Minister Donner: stijgende woonlasten beperken met energiebesparing

Energiebesparing kan de stijgende woonlasten beperken; dat is uiteraard gunstig voor de portemonnee van de consument. Daarom geeft minister Donner (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) een stevige impuls aan energiebesparing in bestaande huizen. Het kabinet stopt 10 miljoen euro in de rijkspremieregeling Meer met Minder. En introduceert ook de blok-voor-blok aanpak, een grootschalige aanpassing van woningen in één keer. Daarvoor is 2,5 miljoen euro beschikbaar als start.

Dat staat in het Plan van Aanpak Energiebesparing Gebouwde Omgeving dat vandaag naar de Tweede Kamer is gestuurd.

De premie voor energiebesparing was eerder al een succes. Bewoners en eigenaren kunnen daarop een beroep doen voor energiebesparende maatregelen in hun woning. Er werden méér maatregelen getroffen die ook versneld werden uitgevoerd. Minister Donner benadrukt dat de regeling er ook voor zorgt dat een reeks van investeringen los komt. Dat is in het voordeel van de bedrijven die de maatregelen uitvoeren.

De 10 miljoen euro is een tijdelijke én tevens laatste impuls en loopt tot uiterlijk 31 december 2011 (tenzij het budget eerder is uitgeput). Het is daarmee ook een overgangsperiode voor bedrijven om zich voor te bereiden op een situatie met minder subsidieregelingen vanuit het Rijk. Aannemers, installateurs, isolatiebedrijven en energiebedrijven moeten er voor gaan zorgen dat hun aanbod aan producten en diensten op peil is.

De blok-voor-blok aanpak is een nieuwe manier om grootschalig energie te besparen in de bestaande bouw. De aanpak van iedere woning apart kost naar verhouding meer en is versnipperd. Daarom kijkt het kabinet naar de blok-voor-blok aanpak. Met gebruik van standaardpakketten krijgen meerdere woningen tegelijk aanpassingen om 30% tot 50% aan energie te besparen. Lokale partijen werken samen met een regierol voor bijvoorbeeld de gemeente of corporatie en met inzet van geld van private financiers. In de komende periode start minister Donner een pilot met vijf projecten. Deze is een succes als blijkt dat de blok-voor-blok aanpak bruikbaar is voor een landelijke uitrol.

Andere maatregelen uit het plan van aanpak:

  • De slimme meter: geeft de consument inzicht in zijn daadwerkelijk verbruik om zijn gedrag te beïnvloeden.
  • De prijsprikkel: het kabinet wil de mogelijkheden onderzoeken of een niet-fiscale financiële prikkel consumenten kan stimuleren om hun gedrag aan te passen en zuiniger om te gaan met energie.
  • Invoering van de herziene EU-Richtlijn over energieprestaties van gebouwen.

De Rijksoverheid geeft zelf een voorbeeld voor energiebesparing in zowel nieuw te bouwen als bestaande of te renoveren rijksgebouwen. Als gevolg van het beleid rond duurzaam inkopen eist de Rijksgebouwendienst bij de huur van kantoorpanden minimaal het energielabel C. Andere huurders, (semi)overheden, corporaties en dienstverleners gaan mee in deze duurzaamheidseis bij de huur of aankoop. Recent onderzoek - uitgevoerd door de universiteit van Maastricht en de Erasmus universiteit - toont aan dat het beleid van de Rijksgebouwendienst een positief effect heeft op de marktwaarde per vierkante meter. Daarmee is voor het eerst een verband aangetoond tussen duurzaamheid (energie) en marktwaarde. Daarnaast zijn alle publiekstoegankelijke overheidsgebouwen groter dan 500 vierkante meter vanaf 2013 voorzien van een zichtbaar energielabel. Voor nieuwbouw stelt de Rijksgebouwendienst als doel om vanaf eind 2018 energieneutrale gebouwen te realiseren.

Voor de Europese klimaatdoelen van 20% C02-reductie in 2020 moet ook in gebouwen energie worden bespaard. Gebouwen zijn goed voor 30% van het totale energieverbruik in Nederland, hebben een groot besparingspotentieel en kunnen daardoor een belangrijke bijdrage leveren aan het realiseren van klimaatdoelstellingen, ook op de langere termijn.