Umoja: een manier om thuis te komen

Toespraak ter gelegenheid van het in ontvangst nemen van de Bløf-DVD ‘Umoja: een manier om thuis te komen’

(gesproken woord telt)

[de DVD en het water]

Dank jullie wel voor deze fantastische DVD. Ik ben er vanochtend mee opgestaan, heb ermee onder de douche gestaan, ontbeten. Hij is eigenlijk al grijsgedraaid. Ik vind het een eer om ‘Umoja: een manier om thuis te komen’ van jullie in ontvangst te nemen. Ik was en ben een Bløf-fan: voor mij een toonbeeld van hoe een Oer-Hollandse band, bij wijze van spreken geboren met de vingers in de dijk, de wereld intrekt. Hansje Brinker on Tour. En die zichtbaar maakt hoe je op een optimistische manier over de wereldzeeën kan trekken zonder de Zeeuwse kust te vergeten. De historische canon werd een wereldcanon en een betere kan je je bijna niet bedenken. Want het is geen afgewerkt en naar binnen gekeerd lijstje: ‘Wennen aan september’, Nederlandser kan het niet. en toch werelds (“ And the lights go down... Veel te vroeg dit jaar”).

Wat startte met een bezoek aan een waterproject in Kenia en begon als een plan om de eigen muziek te ontwikkelen, liep uit op een project waar tal van artiesten in een groot aantal landen bij werden betrokken. En zelfs op een bioscoopfilm die nu op DVD is verschenen: 'Umoja, een manier om thuis te komen'.

Maar wat mij betreft is het Umojaproject nog meer dan alleen gave muziek en beeld. Ik vind het geweldig dat een band besluit om aandacht te vragen voor de Millennium Ontwikkelingsdoelen. Zoals het Nieuwspoortforum kopte: Bløf is een ‘ Band met een boodschap’.

Ik dank natuurlijk ook VEWIN dat ze samen met Bløf op deze manier vandaag het zevende Millenniumdoel, dat van de duurzaamheid en het water op een originele manier presenteren. Dat is wel nodig want voor heel veel mensen is het een vaag doel: iets met de Prins van Oranje…

Waar gaat het om? Ruim 1 miljard mensen zit zonder schoon drinkwater, ongeveer tweeënhalf miljard mensen zonder fatsoenlijke sanitaire voorzieningen en jaarlijks zijn er 5 miljoen doden door watergerelateerde ziekten. Dat zijn er meer dan door oorlog. Vies water jaagt de moeder- en kindersterfte op. Geen water leidt tot de dood, zoals ik heel kort geleden nog weer in Sudan zag.

De waterproblematiek vormt een belangrijk mondiaal vraagstuk. Jullie slaan de spijker op z’n kop. De vraag naar water is toegenomen, waardoor er meer concurrentie is. De wereldwijde watercrisis is niet een probleem van een tekort aan water maar van ongelijke verdeling en slecht gebruik van de beperkte hoeveelheid goed water. Deze ongelijke verdeling treft de armste en kwetsbaarste groepen, met name in de ontwikkelingslanden. Het leidt steeds vaker ook tot conflicten.

Schoon water levert meer op dan alleen winst voor de ecologie en concreet voor mensen, individuen. Het heeft grote economische voordelen. Schoon water scheelt gigantische ziektekosten en gezonde vrouwen en meisjes die voor schoon water niet kilometers hoeven lopen naar een waterput, kunnen makkelijker naar school of aan de slag. Zo simpel is het.

Cynisch gezegd, stel je voor hoe het zou zijn als Nieuwspoorters kilometers zouden moeten lopen voor hun bier. Zou er dan nog wel Nederlandse journalistiek zijn?

Ter zake. We kunnen en moeten de achterstanden inlopen. Nederland wil substantieel bijdragen aan het behalen van de Millennium Ontwikkelingsdoelen. Wij hebben daarom beloofd vóór 2015 vijftig miljoen mensen van veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen te voorzien.

Over drie weken zal ik bij de Klimaattop zijn –weer één van die VN-gigabijeenkomsten- en daar knokken voor het klimaatproof maken van ontwikkeling in arme landen. Want daar wonen de mensen die het zwaarst getroffen worden door klimaatverandering en terwijl ze zelf het minst aan vervuiling hebben bijdragen.

