Kamerbrief inzake het verslag van de RAZEB van 23 en 24 juli 2007

Aan de van de

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag

Directie Integratie Europa

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag

Datum

15 augustus 2007

Behandeld

J. Balfoort

Kenmerk

DIE-1150/07

Telefoon

070-3485005

Blad

6/6

Fax

070-3486381

Bijlage(n)

Betreft

Verslag van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 23 en 24 juli 2007

Hierbij hebben wij het genoegen u, mede namens de minister voor Ontwikkelings-samenwerking, het verslag te doen toekomen van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 23 en 24 juli jl.

De minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

De staatssecretaris voor Europese Zaken,

Drs. F.C.G.M. Timmermans

Verslag van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB)

van 23 en 24 juli 2007.

Algemene Zaken

Vierde cohesierapport

In openbare zitting gaf Commissaris Hübner een presentatie van het vierde Rapport over de Economische en Sociale Cohesie. Hübner refereerde aan artikel 159 op grond waarvan de Commissie elke 3 jaar een verslag produceert van de geboekte vooruitgang op cohesiegebied. Hübner memoreerde de rol van cohesiebeleid en gaf aan dat er binnen het beleid een verschuiving te zien was ten gunste van meer werkgelegenheid en groei. Deze earmarking conform de Lissabondoelstellingen heeft mede geleid tot meer investeringen in Onderzoek en Ontwikkeling en ICT.

Hübner verwees vervolgens naar de vragen die de Commissie heeft vastgesteld voor het debat over de toekomst van het cohesiebeleid. Hübner stelde dat de geformuleerde vragen uit 2 groepen bestaan: een groep rondom zaken die betrekking hebben op de territoriale dimensie en een groep rondom de vraag hoe door aanpassing van het cohesiebeleid de efficiency en effectiviteit kunnen worden verhoogd.

Tot slot gaf zij aan dat met het Cohesie Forum op 27/28 september een proces van reflectie over het cohesiebeleid zal worden gestart, gevolgd door een consultatie-proces.

Externe Betrekkingen

WTO /DDA (Doha Development Agenda)

Commissaris Mandelson gaf een analyse van de onderhandelingspapers over landbouw en industrieproducten die op 17 juli door de voorzitters van de onderhandelingsgroepen in Genève werden gepresenteerd. De Commissie was van mening dat de voorzitters goed werk hadden afgeleverd dat zou kunnen leiden tot een akkoord over volledige modaliteiten in dit najaar. Hiervoor was nog veel werk noodzakelijk. Evenmin was er een garantie dat dit ook zou lukken. De voorzitters hadden getracht daadwerkelijk het midden in de onderhandelingsposities van de WTO-leden op te zoeken, en hadden op alle partijen druk gezet om tot compromissen te komen. De teksten worden in de week van 23 juli voor het eerst in Genève besproken; dan moet ook blijken of zij daadwerkelijk een basis voor verdere onderhandelingen kunnen bieden.

Sudan /Darfur

De Raad sprak over de ontwikkelingen in Sudan/Darfur en over de EU-inspanningen. De EU zal steun blijven verlenen aan het door de Afrikaanse Unie (AU) en de VN geleide politieke proces en zich sterk blijven maken voor een versnelling van dat proces, dat aan momentum lijkt te winnen. Tevens blijft de EU inzetten op een snelle ontplooiing van de hybride VN/AU-missie en verbeterde toegang en veiligheid voor humanitaire hulpverlening. De ministers onderkenden dat de (financiële) ondersteuning van AMIS dient te worden verzekerd totdat de hybride VN/AU-missie operationeel zal zijn. De Raad herhaalde haar bereidheid verdere maatregelen te nemen tegen degenen die dit proces blokkeren.

Tevens werd ingestemd met voorlopige planning voor een eventuele EVDB-(overbruggings)missie die, als daartoe wordt besloten, moet dienen als voorbereiding van de ontplooiing van de voorziene VN-missie in Oost-Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek.

