LNV start onderzoek naar meest kansrijke weidevogelgebieden

Minister Gerda Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) gaat landelijk in beeld brengen welke gebieden het meest kansrijk zijn voor stabiele weidevogelpopulaties. Met het onderzoeksproject, waarvoor het ministerie 300.000 euro uittrekt, ondersteunt LNV provincies, terreinbeherende organisaties, agrariërs en vrijwilligers bij de uitvoering van de nieuwe gebiedsgerichte aanpak van het weidevogelbeheer.

Minister Verburg heeft dat vandaag bekend gemaakt bij de première van de film "Een toekomst voor weidevogels?" in het nationaal park Arkemheen-Eemland. In de film, die is gemaakt in opdracht van de Kenniskring Weidevogellandschap, gaat oud-schaatskampioen en boerenzoon Ard Schenk in op het leven van de weidevogels en de unieke waarde van het weidevogellandschap als cultuurverschijnsel. De film is bedoeld voor alle betrokkenen bij de uitvoering van het weidevogelbeheer in Nederland en dient ter inspiratie voor een nieuw en effectiever weidevogelbeheer.

Met de invoering van het nieuwe subsidiestelsel natuur- en landschapsbeheer begin dit jaar is de uitvoering van het weidevogelbeheer een verantwoordelijkheid van de provincies. De provincies gaan bij dit beheer uit van een gebiedsbenadering, waarbij het behoud van de weidevogels een plek krijgt bij alle activiteiten in een gebied. Inzet is dat boeren in de gebieden samen met bestuurders, terreinbeherende organisaties en vrijwilligers collectieve beheerplannen voor het weidevogelbeheer ontwikkelen. In Nationaal Landschap Arkemheen-Eemland is dit inmiddels met succes gedaan. Een groot deel van de boeren in dat gebied doet mee aan het weidevogelbeheer en onderhoudt landschapselementen.

Minister Verburg heeft bij de presentatie van de film het belang van de weidevogels voor de biodiversiteit en voor het Nederlandse landschap onderstreept. "Het aantal soorten neemt af. Dat is niet alleen jammer omdat daardoor een uniek agrarisch cultuurlandschap verarmt, maar ook zorgelijk omdat plant- en diersoorten niet zonder elkaar kunnen. Ze hebben elkaar nodig. De wei de weidevogel, de zee de garnaal", aldus de minister.

Volgens de minister is het van groot belang dat boeren, particulieren, bestuurders en natuurorganisaties samen de schouders zetten onder het weidevogelbeheer en het behoud van biodiversiteit in het algemeen. Er zijn inmiddels diverse initiatieven genomen waarbij de schotten tussen landbouw en natuur zijn afgebroken en ecologie en economie elkaar versterken.

Minister Verburg heeft in Arkemheen gemeld dat deze ontwikkeling verzilverd moet worden. "Ik wil daarom op korte termijn proberen een samenwerkingsovereenkomst te schetsen tussen boeren en natuurorganisaties, om elkaars bondgenoten te worden op het gebied van landbouw en natuur. Een mooi voorbeeld van hoe het kan is het mosselconvenant in de Waddenzee", aldus de minister.