[de MDG’s en de voorwaarden]

Maar het gaat om meer: de Millenniumontwikkelingsdoelen zijn erop gericht te zorgen dat mensen toegang krijgen tot kapitaal en basisvoorzieningen: niet alleen schoon water maat ook onderwijs, gezondheidszorg en seksuele en re productieve rechten voor vrouwen en meisjes bijvoorbeeld.

Om de doelen te kunnen bereiken, moeten we ook de voorwaarden scheppen. Rechten waarborgen. Ik wil deze gelegenheid, dit feest van het Vrije Woord, niet voorbij laten gaan zonder daarover het een en ander te zeggen.
In Nieuwspoortforum werd Bløf geciteerd, uit het Turks beginnende nummer 'Mens': "dat het een gevecht is..."
Een treffend lied over het Vrije Woord

[het belang van het Vrije Woord]

Ik ben er vast van overtuigd dat ontwikkeling begint met het vrije woord en dat het vrije woord het beste af is in een democratie.

Na het debacle in Irak lijkt de publieke opinie zich te hebben afgewend van de ‘export’ van democratie naar andere delen van de wereld. Steeds vaker worden in kranten en andere media twijfels geuit over het opleggen van democratie aan andere volkeren zonder acht te slaan op hun tradities.

Ja, het is een echec om democratie op te leggen met militaire middelen. Maar daarmee is het debat niet af.

Democratisering, het Vrije Woord, is één van de pijlers van mijn beleid. In de islamitische buurlanden van Europa, maar ook elders ter wereld. Onze inzet op de Millennium Ontwikkelingsdoelen kan niet tot werkelijke resultaten leiden als niet tegelijkertijd wordt gewerkt aan het Vrije Woord en democratisering. Democratie is geen luxeproduct dat arme landen zich niet kunnen veroorloven. Sterker nog, soms zijn hervormingen van groter belang dan financiële hulp.
Functionerende democratieën zijn namelijk economisch stabieler en in sociaal opzicht rechtvaardiger.

We kunnen armoede niet effectief bestrijden als de mensen die er het meeste onder lijden niet gehoord worden. Als de regering geen verantwoording aan hen hoeft af te leggen. De kansen op een rechtvaardige economische ontwikkeling zijn het grootst daar waar burgers in gelegenheid worden gesteld in vrijheid deel te nemen aan het maatschappelijk leven.
Toegang tot informatie is een voorwaarde voor onafhankelijk denken. Zelfstandigheid en zeggenschap gaan hand in hand.

Voor mij is dat toch ook de les uit de cartooncrisis van anderhalf jaar geleden: het was één van de meest interessante tests van de vrijheid van meningsuiting.

"Een groot deel van de wereld vereenzelvigt de Verenigde Staten niet meer met het Vrijheidsbeeld, maar met de gemaskerde gevangene van Abu Ghraib", schreef Francis Fukuyama. "Wordt Europa nu het continent van de spotprenten van de profeet Mohammed?", vroegen daarop enkele Europese politici zich hardop af in de Volkskrant: "Veel Europeanen zijn daar bang voor. Maar terwijl de mensonterende behandeling van Irakezen de ontkenning inhield van Westerse waarden, zijn de karikaturen van Mohammed juist het uitvloeisel daarvan. Waar we echt bang voor zouden moeten zijn, is dat de vrijheid het slachtoffer wordt van het tumult."

Ik stond vorig jaar aan de kant van de felle verdedigers van het vrije woord. Nooit zelfcensuur! We hebben hier het recht cartoons te drukken zoals we willen. Autoritaire regeringen hebben niet het recht dit te manipuleren en aan te zetten tot haat. Hoe moeilijk instant communicatie ook is, zonder screening op lokale cultuur en omstandigheden.

Europa dankt zijn kracht aan zijn onafhankelijke, kritische geest. Hoe lang zou de aarde nog het middelpunt van het heelal zijn geweest als Copernicus niet had getwijfeld aan het Ptolomaeïsche beeld van de kosmos? Twijfelen aan de superioriteit van de eigen waarden en die van anderen is een groot goed. Het is het tegengif voor fundamentalisme.

