Beantwoording vragen van de leden Van Gennip, Knops en Ferrier over de versterking van de Afghaanse politie

Bijgaand bieden wij u aan de antwoorden op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Van Gennip, Knops en Ferrier over de versterking van de Afghaanse politie. Deze vragen werden ingezonden op 17 september 2007 (uw kenmerk 2060725470).

De minister van Buitenlandse Zaken,

drs. M.J.M. Verhagen

De minister van Defensie,

E. van Middelkoop

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

drs. A.G. Koenders

Antwoorden van minister van Buitenlandse Zaken Verhagen, minister van Defensie Van Middelkoop en minister voor Ontwikkelingssamenwerking Koenders op vragen van de leden Van Gennip, Knops en Ferrier (allen CDA) over de versterking van de Afghaanse politie.

Vraag 1

Hoe beoordeelt u de uitspraak van de Amerikaanse generaal-majoor Durbin, die belast was met de opleiding van de Afghaanse veiligheidstroepen, dat slechts veertig procent van het 70.000 man sterke politiekorps de beschikking heeft over voldoende wapens, communicatie-uitrusting en voertuigen, en dat zestig procent ronduit slecht is uitgerust? 1) Deelt u de mening dat een slecht opgeleide, slecht gemotiveerde en een slecht uitgeruste Afghan National Police (ANP) de Taliban in de kaart speelt en de wederopbouw ondermijnt? Deelt u de mening dat juist de opbouw van de ANP cruciaal is om de wederopbouw en veiligheid stapsgewijs te kunnen overdragen aan de Afghaanse samenleving zelf?

Antwoord

De kwaliteit en kwantiteit van de uitrusting van de Afghaanse veiligheidstroepen laat te wensen over. Net als generaal-majaar Durbin is de Nederlandse regering hierover bezorgd. De afgelopen jaren zijn aanzienlijke investeringen gedaan om deze situatie te verbeteren en de internationale inspanning op dit terrein is in 2007 groter dan ooit tevoren. Zo investeert de donorgemeenschap met de Verenigde Staten als veruit de grootste donor, vele miljarden in versterking van politie en leger in Afghanistan.

Een goed uitgerust, opgeleid en gemotiveerd Afghaans veiligheidsapparaat is in onze ogen essentieel voor de wederopbouw en voor duurzame stabiliteit van Afghanistan. ISAF zal de veiligheidstaken immers geleidelijk moeten kunnen overdragen aan het Afghaanse leger en de Afghaanse politie. Versterking van de Afghaanse politie heeft daarom prioriteit voor de Internationale Gemeenschap en de NAVO in Afghanistan.

Vraag 2

Hoe verloopt de opbouw en de versterking van de politie in Uruzgan? Welke resultaten hebben de Nederlandse initiatieven, zoals het leveren van materialen voor een basisuitrusting, het verschaffen van middelen voor de bouw van checkpoints, een politietrainingscentrum en een veiligheidscoö rdinatiecentrum, tot dusver concreet opgeleverd? Welke concrete acties gaat u nog ondernemen – al dan niet samen met de Afghaanse overheid – om in de komende maanden de ANP substantieel te versterken?

Antwoord

Er zijn op dit moment circa 250 ANP-agenten in Uruzgan. Nederland heeft in samenwerking met Combined Security Transition Command – Afghanistan (CSTC-A) 963 Afghaanse hulpagenten (Afghan National Auxiliary Police (ANAP)) opgeleid. Het verloop onder deze hulpagenten is echter groot en wordt thans geschat op 40% (zie ook Kamerbrief d.d. 24 september 2007).

Nederland heeft uit het stabiliteitsfonds 300.000 € beschikbaar gesteld voor de bouw en het herstel van politiecheckpoints. Dit project is gedeeltelijk nog in uitvoering.

Het Provinciaal Coördinatie Centrum (PCC) is inmiddels operationeel. Vanuit het Provinciaal Reconstructie Team ondersteunt personeel van de Koninklijke Marechaussee dagelijks dit centrum door het trainen en begeleiden van de staf.

Op 12 september jl. stemde de International Police Coordination Board in Kaboel in met het Nederlandse initiatief om in Uruzgan een Provinciaal Politie Trainingscentrum te bouwen, waarvoor een bedrag van vier miljoen euro beschikba ar is gesteld uit het stabiliteitsfonds. Daarmee is de toezegging verkregen dat het trainingscentrum ook van personeel en uitrusting zal worden voorzien. De Nederlandse ambassade in Kaboel is doende een en ander vast te leggen in een overeenkomst met het Afghaanse ministerie van Binnenlandse Zaken. De bouw van het trainingscentrum zal naar verwachting nog dit najaar kunnen beginnen.

Het trainingscentrum zal een belangrijke bijdrage leveren aan het structureel verbeteren van de kwaliteit van de politie in Uruzgan. Het biedt de mogelijkheid om politieagenten op te leiden, te trainen en over langere termijn te volgen. Nederland verzorgt nu al in samenwerking met CSTC-A de opleiding van de ANAP (hulppolitie) in Tarin Kowt en Deh Rawod. De ANP wordt in Kandahar opgeleid.

