Persconferentie na de ministerraad van 8 januari 2010

Minister-president Balkenende spreekt na afloop van de ministerraad over onder meer de economische situatie, de incidenten tijdens de jaarwisseling, en het overlijden van de oud-president van Suriname, Johan Ferrier.

BALKENENDE:
Laat ik beginnen met u alleen het allerbeste toe te wensen voor het komende jaar. Het is de eerste keer dat we elkaar weer zien in het nieuwe jaar, na het reces. Het reces is nog aan de gang, maar in ieder geval voor ons niet als leden van het kabinet. De vakantie zit erop deze wintertijd. We hebben elkaar getroffen weer deze week als bewindslieden en vandaag hadden we weer de nodige zaken te bespreken.

2010 wordt natuurlijk wat betreft de economie een pittig jaar. Dat wisten we. Laat ik daar mee beginnen. We zien natuurlijk nu dat de werkloosheid toeneemt. Minder dan aanvankelijk gedacht, maar goed, elke werkloze is altijd toch weer een drama voor hem of haar zelf of voor de familie of het gezin. En het blijft een punt van grote aandacht. Dan praat je over de werkgelegenheid, hoe de crisis neerslaat bij mensen.

Maar het levert natuurlijk ook andere consequenties op. Bijvoorbeeld de overheidsfinanciën. Belangrijk deel van dit jaar zal in het teken staan van de financiële problematiek voor de overheid. We zullen zaken onder ogen moeten zien, zaken op orde moeten krijgen, de tering naar de nering zetten. Dat zijn allemaal zaken die de komende maanden veel aandacht van ons zullen vragen.

Ik voorspel u dat het niet een discussie is die alleen in Nederland speelt. Het speelt evenzeer internationaal. Deze week heb ik hier Van Rompuy op bezoek gehad en we hebben het gehad over de komende toppen: de informele top in februari en daarna de top in maart over wat vroeger de Lissabonagenda heette en nu de 2020-agenda. En ook daar is het natuurlijk de vraag van: hoe kijk je aan tegen de economische ontwikkelingen op internationaal niveau. Hoe kun je zorgen dat het concurrentievermogen van Europa toeneemt. Hoe kun je zorgen dat de economie wordt versterkt. Dat zijn belangrijke vragen die de komende tijd ons zullen bezighouden. Dat is één onderdeel dat natuurlijk nadrukkelijk onze aandacht vraagt.

Er zijn veel andere onderwerpen op de agenda. Bijvoorbeeld volgende week dinsdag zal de commissie Davids met het rapport komen. U en ik weten niet wat de inhoud is. Wij wachten dus af wat de commissie zal gaan presenteren. We hebben er vandaag in procedurele zin kort bij stil gestaan.

Er zijn de komende tijd natuurlijk andere zaken die de aandacht vergen. Uiteraard de besluitvorming rond Afghanistan, en zodra daar meer over te melden is, dan uiteraard zal u dat geworden.

De beide bewindslieden die een eerste verantwoordelijkheid hebben ten aanzien van veiligheid: de ministers van BZK en Justitie, hebben natuurlijk stil gestaan bij de ontwikkelingen rondom oud en nieuw. We hebben minder incidenten dan vorig jaar, maar goed, elk incident is er één te veel. En we zien gelukkig een afnemende trend, maar tegelijkertijd zien we wel dat de incidenten die betrekking hebben op hulpverleners, die nemen toen: een punt van grote zorg. En wat dat betreft is er alle aanleiding om steeds oog te hebben voor zaken als snelrecht, snel aanpakken van daders en grote mate van alertheid aan de dag leggen. Belangrijk onderwerp.

Er is ook een benoeming te melden. Die noem ik graag hier. Benoemd zal worden tot nieuwe voorzitter van de Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid - en u weet, de heer Van der Donk, hij was de voorzitter maar hij is inmiddels Commissaris van de Koningin in Brabant - de nieuwe voorzitter zal worden professor doctor Knottnerus. Hij is nu voorzitter van de Gezondheidsraad. Er is een commissie bezig geweest, een selectiecommissie. Ik heb zelf met de kandidaten gesproken. Heeft duidelijk steun bij de WRR-kandidaat en het is mijn genoegen om aan te kunnen kondigen dat hij per 1 mei de nieuwe voorzitter zal worden van de WRR.

Een laatste punt dat ik hier wil noemen is het overlijden van oud-president Johan Ferrier. De laatste gouverneur en de eerste president van Suriname. Iemand die groot gezag had. Iemand die grote gave had van hoofd en hart. Iemand die met gezag wist te opereren. En zijn overlijden is een slag. Hij mocht hoogbejaard worden. Hij heeft helaas niet meer de honderdjarige leeftijd mogen bereiken. Maar het is wel iemand aan wie in grote dankbaarheid wordt teruggedacht. Ik heb hem zelf mogen ontmoeten. Ik ken een groot deel van zijn familie, van zijn gezin. En ook voor mij is het echt triest om te moeten horen dat hij is overleden. Plotseling, maar we kijken wel in grote dankbaarheid en met veel respect aan hem.

We kijken op hem terug als een man die een enorme betekenis heeft gehad. Het is ook terecht dat er aandacht aan wordt besteed aan iemand met zo'n reputatie. Vanmiddag zal ik naar de ambassade gaan van Suriname, daar is een condoleancebijeenkomst. Ik zal daar de familieleden spreken. Ik zal ook contact hebben met president Venetiaan van Suriname. Morgen is er een herdenkingsdienst. Daar zal minister Hirsch Ballin namens de Rijksministerraad spreken. En ook minister Koenders zal daar bij aanwezig zijn. En de begrafenis zal plaatsvinden, zoals u weet, in familiekring, besloten, aanstaande maandag.