Oplossing voor kapitaallastenproblemen ziekenhuizen

Met de afschaffing van het bouwregime in 2008 is een eerste stap gezet naar de invoering van meer risicodragendheid bij ziekenhuizen voor hun kapitaallasten. Uit het oogpunt van zorgvuldigheid vindt minister Klink van Volksgezondheid een overgangsregeling noodzakelijk waarin wordt aangeven hoe de overgang op het punt van de vergoeding voor de kapitaallasten wordt vormgeven in het geval van beëindiging van de huidige budgetbekostiging. Dat schrijft hij vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.

Onder het huidige bekostigingsregime krijgen ziekenhuizen hun kapitaallasten nog automatisch vergoed onafhankelijk van de hoeveelheid zorg die zij leveren. Sinds 1 januari 2008 is het zogenaamde bouwregime afgeschaft en hebben ziekenhuizen niet langer een bouwvergunning nodig van de overheid. Met de afschaffing van het bouwregime liepen ziekenhuizen voor het vrije segment (momenteel 34% van de ziekenhuiszorg) al risico over nieuw- en verbouwplannen.

Een deel van de financiële gevolgen wordt al in 2010 eenmalig vergoed. Het gaat dan om de zogenaamde immateriële vaste activa (IVA), zoals plan- aanloop- en ontwikkelkosten, want deze kapitaallasten worden met invoering van prestatiebekostiging helemaal niet meer vergoed. Hiervoor zet de minister de € 160 miljoen in die vorig jaar beschikbaar was gesteld als bouwimpuls voor de ziekenhuissector.

Daarnaast komt er een garantieregeling die ziekenhuizen gedurende 6 jaar (tot 2017) een in omvang afnemende garantie biedt voor de kapitaallastenvergoeding zoals ziekenhuizen die onder het oude bekostigingsregime zouden hebben gehad. Vooral ziekenhuizen die recent nieuwbouw hebben gepleegd of ziekenhuizen met nieuwbouwplannen zullen bij beëindiging van de huidige budgetbekostiging van deze garantieregeling profiteren. Vanaf 2017 dragen ziekenhuizen dan helemaal zelf risico voor de kapitaallasten. De NZa zal de overgangsregeling verder uitwerken.