Vraag 3

In hoeverre vormt de salariëring van de Afghaanse politie en het Afghaanse nationale leger (ANA) een probleem in Uruzgan? Hebben de Nederlandse bijdragen aan het “Law and Order Trust Fund” tot dusver bijgedragen aan verlichting van deze problematiek in Uruzgan?

Antwoord

De onregelmatige uitbetaling van de politiesalarissen is een groot knelpunt in Uruzgan. Minister-president Balkenende en minister voor Ontwikkelingssamenwerking Koenders hebben hier tijdens hun laatste bezoek aan Afghanistan aandacht voor gevraagd bij president Karzai en diverse Afghaanse ministers (zie ook Kamerbrief d.d. 24 september 2007). Minister Verhagen heeft deze kwestie aangekaart tijdens zijn ontmoetingen met RC/South partners en Afghaanse bewindspersonen en marge van de AVVN in New York.

Capaciteitsproblemen, logistieke belemmeringen, het ontbreken van een bancair systeem, het afromen van salarissen van ondergeschikten door lokale commandanten en mismanagement bij het Afghaanse ministerie van Binnenlandse Zaken, zijn er mede voor verantwoordelijk dat politieagenten niet regulier worden uitbetaald. Het verbeteren van de procedures bij het ministerie van Binnenlandse Zaken in Afghanistan heeft voor de Internationale Gemeenschap dan ook prioriteit.

De politiesalarissen worden deels gefinancierd uit het ‘Law and Order Trust Fund’ van UNDP. De Nederlandse bijdrage aan dit fonds (20 miljoen euro in twee jaar) heeft de problemen op nationaal niveau zeker verlicht, tevens is kanalisering via de UNDP een waarborg voor adequaat beheer.

De salarissen van ANA-militairen worden niet gefinancierd uit het ‘Law and Order Trust Fund’. De uitbetaling van de ANA-salarissen geschiedt door het beter georganiseerde Afghaanse ministerie van Defensie en verloopt naar omstandigheden goed.

Vraag 4

Bent u bereid de inzet van meer middelen te overwegen, bijvoorbeeld uit het Stabiliteitsfonds, teneinde bij te dragen aan de versterking van de Afghaanse politie en het ANA in Uruzgan, in het bijzonder als het gaat om voldoende salariëring?

Antwoord

Onlangs is besloten de salarissen van de lagere rangen van de Afghaanse politie te verhogen en daarmee gelijk te trekken met die van het Afghaanse leger. Uit het stabiliteitsfonds worden activiteiten gefinancierd die tot doel hebben de structuren van de ANP te versterken. Directe betaling van de politiesalarissen door Nederland is niet aan de orde.

De Nederlandse bijdrage in 2007 van tien miljoen euro aan het ‘Law and Order Trust Fund’ werd uit het stabiliteitsfonds gefinancierd. Verdere concrete bijdragen aan de versterking van de politie worden thans onderzocht.

Vraag 5

Wat is de stand van zaken ten aanzien van de belofte van de Afghaanse regering om het ANA in Uruzgan te versterken en er een brigade te stationeren? Wanneer arriveren deze manschappen? Zijn ze dan ook voldoende opgeleid, bewapend en betaald? Bent u bereid op korte termijn concrete, aanvullende afspraken met de Afghaanse overheid te maken ter versterking van zowel het ANA als ANP opdat bovenstaande problemen op zo kort mogelijke termijn worden opgelost?

Antwoord

Tijdens zijn recente bezoek heeft minister-president Balkenende president Karzai herinnerd aan de toezeggingen over aantallen militairen en politieagenten welke hij had gekregen tijdens zijn laatste bezoek aan Afghanistan (augustus 2006).

Deze zomer is reeds besloten de nieuw opgerichte 4e Brigade van het 201 ANA Corps te ontplooien in Uruzgan. Hierdoor zal het aantal beschikbare ANA-eenheden geleidelijk worden uitgebreid. De eerste eenheden die de komst van deze brigade moeten voorbereiden zijn inmiddels in Uruzgan gearriveerd (zie ook Kamerbrief d.d. 24 september 2007). Voordat de ANA-eenheden in Uruzgan worden ingezet, volgen zij nog een trainingsprogramma buiten de provincie Uruzgan. Het trainingsprogramma is overigens een continu proces dat ook in Uruzgan zal worden voortgezet.

Om de operationele inzetbaarheid van de nieuwe ANA-eenheden zeker te stellen heeft Nederland zijn OMLT-bijdrage (Operational Mentoring and Liaison Teams; Nederlandse trainers en mentoren) voor de 4e Brigade uitgebreid met twee extra teams tot een totaal van vier OMLT’s. De verwachting is dat de verplaatsing van de 4e Brigade naar Uruzgan in januari is afgerond, afhankelijk van de beschikbaarheid van voldoende transportcapaciteit naar Tarin Kowt.

Het Nederlandse ministerie van Defensie beziet of eventuele tekorten in de uitrusting (bijv. helmen) door Nederland kunnen worden geleverd. De salarissen voor het brigadepersoneel zullen worden betaald door het Afghaanse ministerie van Defensie. Nederland zal uit het stabiliteitsfonds een bijdrage leveren aan het NATO ANA Transportation Fund. Dit fonds heeft tot doel het transport van ANA-materieel te vergemakkelijken.

1) ‘Generaal VS: Afghaanse politie slecht uitgerust’, Novum/AP, 28 augustus 2007