Brief aan de Kamer over Griekenland

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA S'-GRAVENHAGE

Datum 4 maart 2010
Betreft: Griekenland

Ons kenmerk
BFB 2010-256M

Geachte voorzitter,

Uw Kamer vroeg mij in een schriftelijk verzoek (d.d. 2 maart 2010) informatie over berichten in de media over financiële steun aan Griekenland. In deze brief informeer ik u nader over de laatste ontwikkelingen omtrent de Griekse overheidsfinanciën en ga ik in op uw vraag.

Griekse overheidsfinanciën
Mijn voorganger schetste in een eerdere brief over dit onderwerp (d.d. 10 februari 2010, kenmerk BFB 2010-135M) reeds de zorgelijke toestand van de Griekse overheidsfinanciën. Sinds zijn schrijven zijn wij de ontwikkelingen in Griekenland onverminderd nauw blijven volgen. Ook de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank en het Internationaal Monetair Fonds zijn zeer bezorgd en volgen de laatste ontwikkelingen op de voet.

Nederland is er uitermate ongelukkig mee dat de situatie in Griekenland zo is geëscaleerd. Griekenland heeft in het verleden absoluut nalaatbaar gehandeld wat betreft het verstrekken van foutieve statistieken en, belangrijker, wat betreft de naleving van Europese afspraken om solide budgettair beleid te voeren. De Nederlandse inzet is dat Griekenland nu aan zet is om zich solidair te betonen met de rest van Europa door onmiddellijk alles in het werk stellen om de overheidsfinanciën op orde te brengen. Op deze wijze houdt Griekenland zelf toegang tot de kapitaalmarkt en kan het zichzelf blijven financieren zonder dat steun nodig is.

Dit is ook de inzet van de andere EU lidstaten. De Europese Commissie en de eurogroep oefenen zeer zware druk uit op Griekenland om onmiddellijk orde op zaken te stellen. De Commissie heeft geëist dat Griekenland verstrekkende maatregelen treft om het tekort, conform de verplichtingen in het kader van de buitensporig tekortprocedure, met 4 procentpunten te verlagen in 2010. Dit is een uitermate forse consolidatie, maar deze is nodig voor het herstel van vertrouwen op de financiële markten én van de Europese partners. Om deze tekortreductie te bereiken, is een snelle en rigoureuze implementatie van de in het Griekse Stabiliteitsprogramma genoemde maatregelen essentieel. Tijdens de eurogroepvergadering van 15 maart moet Griekenland laten zien dat het op schema ligt. Indien het behalen van de budgettaire doelen door een materialiseren van neerwaartse risico’s in gevaar komt, moet het land verdergaande consolideringsmaatregelen treffen. Griekenland heeft toegezegd dit te zullen doen. Bij de Ecofin Raad van 16 maart zullen de landen van de EU een oordeel uitspreken over de vorderingen die Griekenland heeft gemaakt. Uiteraard zal de Tweede Kamer hierover prompt geïnformeerd worden via het verslag over deze Ecofin Raad.

De zware externe druk op Griekenland en nauwe monitoring vanuit Europa lijken nu vruchten af te werpen. Een missie naar Athene bestaande uit vertegenwoordigers van de Europese Commissie, de ECB en het IMF concludeerde deze week dat Griekenland goede vorderingen maakt wat betreft de implementatie van de maatregelen die in het Griekse Stabiliteitsprogramma zijn genoemd. De implementatie van een groot aantal maatregelen ligt zelfs voor op schema. Dit neemt niet weg dat een aantal neerwaartse risico’s, bijvoorbeeld ten aanzien van de veronderstellingen voor de economische groei in Griekenland, realiteit lijkt te worden. Hierdoor bestaat de kans dat het tekort minder zal dalen dan de overeengekomen 4% BBP.

Om dit te voorkomen kondigde de Griekse premier op 2 maart aan dat Griekenland een extra pakket aan consolidatiemaatregelen zal implementeren. Dit pakket omvat maatregelen die zullen leiden tot een verlaging van het tekort met zo’n euro4.8mrd, oftewel 2% BBP, en omvat onder meer een verhoging van de BTW en hogere belastingen op tabak en alcohol alsook een verdere verlaging van de loonkosten in de publieke sector. Dit is heel positief nieuws omdat het aantoont dat de Griekse regering, ondanks binnenlandse protesten, vastberaden is de overheidsfinanciën te verbeteren.


Financiële stabiliteit in de eurozone is essentieel
Zoals u weet hebben de regeringsleiders van de eurolanden na de Europese Raad van 11 februari aangegeven dat de Eurogroep, indien nodig, vastberaden en gecoördineerde actie zal ondernemen om de financiële stabiliteit in de eurozone te waarborgen. Zij hebben zich hieraan gecommitteerd omdat de stabiliteit van onze gemeenschappelijke munt van essentieel belang is voor alle eurolanden en hun ingezetenen, dus ook van de Nederlandse burgers en bedrijven. Deze verklaring is een krachtig signaal dat ingegrepen zal worden, mocht dat nodig zijn. Een dergelijk ingrijpen zal nooit tot doel hebben om een land te redden van de gevolgen van slecht gedrag, en is alleen aan de orde bij een serieuze bedreiging van de financiële stabiliteit van het eurogebied. Bovendien zal Nederland inzetten op een sterke betrokkenheid van het IMF.


Berichten in de media
Tot slot wil ik kort ingaan op de berichten in de kranten over een op handen zijnde interventie, waaraan ook Nederland zou deelnemen. Ik verzeker u dat er door Nederland op geen enkele manier beslissingen zijn genomen om Griekenland financieel te ondersteunen. De berichten hierover in de media over Nederlandse betrokkenheid bij dergelijke steun kan ik dan ook in het geheel niet plaatsen.

Ik kan het niet vaak genoeg zeggen: wij zullen nimmer interveniëren om Griekenland uit de brand te helpen. Wij insisteren erop dat Griekenland zelf alles doet om de ontstane situatie op te lossen. Griekenland heeft jaren achtereen op te grote voet geleefd; heeft structureel meer uitgegeven dan aan belastinginkomsten werd binnengehaald. De onrust op de financiële markten toont aan dat deze situatie niet houdbaar is. Het is zonneklaar dat Griekenland onmiddellijk maatregelen moet nemen om de overheidsfinanciën op orde te krijgen. Eventuele financiële steun van buitenaf kan nooit een substituut zijn voor hard en snel ingrijpen door de Griekse overheid.
Ik hoop u voldoende geïnformeerd te hebben.
Hoogachtend,

de minister van Financiën,

Mr. drs. J.C. de Jager