Volkskrant, Forumpagina, 19 juli 2008

Gelegenheid:

Volkskrant, Forumpagina, 19 juli 2008

Ik herinner me het begin van de jaren negentig als een optimistische tijd. De val van de muur en de eenwording van Duitsland, het akkoord tussen Israël en de PLO en de verkiezingen in Zuid-Afrika: al deze bepalende momenten vielen samen in de tijd. Ik was destijds lid van het Europees Parlement, en de gebeurtenissen maakten een diepe indruk.

In maart 1992 bezocht ik Zuid-Afrika. Ik woonde een referendum bij dat president De Klerk had uitgeroepen om de steun van de blanke Zuid-Afrikanen te peilen voor de onderhandelingen die hij twee jaar eerder met het ANC was aangegaan om het apartheidssysteem te hervormen. Hoewel veel zwarte Zuid-Afrikanen het referendum verwierpen omdat het hen – wederom – van deelname uitsloot op grond van hun ras, vroeg Nelson Mandela hen het referendum niet te verstoren. Blanke ANC-aanhangers riep hij op ‘ja’ te stemmen, om zo zijn gesprekspartner De Klerk de nodige steun in de rug te geven. Tweederde van het blanke electoraat sprak zich inderdaad uit vóór de hervormingen.
Twee jaar later, na de verkiezingen van april 1994, bezette het ANC 252 van de 400 zetels in de Nationale Assemblee, een aardverschuiving. Op 10 mei 1994 werd Nelson Mandela geïnaugureerd tot president van Zuid-Afrika.

De man die 27 jaar achter tralies doorbracht, zou in staat blijken een diep verscheurd land tot een eenheid te smeden. Wat kunnen we van hem, en van de vrijheidsstrijd in Zuid-Afrika leren?

Het is niet verstandig om in modellen te denken, daarvoor verschillen conflicten te veel. In Zuid-Afrika zag je bijvoorbeeld dat de twee extreme vleugels (de APLA ter linkerzijde en de Afrikaner Weerstandsbeweging ter rechterzijde) de cohesie in het centrum bevorderden. Om een eind te maken aan de excessen, werden de onderhandelaars als het ware in elkaars armen gedreven. In het Israëlisch-Palestijns conflict zie je precies het omgekeerde: daar houden extremisten het centrum juist gegijzeld. Toch biedt het uitzonderlijke verhaal van Nelson Mandela wel een aantal aanknopingspunten voor het beslechten van conflicten.

Ten eerste: de poppetjes zijn belangrijk. Van Mandela ging en gaat nog steeds een belangrijke aantrekkingskracht uit. De regering Botha koos hem als gesprekspartner, omdat ze in Mandela de beste garantie zag voor een vreedzame transitie. Dat wil niet zeggen dat hij soft was, of onderdanig. Integendeel, Mandela was een bikkelharde onderhandelaar. Maar zijn autoriteit ging gepaard met een groot gevoel voor menselijkheid en redelijkheid, waarvan een matigend effect uitging. Mijn eigen ervaring als politicus is overigens niet anders: op bepalende momenten geven de spelers altijd de doorslag.

Ten tweede: besprekingen achter gesloten deuren hebben een grotere slagingskans dan voor de camera. Vier jaar lang deelden Kobie Coetsee, destijds minister van Justitie, en Mandela in het diepste geheim hun wederzijdse verwachtingen en verlangens. Beiden wisten dat hun besprekingen niet gesteund zouden worden door hun achterban, daarom was vertrouwelijkheid geboden. Mandela zei hierover dat de enige manier om mensen te overtuigen was hen voor een fait accompli te stellen.

Ten derde: een compromis is de enige uitweg uit een conflict. De bereidheid compromissen te sluiten vergt een bepaald begrip voor elkaars situatie. Zo kreeg de blanke minderheid de zekerheid dat zij geen slachtoffer zou worden van een op wraak beluste regering. De grondwet ging daarom niet voetstoots over tot een winner-takes-all-regime. Ook zouden ambtenaren, politie en militairen hun banen behouden. Dergelijke vertrouwenwekkende maatregelen maakten een compromis mogelijk.

Ten vierde: internationale druk kan zeker een rol spelen bij het bewerkstelligen van verandering. Het was het apartheidsregime in Zuid-Afrika een doorn in het oog een internationale paria te zijn. Mandela begreep dit heel goed. Direct na zijn vrijlating in 1990 riep hij de internationale gemeenschap op de sancties tegen Zuid-Afrika te handhaven.

De grootste erfenis die Mandela de wereld nalaat, is ongetwijfeld zijn kijk op verzoening. Alleen door gezamenlijk het verleden onder ogen te zien, hoe pijnlijk ook, kon Zuid-Afrika de toekomst met vertrouwen tegemoet zien. Nelson Mandela werd al snel de verpersoonlijking van deze stelling. De Waarheid- en Verzoeningscommissie naar Zuid-Afrikaans voorbeeld is inmiddels een ingeburgerd begrip. Twintigduizend slachtoffers van de apartheid getuigden aan de commissie; honderden handlangers van het systeem belichtten hun kant van het verhaal. Toen president Mandela het rapport van de commissie in ontvangst nam, nu bijna tien jaar geleden, waakte hij er zorgvuldig voor de schuld bij het systeem te leggen, en niet bij één gemeenschap. Als het gaat om ‘vergeven, niet vergeten’, is niemand grootser dan Nelson Mandela.

Maxime Verhagen is minister van Buitenlandse Zaken. Dit is de bekorte versie van een hoofdstuk uit het boek Voor Mandela. Verhalen en voetnoten uit Nederland bij zijn 90ste verjaardag, onder redactie van Bart Luirink.