Kamerbrief Nederlandse positie over actuele situatie Griekse overheidsfinanciën

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA S'-GRAVENHAGE

Datum 9 februari 2010
Betreft: Kamerbrief Nederlandse positie over actuele situatie Griekse overheidsfinanciën

Ons kenmerk
BFB 2010-135M

Geachte voorzitter,


Uw Kamer vroeg in een schriftelijk verzoek (d.d. 5 februari 2010) informatie over de Nederlandse positie ten aanzien van financiële steun aan Griekenland en naar de rol die het IMF hierbij speelt, of volgens Nederland zou moeten spelen. Hierbij werd gerefereerd aan een artikel uit de NRC van 29 januari, getiteld ‘Discreet reddingsplan Grieken’. In deze brief informeer ik U nader over de stand van zaken omtrent de Griekse overheidsfinanciën en ga ik in op Uw vraag.

Inleiding
De situatie rond de Griekse overheidsfinanciën is zorgelijk. Het tekort op de begroting bedroeg in 2009 12,7% BBP. De staatsschuld bereikte in dat jaar een niveau van 113% BBP. Dit betekent dat de Griekse overheid een grote financieringsbehoefte heeft. Griekenland is daarmee sterk afhankelijk van de internationale kapitaalmarkten om zichzelf te kunnen financieren. De rente die Griekenland moet betalen om op de kapitaalmarkt te kunnen lenen is de laatste maanden echter fors opgelopen, omdat investeerders zich zorgen maken over de grote tekorten die bijdragen aan de toch al zo omvangrijke schuld. Het vertrouwen dat investeerders hebben in de mate waarin de overheidsfinanciën van Griekenland een houdbare koers volgen, is behoorlijk afgenomen. Het is zodoende voor Griekenland erg kostbaar geworden om in de financieringsbehoefte te kunnen voorzien.

Consolidatiemaatregelen
De Europese Commissie volgt deze situatie in Griekenland op de voet, zoals ook aangegeven in de geannoteerde agenda t.b.v. het Algemeen Overleg over de Ecofin Raad dat geagendeerd is voor 11 februari 2010. De Commissie heeft herhaaldelijk aangegeven dat de situatie in Griekenland haar zorgen baart, en onderstreept dat Griekenland op zeer korte termijn verregaande maatregelen zal moeten treffen om haar overheidsfinanciën op orde te brengen. Dit is noodzakelijk om het vertrouwen van investeerders te herwinnen en toegang tot internationale kapitaalmarkten te behouden.

Op 15 januari presenteerde Griekenland haar Stabiliteitsprogramma. In dit Programma stelt het land maatregelen in het vooruitzicht die getroffen zullen worden om het tekort de komende jaren drastisch en duurzaam te verlagen. Uitgangspunt van het Griekse stabiliteitsprogramma is een reductie van het tekort van 12,7%BBP in 2009 naar 2,8%BBP in 2012. Dit is een uitermate forse consolidatie, maar deze is nodig voor herstel van het vertrouwen. Bovendien wordt het probleem tegelijkertijd vanuit verschillende invalshoeken benaderd, hetgeen de kans van slagen bevordert. Het programma bevat dan ook vijf pijlers:

1. geloofwaardigheid herstellen in de Griekse statistieken, onder meer door het onafhankelijk maken van het Griekse statistische bureau en de oprichting van een parlementair begrotingsbureau;
2. vergroting van de transparantie budgettair beleid, onder meer door ministeries te verplichten maandelijks over hun inkomsten en uitgaven te rapporteren en door te voorkomen dat inkomstenmeevallers resulteren in hogere uitgaven;
3. hervorming van het belastingstelsel, waaronder de introductie van nieuwe belastingen (zoals een geharmoniseerde progressieve inkomstenbelasting en de herintroductie van een belasting op inkomen uit groot eigendom), het verbreden van de belastingsgrondslag en maatregelen die zorgen voor een hogere inzamelingseffectiviteit;
4. inperken van de primaire overheidsuitgaven en het efficiënter toedelen van die uitgaven binnen de overheid. Dit behelst onder meer een verlaging met 10% van de totale loonkosten in de publieke sector, het terugbrengen van het aantal ambtenaren via een aannamestop (voor elke vijf vertrekkende ambtenaren wordt één nieuwe aangenomen), een verlaging van de uitgaven aan sociale zekerheid met ruim 9%, en een verlaging van lopende uitgaven met ruim 10%.
5. het doorvoeren van structurele maatregelen in de economie, onder meer door het hervormen van het pensioenstelsel en de arbeidsmarkt (waaronder een verlaging van de werkloosheidsuitkeringen en een verlaging van de niet-loon kosten), en het stimuleren van publiek-private partnerschappen.

