Onderzoek OM: Lijst Zembla stelt OM onterecht in kwaad daglicht

Het televisieprogramma Zembla heeft in de uitzending van 31 januari 2010 een onjuist beeld gecreëerd van het OM en zijn medewerkers. Dat stelt het OM na onderzoek door het Wetenschappelijk Bureau van het Openbaar Ministerie (WBOM).

In de uitzending stelde Zembla dat officieren van justitie doelbewust bewijs zouden hebben vervalst en dat zij ontlastend bewijs zouden hebben achtergehouden voor de rechter en de verdediging. In het programma en op zijn website toonde Zembla een lijst van 96 zaken waarin sprake zou zijn van ‘falende’ officieren van justitie. Door fouten van het OM zouden 150 verdachten van moord, doodslag, kinderporno en mensenhandel vrijuit zijn gegaan. Voor de betrokken officieren zou dit geen personele consequenties hebben gehad.

Het Wetenschappelijk Bureau van het OM (WBOM) dat de lijst heeft onderzocht, concludeert dat voor deze stellingen van Zembla geen grond bestaat.

Het College van procureurs-generaal stelt vast dat Zembla met de betreffende uitzending een onjuist beeld van het OM en zijn medewerkers heeft gecreëerd. Hierdoor zijn met naam vermelde officieren van justitie in hun integriteit geschaad en is het OM als organisatie ten onrechte in een kwaad daglicht gesteld.

De stellingen van Zembla zijn gebaseerd op een door het programma samengestelde lijst waarop 96 zaken zijn vermeld waarin in een periode van ruim tien jaar een officier van justitie een ‘fout’ zou hebben gemaakt. Het College van procureurs-generaal heeft voorafgaand aan de opnames geen inzage in deze lijst gekregen en heeft direct na de uitzending het WBOM gevraagd ‘de juistheid van de verwijten die aan het OM of aan een individuele OM-functionaris werden gemaakt’ te onderzoeken.

Uit dit onderzoek blijkt, dat het verwijt dat officieren van justitie doelbewust ontlastend bewijsmateriaal achterhouden en doelbewust bewijsmateriaal vervalsen, onjuist is. Dat geldt ook voor het verwijt dat door fouten van officieren 150 verdachten van moord, doodslag, kinderporno en vrouwenhandel op vrije voeten zijn gekomen.

Verder ligt het aantal zaken, waarbij een officier van justitie een verzuim valt aan te rekenen, beduidend lager dan Zembla in zijn lijst van 96 zaken stelt. Binnen de onherroepelijk zaken betreft dit uiteindelijk zeventien zaken, waarvan in vijf zaken de rechter geen gevolg verbond aan het verzuim. Van de resterende twaalf zaken ligt in drie gevallen de oorsprong van het verzuim buiten het OM. Het algemene verwijt dat Zembla ten aanzien van officieren van justitie maakt, is dan ook ongegrond. Dit geldt ook voor het verwijt dat officieren die fouten maken promotie krijgen.

Minister Hirsch Ballin heeft het WBOM-onderzoeksrapport aan de Kamer gestuurd. Het onderzoek is hieronder te vinden. Lees voor meer informatie ook het persbericht van het OM.

Video onderzoek lijst Zembla

Bekijk ook de video van het OM, waarin extern adviseur Prof. Mr. Theo de Roos, directeur van het WBOM Gert Haverkate en voorzitter van het college van procureurs-generaal Harm Brouwer ingaan op de resultaten van het WBOM-onderzoek.