Nederland maakte hierbij twee kanttekeningen, namelijk 1) dat deze EVDB-missie niet de aandacht voor de hoofdzaak zou mogen afleiden, te weten de situatie in Sudan/Darfur zelf, en 2) dat een “overbruggingsmissie" een duidelijke exitstrategie behoeft. Eventuele besluitvorming over een EVDB-missie zal bij een volgende Raad plaatsvinden.

Democratische Republiek Congo

De minister van Buitenlandse Zaken van België deed beknopt verslag van zijn recente bezoek aan de DRC en Rwanda. Hij toonde zich zeer bezorgd over met name de situatie in Oost-Congo, hetgeen door meerdere ministers werd onderschreven. De Raad zal de ontwikkelingen dan ook nauwgezet blijven volgen.

Oekraïne

De Raad benadrukte het belang van voortzetting van het politieke en economische hervormingsproces in Oekraïne. De EU-Oekraïne Top, die op 14 september zal plaats vinden, onderstreept de betrokkenheid van de EU bij dit land. Daarnaast zal de EU bij de Top het belang benadrukken van een vrij en eerlijk verloop van de Oekraïense parlementsverkiezingen op 30 september. Voorts zal de EU aandringen op een spoedige oplossing van de resterende problemen die de toetreding van Oekraïne tot de WTO nog in de weg staan.

MOVP (Midden-Oosten Vredesproces)

De Raad was het eens over de noodzaak om spoedig een geloofwaardig Israë lisch-Palestijns vredesproces op gang te brengen, met een twee-statenoplossing als uitgangspunt. De ministers verwelkomden de gesprekken tussen premier Olmert en president Abbas en benadrukten dat het Arabische vredesinitiatief een belangrijk element vormt bij het boeken van vooruitgang op weg naar regionale vrede.

De Raad bevestigde zijn steun voor president Abbas en premier Fayyad en voor de hervatting van contacten tussen de EU en de instituties van de Palestijnse Autoriteit. De EU blijft tegelijkertijd gecommitteerd aan bevolking van Gaza en blijft humanitaire hulp verlenen en maakt zich sterk voor de opening van de grensovergangen van Gaza.

De Raad zet in op een actieve rol van het Kwartet en zal, evenals de Europese Commissie, Kwartet-Vertegenwoordiger Blair steunen in zijn werkzaamheden. De hernieuwde bevestiging van de Amerikaanse president Bush zich sterk te maken voor het vredesproces in het Midden-Oosten werd door de ministers verwelkomd.

Westelijke Balkan

De ministers bespraken de jongste ontwikkelingen in de VN-Veiligheidsraad (VNVR) over de statusbepaling voor Kosovo. Op vrijdag 20 juli jl was gebleken dat de VNVR geen mogelijkheid zag om overeenstemming te bereiken over een resolutie over Kosovo, op basis van het zogeheten Ahtisaari-plan.

Op 25 juli zal een bijeenkomst van de Contact Groep plaats vinden die zal moeten besluiten over het voortzetten van de onderhandelingen met en tussen de betrokken partijen, naar verwachting voor een periode van 120 dagen.

Onder ministers werd de mening breed gedeeld dat aan het einde van de onderhandelingsperiode de VNVR op basis daarvan alsnog de mogelijkheid zou moeten onderzoeken om een nieuwe resolutie over de toekomst van Kosovo aan te nemen. Afgesproken werd voorts dat de lidstaten van de EU tijdens het onderhandelingsproces steeds geïnformeerd zouden worden over de voortgang in de Contactgroep onderhandelingen via het hoogambtelijke Politiek en Veiligheid Comité (PSC). Waar nodig zullen de Lidstaten inbreng kunnen leveren via de vertegenwoordiging van de EU (Hoge Vertegenwoordiger Solana) in de Contactgroep.

De ministers benadrukten tot slot dat de voortgezette onderhandelingen een serieus proces moesten betreffen, op basis van het Ahtisaari-plan, waarbij geen van de partijen uit kon gaan van een vooropgezette uitkomst.

