Delfts Studenten Corps

Iedereen weet natuurlijk dat debatteren ‘core business’ is van een politicus. Een goed politicus praat zijn tegenstander niet onder de tafel, maar overtuigt met kracht van argumenten. En dat is écht moeilijker dan het eruit ziet!

Jullie weten daar als Delftse Debating Club alles van. Ik vind het daarom extra leuk om vanavond hier in Societeit Phoenix dit lokale lijsttrekkersdebat te openen en dat ik júllie debattechnieken kan beluisteren. Misschien dat ik nog wat nieuwe trucs mee kan nemen naar Den Haag. De eerste truc heb ik al in de gaten: Me voor deze avond laten uitnodigen door iemand die ik ken, door Pieter Leo, zodat ik in ieder geval ja zeg en dan is meneer zelf niet aanwezig, maar lekker gaan skiën met mijn zoon. Nou ja …

Jullie gaan straks met elkaar het debat aan over een aantal stellingen. Maar eerst heb ik zelf als minister van Buitenlandse Zaken een stelling die ik hier wil neerleggen:
Mijn stelling is dat een actief buitenlands beleid noodzakelijk is om de positie van Nederland in de wereld veilig te stellen.

Ik zal dat onderbouwen. Allereerst: als je bekijkt wat er allemaal op ons afkomt dan zijn dat geen kleinigheden. De financieel-economische crisis. Klimaatverandering. Internationaal terrorisme. De ontwikkeling van massavernietigingswapens. Pandemieën. Die uitdagingen hebben één ding met elkaar gemeen: ze zijn allemaal grensoverschrijdend. Geen land ter wereld kan zich er aan onttrekken.

Je zou kunnen zeggen dat dit de schaduwkanten van de globalisering zijn. Waarmee ik overigens niet wil zeggen dat globalisering iets slechts is, zoals sommige anti-globalisten beweren. Helemaal niet. Globalisering is niet goed of slecht, het ís er. Het gebeurt en dus ook wij hebben er mee te maken.

Die globalisering heeft ons natuurlijk ook veel goeds gebracht: Handel en investeringen. Toegang tot kennis en informatie. Snelle communicatie. Daar profiteren we met z’n allen van. En Nederland zeker, met zijn open handelseconomie. Ons Bruto Binnenlands Product wordt voor 70% in het buitenland verdiend, met handel en investeringen.

Maar net zo goed als jullie allemaal fanatiek gebruik maken van het Internet, om van alles op te zoeken en contacten te leggen en te onderhouden met vrienden in alle delen van de wereld, doen terroristen dat ook. Een doe-het-zelf-pakket voor een zelfmoordaanslag vliegt in feite net zo gemakkelijk de wereld over als een boekbespreking. En als de banken in New York in de problemen komen, doen de banken in Londen en Tokio dat ook. Globalisering is geen keuzemenu, waarbij je kunt zeggen: doe mij wel graag de lusten, maar niet de lasten.Zo werkt het niet.

We kunnen moeilijk met een vinger wijzen en zeggen: “jouw fout. Ruim jij de rotzooi even op”. Het raakt ons allemaal. En we zullen het ook samen moeten opknappen. Of het nu de financieel-economische crisis betreft, of klimaatverandering, of de strijd tegen terrorisme.

Daarom -is mijn stelling- moet Nederland dingen doen, niet laten. Door internationaal onze verantwoordelijkheid te nemen, dienen we het Nederlands belang. Nederland is geen eiland. Hoe onze vlag erbij hangt, wordt grotendeels bepaald door ontwikkelingen elders. Onze werkgelegenheid, onze veiligheid, ons leefklimaat en onze gezondheid hangen allemaal ook af van wat er buiten onze grenzen gebeurt.

Als we ons achter de dijken verschuilen en onze blik naar binnen richten, als we ons niet maximaal inspannen om internationale ontwikkelingen in een richting te sturen die voor óns gunstig is, dan doen we onszelf tekort en zullen we hier in Nederland slechter af zijn. Het ís niet zo dat we in Nederland onze eigen boontjes wel kunnen doppen. Politci die hun kiezers daarmee willen paaien, zijn onverantwoordelijk bezig. Politici die zeggen wij doen niet meer mee met de NAVO, wij doen niet meer mee met de EU zijn onverantwoordelijk bezig. Wat dat kost ons banen, dan zetten we onze veiligheid op het spel, dan leveren we in op de kwaliteit van ons leven. En dus moeten we er bij zijn. Moeten we mee willen doen. Mee willen praten. Mee willen beslissen.

