Minister De Jager presenteert verbeterde begrotingsregels

Minister De Jager presenteert vandaag de Startnota met begrotingsregels en uitgaven- en inkomstenkaders voor de kabinetsperiode 2011-2015. In de Startnota staan begrotingsregels die op een aantal punten zijn verbeterd. Daarnaast geeft de minister inzicht in de manier waarop de maatregelen uit het regeerakkoord worden verwerkt in de rijksbegroting. Door deze actualisering en aanscherping legt het kabinet met de Startnota een goede basis voor een solide economisch beleid.

Zo is bijvoorbeeld het oplossen van tegenvallende rentelasten verbeterd. Deze moeten voortaan binnen het uitgavenkader worden opgelost. Meevallende rentelasten mogen echter niet gebruikt worden voor extra uitgaven. Die komen ten goede aan aflossing van de staatsschuld.

Ook het garantiebeleid is met de nieuwe begrotingsregels verbeterd; garanties stellen de begroting namelijk bloot aan een onzichtbaar budgettair risico. Om dit risico beter te beheersen worden alle nieuwe en bestaande garantieregelingen deze kabinetsperiode nader bekeken. Deze wijzigingen van de begrotingsregels komen overeen met afspraken in het huidige regeerakkoord.

In de Startnota komt het saldo van ombuigingen en intensiveringen neer op een bedrag van bijna 15 miljard euro. Ook de lastenmaatregelen uit het regeerakkoord zijn verwerkt in de Startnota. Samen met maatregelen die reeds zijn verwerkt in de Miljoenennota 2011, komt het totaal van maatregelen op 18 miljard euro.

Het EMU-saldo ( = feitelijk saldo) in 2015 wordt – na verwerking van deze maatregelen - geraamd op een tekort van 0,9 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Het structurele saldo is over de gehele kabinetsperiode echter beter. Volgens de methode van de Europese Commissie is het tekort 0,5 procent bbp in 2015; volgens de methode van het Centraal Planbureau komt het saldo zelfs positief uit, namelijk 0,2 procent bbp.

De begrotingsregels geven het kabinet een duidelijk kader waarbinnen politieke wensen moeten worden ingepast. Elke euro kan immers maar één keer worden uitgegeven. Hiermee wordt een ongewenste ontwikkeling van de uitgaven en de lasten voorkomen. De regels geven vorm aan beleid met een lange termijnvisie, zonder te hoeven reageren op de stand van de conjunctuur. Op deze manier wordt bijgedragen aan het vertrouwen van burgers en bedrijven in het beleid van de overheid.