Overeenstemming over terugtrekken Rijk uit regionaal economisch beleid

Staatssecretaris Bleker (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) en de bestuurders van provincies en steden uit de verschillende landsdelen hebben in een constructieve sfeer begin februari 2011 overeenstemming bereikt over de afbouw van de rijksbetrokkenheid bij het regionaal economisch beleid.

Gezamenlijke aanpak: Pieken in de Delta

Het regionaal economisch beleid van het Rijk –Pieken in de Delta subsidies, regionale ontwikkelingsmaatschappijen en bedrijventerreinen- kende een gezamenlijke aanpak van Rijk, provincies en steden. Deze samenwerking is gericht op economische sterktes van een regio. Daarnaast voeren provincies, regio’s en steden een eigen economisch beleid. Dat sluit deels aan op de gezamenlijke aanpak met het Rijk, deels op de eigen economische uitdagingen.

Overgang

Nu de rijksbetrokkenheid stopt, betekent dit dat de subsidiemogelijkheden van Pieken in de Delta – een programma dat liep van 2006 tot en met 2010 - niet worden verlengd. Om een al te abrupte overgang –met name voor betrokken bedrijven en kennisinstellingen- te voorkomen stelt de staatssecretaris eenmalig een bedrag van € 35 miljoen beschikbaar. De landsdelen zijn zelf verantwoordelijk voor de besteding. Veel bestuurders van provincies en steden benadrukten het jammer te vinden dat de samenwerking in Pieken in de Delta afloopt. Door veel regio’s wordt die als succesvol ervaren. Gelet op de bezuinigingsopgave werd ook begrip getoond. Ook daarom is waardering uitgesproken dat een overgang mogelijk is gemaakt door de staatssecretaris.

Toekomst

Het kabinet richt zich de komende jaren op een integrale aanpak voor de topgebieden en clusters die genoemd zijn in het eerder gepresenteerde bedrijfslevenbeleid. Bleker wijst erop dat provincies en steden mee kunnen doen om deze gebieden verder te versterken, ieder vanuit z’n eigen verantwoordelijkheid. 'Zo versterken we de economie, samen met bedrijfsleven en kennisinstellingen. Het bevorderen van innovatie bij bedrijven kan ook via garanties en kredieten of door het wegnemen van belemmerende regelgeving. Daar heeft een ondernemer vaak meer aan dan aan een subsidie met allerlei ingewikkelde voorwaarden.'

Regionale ontwikkelingsmaatschappijen

De staatssecretaris heeft een eerdere uitspraak herhaald dat de subsidies van het Rijk aan de regionale ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) vanaf 2012 in drie jaar worden afgebouwd. Rijk en de provincies in Noord, Oost en Zuidoost zijn daarnaast aandeelhouders van de ROM’s. Hierover is afgesproken dat zij in overleg gaan over het toekomstig profiel van de ROM’s. Invalshoeken zijn daarbij de rol van de ROM’s in het regionaal economisch beleid van decentrale overheden en de mogelijke betekenis voor de ontwikkeling van de topgebieden. Voor de zomer wordt hier op bestuurlijk niveau verder over gesproken.

Bedrijventerreinen

Het Rijk heeft op dit moment afspraken met de regio’s over de aanpak van de herstructurering van bedrijventerreinen. Deze afspraken worden tot 2013 gerespecteerd. Met ingang van 2014 zijn er geen middelen vanuit het Rijk meer beschikbaar voor herstructurering van grote bedrijventerreinen. Provincies zijn daarna dan ook niet meer gehouden aan de in het convenant geformuleerde ambities.