Daarom kies ik voor een actieve internationale betrokkenheid. Om onze belangen veilig te stellen. En dat werkt. Nederland is geen grootmacht, maar we blazen op dit moment wel internationaal ons deuntje mee. Binnen de EU - natuurlijk. Een sterk Nederland kan alleen stand houden in een sterk Europa. Maar ook bij de G20. We gaan daar niet aan tafel zitten alleen om aan die tafel te zitten. Of voor de photo opportunity met belangrijke leiders. Nee, we schuiven daar aan, zodat we protectionisme kunnen tegengaan, zodat we Nederlandse exporten kunnen veiligstellen en Nederlandse banen kunnen sparen. Het gaat er om dat we meedoen met beslissingen die gevolgen hebben voor de financiële sector en dus ook voor Nederland, dat de zevende bancaire sector ter wereld heeft. Daarom doen we mee: in het Nederlands belang.

En dat is dus geen luxe , maar noodzaak. Want we hebben een jaar achter de rug dat we niet snel zullen vergeten. De economie werd als door een mokerslag getroffen door de financiële crisis. De wereldhandel kwam vrijwel tot stilstand. De overheidsschuld liep snel op. Veel mensen werden in onzekerheid gebracht. Banen gingen verloren of werden bedreigd. Ondernemers zagen hun bedrijf sluiten of zagen het werk van hun handen afbreken. Dat is allemaal niet makkelijk. Dat raakt mensen direct in hun dagelijks bestaan, ook hier in Delft. Het lijkt er nu op dat er in 2010 weer een begin van groei is, maar we moeten ons geen illusies maken. De feiten spreken gewoon voor zich: Zelfs bij een groei van 2% zal de overheidsschuld verder oplopen en de werkloosheid verder groeien. Daarom: de recessie is misschien voorbij, maar de crisis nog niet. Daar is meer voor nodig en dat vergt inzet van iedereen. Maar als we in de wereld om ons heen kijken mogen we ook wel een beetje trots zijn over hoe we de crisis tot dusver zijn doorgekomen. Nederland doet het gewoon heel goed. Geen misverstand; de crisis laat zich wel degelijk voelen. Nogmaals: voor wie zijn baan verloor of zijn bedrijf zag sluiten was 2009 een ‘rampjaar’. Maar dat neemt niet weg dat werkloosheid in Nederland op dit moment de laagste is in Europa. Nog bijna 100.000 mensen die hun baan verloren of dreigden te verliezen hebben ander werk gevonden. Dat is mede omdat wij als Nederlanders de houding hebben van: we gaan niet bij de pakken neer zitten. Nee, we pakken aan!

Ook al is de crisis internationaal we kunnen de gevolgen ervan wel degelijk beïnvloeden. Dat we nu minder sterk worden geraakt dan ons omringende landen, is mede gevolg van hervormingen onder de eerdere kabinetten Balkenende. Ik ben daar als fractievoorzitter in de Tweede Kamer dicht bij betrokken geweest. In die jaren is de structuur van de economie versterkt, de innovatie gestimuleerd, de Bijstand is hervormd, evenals de Arbeidsongeschiktheidswet en de Werkloosheidswet. Daar hebben we nú voordeel van.

Om dezelfde reden zijn er nu weer maatregelen nodig om niet alleen goed dóor de crisis te komen, maar er ook zo sterk mogelijk úit te komen. Want een sterk Nederland krijg je echt niet vanzelf! Het vereist gewoon knopen doorhakken. Daarmee win je niet altijd de populariteitsprijs maar als je daar op uit bent, moet je niet in de politiek gaan. Dit kabinet heeft een combinatie gemaakt van: eerst de financiele sector redden, vervolgens de economie stimuleren en dan werken aan financieel herstel. En dat is niet een puur Nederlandse mening ofzo, dat model wordt internationaal breed onderkend: door Sarkozy, door Obama, door Merkel.

