Consultatie van het concept-wetsontwerp ter implementatie van de herziene elektronisch geldrichtlijn (RL 2009/110/EG)

De herziene elektronischgeldrichtlijn (richtlijn nr. 2009/110/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toegang tot, de uitoefening van en het prudentieel toezicht op de werkzaamheden van instellingen voor elektronisch geld, tot wijziging van de Richtlijnen 2005/60/EG en 2006/48/EG en tot intrekking van Richtlijn 2000/46/EG) moet ertoe leiden dat het aantrekkelijker wordt om een elektronischgeldinstelling te starten. De richtlijn moet per 30 april 2011 geïmplementeerd zijn in alle lidstaten. Daartoe is een wetsvoorstel opgesteld (het implementatiewetsvoorstel), waarop wij graag uw reactie ontvangen.

De titels I en II van de richtlijn zijn opgenomen in het implementatiewetsvoorstel. Deze wijzigingen zullen nog niet op 30 april aanstaande in werking zijn getreden. Dit brengt weliswaar onduidelijkheid met zich mee, maar hoeft in de praktijk niet tot grote problemen te lijden, mede omdat er overgangsrecht is opgenomen in de richtlijn op basis waarvan bestaande elektronischgeldinstellingen op basis van de oude regeling hun werkzaamheden kunnen voortzetten tot 30 oktober 2011. Het voorstel is om aan de wijzigingen in het implementatiewetsvoorstel terugwerkende kracht te verlenen tot 30 april 2011.

In titel III van de richtlijn is onder meer opgenomen dat elektronisch geld op verzoek moet worden terugbetaald. Deze bepaling wordt in eerste instantie geïmplementeerd in een algemene maatregel van bestuur die gebaseerd is op de nu bestaande wetgeving. Wij streven ernaar dat deze algemene maatregel zo spoedig mogelijk in werking zal kunnen treden. Met de inwerkingtreding van de implementatiewet zal deze algemene maatregel van bestuur nog enigszins worden aangepast.

U wordt uitgenodigd om op het concept-wetsontwerp ter implementatie van de richtlijn en op de voorgestelde wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft uw reactie te geven.

Bij de invulling van de lidstaatopties in de richtlijn hebben wij ervoor gekozen zoveel mogelijk het regime te volgen dat op betaalinstellingen van toepassing is. Reden hiervoor is dat het uitoefenen van het bedrijf van uitgever van elektronisch geld welhaast altijd gepaard zal gaan met het verlenen van betaaldiensten. Beide bedrijfsactiviteiten kunnen zodanig met elkaar verweven zijn, dat het onze verwachting is dat op termijn beide soorten instellingen zullen worden samengevoegd tot één type financiële onderneming met één vergunning.

Een deel van de regelgeving, met name dat deel dat de vrijstelling voor kleine elektronischgeldinstellingen regelt, zal worden uitgewerkt in lagere regelgeving. De hoofdlijnen van de beoogde vrijstelling zijn reeds beschreven in de toelichting op lidstaatoptie 11 in het algemeen deel van de toelichting. Wij zouden het op prijs stellen indien u hierop, voor zover dit nu al mogelijk is, in uw reactie uw visie zou willen geven.

Tot slot vragen wij uw speciale aandacht voor de paragraaf die betrekking heeft op de administratieve lasten. Mocht u op deze paragraaf nog aanvullingen hebben, dan vernemen wij dit graag, bij voorkeur inclusief kwantitatieve gegevens.

Reageren

Eenieder wordt tot en met vrijdag 18 maart 2011 in de gelegenheid gesteld om te reageren op het voorliggende concept-wetsontwerp ter implementatie van de herziene elektronisch geldrichtlijn.
U kunt uw reactie richten aan Iris Vissers (i.a.p.vissers@minfin.nl) en Hans Sassen (j.c.sassen@minfin.nl).