Appreciatie van het Stabiliteitsprogramma
Nederland ondersteunt de ambitieuze doelstellingen in het Griekse programma en zal de uitvoering van het programma nauwgezet in de gaten houden. Een snelle en rigoureuze implementatie van de aangekondigde maatregelen is nu immers cruciaal. Hierbij dient de realisatie van de budgettaire doelstellingen uit het programma voorop te staan. Daarnaast is het essentieel dat Griekenland structurele maatregelen treft om de concurrentiekracht te verbeteren en het groeipotentieel van de economie te verhogen. Nederland zal aandringen op aanvullende maatregelen als het tekort zich minder gunstig ontwikkelt dan nu gepland.

Ook de Europese Commissie heeft in beginsel positief gereageerd op de Griekse plannen. De Commissie noemt deze ambitieus en stelt dat de implementatie niet eenvoudig zal zijn. De Commissie zal de Griekse voortgang zorgvuldig monitoren. Zij zal onmiddellijk compenserende maatregelen eisen, mocht Griekenland er niet in slagen om de consolidatiemaatregelen die vereist zijn om het geschetste pad van tekortreductie te bereiken, te implementeren. Bovendien zal de Ecofin Raad op 16 februari 2010 een vervolgstap zetten in de buitensporigtekortprocedure tegen Griekenland. Deze zogenoemde 126(9)-stap zal zeer specifieke aanbevelingen aan Griekenland bevatten en een nieuwe deadline. Waarschijnlijk zal de Ecofin Raad een deadline van 2012 vaststellen, in lijn met de ambitie zoals nu verwoord in het Griekse Stabiliteitsprogramma. Griekenland moet vervolgens voor 15 mei 2010 geloofwaardige stappen hebben ondernomen, waaruit moet blijken dat het aannemelijk is dat Griekenland zich aan de gemaakte afspraken houdt en binnen de gestelde deadline weer onder de 3%-grens zal komen. De Commissie stelt de volgende maatregelen voor:

o verlaging van de loonuitgaven in de publieke sector,
o flexibilisering van het loonvormingsproces,
o hervorming van het pensioenstelsel waaronder aanpassing van de pensioenleeftijd,
o hervormingen op het gebied van de zorg waaronder het consolideren van een sterk gefragmenteerd zorgstelsel,
o verhoging van de efficiëntie van de publieke sector waaronder een complete functionele herziening van de algemene structuur en effectiviteit van het overheidsapparaat,
o verbetering van het functioneren van de productmarkten en het ondernemingsklimaat, onder meer door het verlagen van de administratieve en verbetering van de concurrentie in de dienstensector,
o ondersteuning van de groei van de productiviteit en de werkgelegenheid, zoals herziening van de arbeidsmarktregulering om verhoging van het arbeidsaanbod evenals hervorming van het onderwijssysteem zodat de aansluiting met de vaardigheden die op de arbeidsmarkt gevraagd worden, wordt verbeterd,
o verbetering van het functioneren van de financiële sector, onder meer door banken te stimuleren minder afhankelijk te worden van financiering vanuit het Eurosysteem.

De Commissie nodigt Griekenland uit te rapporteren over hoe zal worden omgegaan met deze aanbevelingen. De Griekse premier heeft reeds aangekondigd een aantal hiervan (bevriezing van lonen in de publieke sector, een verhoging van de belasting op brandstof, en een additionele hervorming van het pensioenstelsel) spoedig te zullen implementeren.

Berichten in de media over steun aan Griekenland
Ik ga er vanuit dat Griekenland met dit ambitieuze programma en een goede houding van de regering de openbare financiën weer op orde kan brengen, zodat Griekenland zelf toegang zal houden tot de kapitaalmarkten. Dat de Europese Commissie hierbij de vorderingen zorgvuldig in de gaten houdt en dat Griekenland regelmatig, maar in ieder geval vóór 15 mei rapporteert over een groot aantal consolideringsmaatregelen zal daarbij behulpzaam zijn. Steun aan Griekenland, zoals onder andere omschreven in het artikel dat u in de brief noemt (‘Discreet Reddingsplan Griekenland’ uit de NRC van 29 januari jl.), is thans niet aan de orde. Wel kan ik u mededelen dat het IMF momenteel steun verleent in de vorm van technische assistentie aan de Griekse regering. Nederland is van mening dat de inbreng van het IMF van grote waarde is vanwege de ruime expertise die het IMF op dit terrein heeft.

Ik hoop u voldoende geïnformeerd te hebben.

Hoogachtend,
de minister van Financiën,

Wouter Bos