Iran

Wegens tijdgebrek werd de bespreking over de meest recente ontwikkelingen in het Iraanse nucleaire dossier beperkt tot de melding van Hoge Vertegenwoordiger Solana dat besprekingen gaande zijn tussen het IAEA en Iran over de openstaande vragen in verband met de omvang en capaciteit van Iran’s nucleaire programma.

Libië

De Raad sprak kort over de situatie van de vijf Bulgaarse verpleegsters en de Palestijnse assistent arts in afwachting van de uitkomst van de gesprekken die Commissaris Ferrero-Waldner dezelfde dag in Libië hierover voerde.

Resolutie 1562 van de Raad van Europa

Ter uitvoering van de motie Pechtold c.s. (voorgesteld 3 juli jl.), had Nederland voor de RAZEB de aanbevelingen laten agenderen die de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa deed naar aanleiding van het rapport van de Zwitserse senator Marty inzake geheime CIA-vluchten en detentiecentra. Nederland verzocht de lidstaten hieraan - waar van toepassing - follow-up te geven. Daarnaast is - conform de motie Pechtold c.s. - Roemenië en Polen assistentie aangeboden. Beide lidstaten wezen de beschuldigingen van Marty over vermeende medewerking aan geheime detentiecentra ten enenmale af en refereerden aan eigen nationale onderzoeken. Beide lidstaten wezen er op dat Marty kennelijk niet heeft willen ingaan op hun uitnodiging om de omstreden locaties in hun landen te bezoeken en klaagden over het gebrek aan hoor- en wederhoor. Zij gaven beide aan dat verdere discussie over het rapport wat hen betreft in het kader van de Raad van Europa zou moeten worden gevoerd.

Litvinenko-zaak

De Britse minister van Buitenlandse Zaken gaf een kort overzicht van de recente gebeurtenissen in de Litvinenko-zaak. Het Portugese EU-voorzitterschap gaf op 18 juli terzake een verklaring uit waarin teleurstelling werd uitgesproken over het feit dat Rusland niet constructief met de Britse autoriteiten samenwerkte. Een aantal lidstaten gaf aan zich meer in het algemeen zorgen te maken over de Russische opstelling op verschillende dossiers. Het Voorzitterschap stelde voor om tijdens de volgende informele bijeenkomst van de ministers van Buitenlandse Zaken op 7 en 8 september a.s., een diepgaande discussie over de volle breedte van de betrekkingen tussen de EU en Rusland te voeren.

Zimbabwe

De Raad nam nota van een korte uiteenzetting door de Britse minister van Buitenlandse Zaken over de verslechterende situatie in Zimbabwe.

Oecumenisch patriarchaat in Turkije

Griekenland vroeg aandacht voor de uitspraak van het Hof van Cassatie van Turkije inzake het oecumenische patriarchaat. Lidstaten waren het eens over het grote belang van vrijheid van godsdienst. Discussie stond in het teken van de beste wijze om volledige erkenning ervan verzekerd te krijgen.

Intergouvernementele Conferentie

In de marge van de RAZEB heeft het voorzitterschap de Intergouvernementele Conferentie (IGC) officieel geopend. De voorzitter van de Commissie en de vertegenwoordigers van het Europees Parlement in de IGC (de Europarlementariërs Brok, Báron Crespo en Duff) waren daarbij eveneens aanwezig. Het voorzitterschap benadrukte dat het mandaat van de IGC, dat is vastgesteld door de Europese Raad in juni jl., nauwgezet moet worden nageleefd. De IGC zal zich niet buiten de parameters van dit mandaat mogen begeven. De ontwerptekst van het herzieningsverdrag, inclusief de bijbehorende protocollen en verklaringen (Franse versie, de vertalingen zullen volgen), is door het voorzitterschap reeds gepubliceerd op de website van de Raad van Ministers (www.consilium.europa.eu). Een inhoudelijk debat over het ontwerp-herzieningsverdrag heeft niet plaatsgevonden. Een werkgroep van juridische deskundigen uit de lidstaten zal het ontwerp-herzieningsverdrag bespreken ter voorbereiding van de informele bijeenkomst van de regeringsleiders op 18/19 oktober 2007 in Lissabon.