk gegeven van groot strategisch leiderschap.
Tijdens deze laatste actie zijn 10 piraten overmeesterd en overgedragen aan de Duitse justitie.
In totaal zijn er onder uw leiding 83 piraten ontwapend en verschillende piratenvaartuigen vernietigt.
Daarmee hebt u een zeer grote bijdrage geleverd aan de bescherming van kwetsbare schepen in deze regio.
U zeer bekwame maritieme optreden leidde ook tot grote internationale lof.
Ik kan mij overigens heel goed voorstellen dat u net als velen van ons opgelucht bent dat uw voormalige collega’s op de Tromp vorige week ongedeerd zijn vrijgekomen.
Dames en heren,
Dan de andere aanstaande gedecoreerde, de heer Ruig.
U bent 29 jaar als professioneel redder in nood in dienst geweest van de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij, eerst als stuurman en later als schipper.
In die periode bent u meer dan dertienhonderd keer uitgevaren voor hulp aan zeelieden, watersporters, eilandbewoners en toeristen.
U redde daarmee meer dan tweeduizend tweehonderd mensen van een mogelijke verdrinkingsdood.
Het uitvaren van uw reddingboot was ook van levensbelang voor eilandbewoners die met spoed naar de wal moesten door ziekte of ongeval.
24 uur per dag, 29 jaar lang was uw oproepbaar in geval van nood. Ook hebt u veel tijd en energie gestoken in het opleiden van vrijwilligers. Vrijwilligers zonder wie de Reddingsbrigade niet kan functioneren. Zo smeedde u een stabiele bemanning, met kundige en gedreven mensen. Ook als vraagbaak trad u vaak op als ‘echte’ ambassadeur voor de KNRM.
Dames en heren,
Ik zou me zo kunnen voorstellen dat beide heren zich ongemakkelijk voelen bij deze woorden van lof. U ziet uw werk wellicht als vanzelfsprekend en normaal.
Ik ga u dus redden uit deze benarde en ongemakkelijke situatie door mijn verhaal af te ronden en u beiden de medailles te overhandigen. Daarna wil ik graag met alle aanwezigen een toost uitbrengen op de beide heren. Maar eerst wil ik graag applaus voor de heren Lodders en Ruig.
Dank u wel.