We zien het nu opnieuw in een ander debat: sommigen willen zelfs een boek verbieden en de vrijheid van religie aantasten, zaken waar mensen in Nederland eeuwen voor gevochten hebben. In zo’n land is er geen plek voor Spinoza.

We moeten pal staan voor het vrije woord, hier en elders ter wereld. Dat is voor mij één van de kernboodschappen van Bløf. We moeten terugkeren naar de stem van het Vrije Woord.

Tegelijk past hierin bescheidenheid. Democratie, het Vrije Woord, opleggen is een contradictio in terminis.

Maar belangrijker, we moeten ook kritisch kijken naar onze eigen democratie, onze eigen samenleving

Nieuwspoort neemt een unieke en geheel vrije plaats in in onze democratie; het is de plek waar iedereen vrij kan spreken. Dat is een groot goed.

Toch hebben de recente berichten over de ‘GPD-affaire’ het debat over de verwevenheid van woordvoering en journalistiek weer met veel geweld doen losbarsten. Hoe ongelukkig de aanleiding ook is, ik ben blij dat dit debat nu gevoerd wordt.

Onlangs, in zijn corefereaat bij de De Leeuw lezing van Seymour Hersh, haalde Joris Luyendijk de Engelse ‘king of journalism’, BBC‐kopstuk John Simpson aan. Simpson leefde jarenlang in Nederland en is een fan van het land geworden. Maar, zo zei Luyendijk, “één ding is Simpson enorm gaan tegenstaan aan Nederland: onze politieke cultuur. Kranten, radio en televisie vormen in Nederland één wereldje met de politici, zegt Simpson en noemt dit ‘intolerably cosy’, onverdraaglijk gezellig, of misschien beter: ontoelaatbaar vervlochten.” Nederland heeft volgens Simpson een brave en meegaande journalistieke cultuur en in zulke landen kan het twee kanten op: “Of je krijgt een arrogante politieke cultuur die niet meer de noodzaak voelt zich te verantwoorden. Of je krijgt een politieke cultuur die saai en vervelend is, en niet langer de samenleving vertegenwoordigt. Ik weet niet welke van de twee erger is.”

Ik zou ambtenaren wel wat meer ruimte willen geven om –uiteraard na toestemming- hun eigen mening te geven. Ik heb liever dat een ambtenaar met de pers spreekt als ik dat vooraf weet dan dat er gelekt wordt.

Natuurlijk zal dat niet altijd even leuk zijn, het zal af en toe voor mij zelfs ‘schokkend’ zijn. Toch ik denk wel dat het gezond is; het kan het debat verscherpen. Ik zie dit niet als een aantasting maar als een versterking van de ministeriële verantwoordelijkheid.

Tegelijk denk ik dat ook de media kritisch naar zichzelf zouden moeten kijken

De voortreffelijke manier waarop Seymour Hersh de misstanden in My Lai in 1969 en 35 jaar later de misstanden in Abu Ghraib aan de orde stelde, toont het belang aan van investigative journalism. Helaas is daar steeds minder geld voor beschikbaar; die budgetten gaan eerder naar 'instant journalism': snelle items. Of te snelle conclusies na half werk. Een relletje is gauw geboren. Dit geldt ook voor buitenlands beleid en ontwikkelingssamenwerking. Hoewel er juist op dit terrein uitstekende journalisten zijn, wordt er nauwelijks geïnvesteerd in goede verslaggeving hierover. Dit kan ertoe leiden dat een land nog verder naar binnen keert.

Juist daarom ben ik zo blij met het initiatief van Bløf en met deze DVD. Een investering van een band die jarenlang zich verdiepte, echt verdiepte in de wereld.

[terug naar Bløf en het water, afsluiting]

Daarom tot slot, nog eenmaal terug naar Bløf, de film en het water. Als ‘ Manier om thuis te komen’. (een fantastisch nummer!).

Bløf zingt: “Je hoeft de diepte niet in, Om de wereld te begrijpen. Maar klim zo hoog als je kan, Wees maar moedig, wees maar bang, En als de deur achter je dichtvalt, Dan voel ik je mond nog op mijn wang.”

Voor mij is Nieuwspoort ook een manier van thuiskomen. Maar laten we ook moedig zijn. Vandaag, vanavond en morgen. Het Vrije Woord voorop. Ik dank Bløf voor een moedig project en een fantastische DVD.