In 2009 heeft het kabinet een aantal stimuleringsmaatregelen genomen: Er zijn maatregelen getroffen om jeugdwerkloosheid tegen te gaan; Om bedrijven in staat te stellen vakkrachten te behouden is er deeltijd- WW. Maar het gaat niet alleen om de korte termijn. Vandaar dat het kabinet besloten heeft de AOW-leeftijd te verhogen naar 67. Om de pensioenen ook op langere termijn betaalbaar te houden. En besloten dat de gezondheidszorg verder hervormd moet worden. Dat is nodig voor de toekomst. En dat is nog maar een begin. Want door de crisis zijn we met zijn allen armer geworden.

Het ís geen oplossing om te zeggen: ‘dan moet U met nog minder genoegen nemen en gaan we als overheid even de belasting verhogen omdat we als overheid minder inkomsten hebben.’ Begrijp me goed; we moeten allemaal een stap achteruit doen, maar juist daarom is het geen oplossing voor de overheid om tegen de burgers te zeggen: ‘doet ú maar een stap terug, dan verhoog ík de lasten nog wat meer’. Nee, we moeten de tering naar de nering zetten. Niet om te bezuinigen als doel op zich, maar om te zorgen dat straks iedereen weer werk heeft en een goede boterham kan verdienen; Dat jullie hier straks ook tevreden kunnen wonen en werken; Dat we duurzaam de concurrentie met andere landen aan kunnen. En dat we de toekomst met vertrouwen tegemoet kunnen zien.

Wat dat laatste betreft: die concurrentiepositie: daar zijn jullie als ‘techneuten’ hier in Delft natuurlijk een onmisbare schakel in. Innovatieve technologie is keihard nodig om op te kunnen boxen tegen opkomende markten als die van China en India met hun hoogwaardige produkten. Nederland heeft jullie dus hard nodig, we rekenen op jullie! Want we willen een economisch sterk Nederland met innovatie en dynamiek. Een Nederland met ondernemerschap, waarbij de overheid mensen motiveert in plaats van onnodig regels en lasten oplegt. Een land met financiele solidariteit. We willen een veilig Nederland. Een land ook waar respect voor elkaar bestaat, waar we goed met elkaar omgaan. Waar mensen worden aangesproken op hun talenten en hun daden. En een land dat excelleert in duurzaamheid.

Zo’n Nederland komt er niet vanzelf. Voor zo’n Nederland móet je keuzes maken. Internationaal en nationaal. Daar zijn we als kabinet hard mee bezig, en dat doen we zorgvuldig. Maar evengoed lókaal. Daarom zijn de komende Gemeenteraadsverkiezingen ook zo belangrijk. Gemeenteraadsleden maken keuzes die direct van invloed zijn op je dagelijks leven, je kunt je daar dus maar beter wél tegenaan bemoeien op 3 maart.

Misschien dat je denkt: wat moet ik met de plaatselijke discussie over de ondertunneling van het spoorviaduct -hoewel: voor een student Bouwkunde is dat misschien toch ook nog wel interessant. Maar je hebt er toch zelf wél belang bij dat bijvoorbeeld de dienstverlening bij de Gemeente zo soepel mogelijk verloopt, met zo weing mogelijk regeltjes. Of: dat het veilig is in de buurt waar je woont. Dat er goede zorg is in Delft. Of: dat er voldoende woonruimte is. Nu weet ik wel dat je als écht Corpslid natuurlijk in een Corpshuis woont maar dat geldt niet voor elke Delftste student.

Ik heb begrepen dat er hier in Delft al jaren een tekort is aan studentenwoningen en dat het huidige College van PvdA, Groen Links, VVD en STIP verzuimd heeft een Milieu Effect Rapportage aan te vragen voor de nieuwbouw van 3000 nieuwe woningen voor studenten. En dat die 3000 woningen er nu voorlopig niet komen, omdat zij dat even vergeten waren. Tja. Zoiets zou een partij als het CDA natuurlijk nooit overkomen. Ik ben ervan overtuigd dat lijsttrekker Milene Junius en studentenkandidaat David van Dis dat helemaal met mij eens zijn. Ga dus vooral stemmen op 3 maart en zorg dat de juiste keuzes gemaakt worden! Na deze monoloog is het nu natuurlijk echt tijd voor debat. Hierbij open ik het lijsttrekkersdebat, veel succes!