Tevredenheid over vmbo onderwijs groot

Zeventig procent van de docenten geeft het vmbo een ruime voldoende.

De docenten zijn tevreden over de oriëntatiefunctie en de mogelijkheid om binnen het vmbo maatwerk te leveren. De docenten zien goede mogelijkheden om binnen de bestaande leerwegen en sectoren het onderwijsprogramma te vernieuwen zonder dat een stelselwijzigingen voor nodig is. Dat blijkt uit het rapport VMBO Herkend van de Stichting Platforms VMBO (SPV) dat vandaag aan staatssecretaris Van Bijsterveldt is uitgereikt. Tevens nam zij een advies van de VO-Raad in ontvangst over de doorstroming van vmbo-tl naar havo en mbo. "Geweldig dat onder docenten grote tevredenheid bestaat over het vmbo en dat zij volop mogelijkheden zien om de kwaliteit voor de toekomst verder te verbeteren. Ik ben blij met deze adviezen en ga er graag over in gesprek met SPV en de VO-Raad", aldus de staatssecretaris.

Ruime voldoende
Onder ruim 2000 docenten en leidinggevenden heeft SPV op verzoek van de staatssecretaris de mening gepeild over de toekomst van het vmbo. Hieruit blijkt dat het vmbo-onderwijs een ruime voldoende krijgt. Docenten zien volop kansen om verder te investeren in het onderwijs. Op die manier blijft een goede aansluiting op het vervolgonderwijs voor de gedifferentieerde groep leerlingen ook voor de toekomst mogelijk. Ook de aansluiting op ontwikkelingen in het bedrijfsleven en de maatschappij blijven een punt van aandacht.

Het vmbo heeft een oriënterende en voorbereidende functie. Het zogenaamde loopbaanleren moet vmbo-leerlingen in staat stellen om aan het einde van een vmbo-opleiding een keuze te maken voor een vervolgopleiding. Dit vraagt om persoonlijke begeleiding, goede voorlichting en op maat gesneden eigentijdse onderwijsprogramma's. Doordat het vmbo geen eindonderwijs is moet de doorstroming naar het mbo optimaal zijn. Voor sommige leerlingen is het belangrijk dat dit in een bekende, vertrouwde sfeer gebeurt.

Samenwerking
Op haar beurt heeft de VO-Raad een advies samengesteld na meer dan 60 gesprekken met vmbo-, havo- en mbo-afdelingen. Ook zijn leerlingen hiervoor geïnterviewd. De VO-Raad stelt dat de aansluiting van vmbo'ers naar mbo en havo voor verbetering vatbaar is. Goede samenwerking tussen de scholen is noodzakelijk, maar de samenwerking tussen bijvoorbeeld vmbo tl en mbo laat nog te wensen over. Vmbo'ers die doorstromen naar het havo worden onvoldoende voorbereid op het niveauverschil en de vereiste zelfstandigheid.

Om verbetering aan te brengen stelt de VO-Raad voor om de doorstroomcijfers openbaar te maken en moet aandacht voor het vervolgonderwijs in het vmbo meer ruimte krijgen. Ook zullen de kernvakken (Nederlands, Engels en wiskunde) verstevigd moeten worden zodat de vakaansluiting soepeler verloopt. Beide rapporten onderschrijven het belang van goede loopbaanoriëntatie en studiebegeleiding. Leerlingen die in het mbo starten weten onvoldoende wat ze willen en kunnen zodoende moeilijk een passende opleiding kiezen.

Ingeslagen weg
De staatssecretaris constateert dat de voorgestelde adviezen in het verlengde liggen van eerder ingezet beleid. Zij doelt daarmee op de scherpere exameneisen, de vm2-trajecten waarin vmbo en mbo 2 in één leergang zijn opgenomen en op de ondersteuning die zij biedt voor de begeleiding in loopbaanoriëntatie. "De afgelopen tijd hebben we samen met het onderwijsveld belangrijke stappen in de uitvoering van de kwaliteitsagenda 'Onderwijs met ambitie' gezet, maar ik realiseer dat er nog slagen gemaakt moeten worden. Deze rapporten zijn een aanmoediging om de ingeslagen weg voort te zetten", aldus Van Bijsterveldt.