Beantwoording vragen leden Ormel, Jonker en Omtzigt over het voorzitterschap van Servië van de Raad van Europa

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Ormel, Jonker en Omtzigt over het voorzitterschap van Servië van de Raad van Europa. Deze vragen werden ingezonden op 16 mei 2007 met kenmerk 2060715180.

De minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

Vragen van de leden Ormel, Jonker en Omtzigt (allen CDA) aan de minister van Buitenlandse Zaken over het voorzitterschap van Servië van de Raad van Europa.

Vraag 1
Waarom heeft Nederland tijdens de vergadering van het comité van ministers van de Raad van Europa op 11 mei jl. te Straatsburg geen bezwaar gemaakt tegen het voorzitterschap van Servië van de Raad van Europa? 1)

Vraag 3
Wat vindt u van de mening van mensenrechtenorganisaties dat het Servische voorzitterschap de geloofwaardigheid van de Raad aantast, omdat Servië zich onvoldoende inspant om de van oorlogsmisdaden verdachte Ratko Mladic uit te leveren aan het Joegoslavië Tribunaal?

Antwoord

Servië voldeed aan de basisvereisten van de gedeelde Europese waarden toen het in 2003 lid werd van de Raad van Europa. Servië is nu op basis van de alfabetische volgorde aan de beurt voor het voorzitterschap, dat derhalve niet kan worden gezien als een waardeoordeel over het beleid van het betrokken land of de Raad van Europa.

Participatie van Servië in internationale (mensenrechten-)organisaties, zoals de Raad van Europa, draagt bij aan een verdere verbetering van de lokale mensenrechtensituatie. Een aantal recent toegetreden lidstaten, waaronder Servië, is onderworpen aan een systeem van monitoring van de verplichtingen die zij aangingen bij toetreding tot de Raad van Europa, waarbij periodiek zogenaamde ‘peer reviews’ plaatsvinden. Ondersteuningsprogramma’s van de Raad van Europa zijn bovendien gericht op de verwerking van het verleden en de bevordering van de mensenrechten en het democratisch proces in nieuwe lidstaten. Het Servische lidmaatschap – en a fortiori het voorzitterschap – van de Raad van Europa wordt benut om het democratische gehalte van Servië te bevorderen. Monitoring in Raad van Europa kader wijst uit dat de mensenrechtensituatie in Servië gedurende de afgelopen jaren is verbeterd.

Nederland heeft in het Comité van Ministers van de Raad van Europa op 11 mei jl. een klemmend beroep gedaan op de Servische regering om tevens uiting te geven aan de verantwoordelijkheid die het voorzitterschap van de Raad van Europa met zich brengt door volledige medewerking te verlenen aan het Joegoslavië Tribunaal. In multilateraal verband en in bilaterale contacten met Belgrado blijft Nederland het belang van volledige samenwerking met het tribunaal benadrukken.

Vraag 2
Hoe beoordeelt u de huidige politieke situatie in Servië?

Antwoord

De uiteindelijke formatie van de nieuwe democratische regering in Belgrado is een positieve ontwikkeling. Met het oog op de onderhandelingen over de status van Kosovo, zal moeten worden bezien of Servië nu daadwerkelijk de kans grijpt om vooruitgang te boeken met hervormingen op het pad naar de EU.

EU Commisaris Rehn heeft op 16 mei jl. een bezoek gebracht aan Belgrado. Daar gaf hij aan dat de nieuwe regering duidelijk betrokkenheid bij het Joegoslavië-Tribunaal heeft getoond en daar nu uitvoering aan moet geven door middel van het Servisch Actie-Plan voor samenwerking met het Joegoslavië-Tribunaal.

Het Nederlandse beleid richt zich op het stimuleren van samenwerking door Servië met het Tribunaal en daarmee het faciliteren van uiteindelijke integratie in de Euro-Atlantische structuren. Nederland staat open voor een verdieping van de relatie EU-Servië op basis van het criteria-gebonden uitbreidingsbeleid van de Europese Unie waarop Nederland vorig jaar heeft aangedrongen.

Vraag 4
Vindt u het wenselijk dat het Standing Comittee van de Raad van Europa tijdens het voorzitterschap van Servië vergadert in Belgrado ?

Antwoord

Het is gebruikelijk dat het voorzitterschap van de Raad van Europa evenementen organiseert in eigen land. Zo is het ook gebruikelijk dat het Standing Committee van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa – die daarin overigens autonome besluitvormingsbevoegdheid heeft – bijeenkomt in het land dat het voorzitterschap bekleedt.

1) Reformatorisch Dagblad, 11 mei 2007