Toespraak staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tijdens de SVB conferentie `Zicht op zekerheid, uitvoering geven aan moderne volksverzekeringen` op 30 november 2009 in Den Haag

Dames en heren,


Ik wil graag eerst de Sociale Verzekeringsbank, met name de heer Stoové, hartelijk danken voor de uitnodiging om hier vandaag te spreken. Het is voor mij de eerste SVB conferentie. Voor u inmiddels de zesde. Ik begrijp dat deze bijeenkomsten in hun vrij korte bestaan een begrip zijn geworden in de wereld van de volksverzekeringen. Ik vind het dan ook een eer om de conferentie te openen.

Het thema van vandaag is ‘Zicht op zekerheid, uitvoering geven aan moderne volksverzekeringen’. U had voor deze conferentie geen beter onderwerp kunnen kiezen. De sociale zekerheid in Nederland is continu in beweging. De sociale zekerheid moet zich aanpassen aan de wensen van de gebruiker, u en ik, en aan de mogelijkheden en ruimte die we economisch, maatschappelijk en demografisch hebben om er zelf invulling aan te geven. Hierbij is er altijd sprake van een afweging tussen tegenstrijdige belangen, de wens naar collectiviteit, maar ook de roep om individualisering en maatwerk.

Het kabinet werkt elke dag aan deze modernisering van de sociale zekerheid. Een in het oog springende exponent hiervan is natuurlijk de besluitvorming rond de AOW. Ik begrijp dat u tijdens de conferentie hier verder over gaat discussiëren en ben zeer benieuwd naar de uitkomsten van deze discussies. Ik wil er vast wel de volgende aftrap voor geven.

Modernisering is nodig omdat onze samenleving in rap tempo verandert. Je ziet dat ook op de arbeidsmarkt. Steeds minder mensen blijven hun hele leven bij dezelfde werkgever. Zij wisselen vaker van baan. Mensen werken langer door. Zij kiezen voor een vast of flexibel dienstverband, werken tegen stukloon of gaan voor het zelfstandig ondernemerschap. Maar mensen worden ook werkloos en arbeidsongeschikt en er worden steeds nieuwe methodes bedacht om hen weer te re-integreren op de arbeidmarkt.

De één stopt een tijdje met werken om voor de opgroeiende kinderen te zorgen. De ander gaat er tussenuit voor een studie of een sabbatical. Men is continu op zoek naar nieuwe balansen tussen privé en werk.

Mensen zijn ook steeds minder aan één plaats gebonden. Zij wonen en werken voor kortere of langere tijd in het buitenland en komen dan weer terug. Of zij vestigen zich pas op latere leeftijd in ons land.

Deze ontwikkelingen zijn onstuitbaar, sterker nog: zij horen bij een open en moderne maatschappij. Het is een grote vooruitgang als mensen hun leven en hun levensloop zoveel mogelijk naar eigen inzicht kunnen inrichten.

Deze veranderende transities en posities op de arbeidsmarkt vragen ook in toenemende mate om nieuwe arrangementen van sociale zekerheid en maatwerk. Echter, daarnaast hechten Nederlanders ook aan ons collectieve systeem van sociale zekerheid. De spanning tussen deze wensen is evident, en hier worden bij aanpassing van de sociale zekerheid steeds nieuwe keuzes in gemaakt.

Een groot deel van het maatwerk in de deze collectiviteit moet plaatsvinden in de uitvoering. Hier komt u als SVB in beeld. Dit alles vraagt wel veel van u, uitvoerders van de sociale zekerheid en met name van de SVB. Doordat onze samenleving steeds flexibeler wordt, zult u ook meer maatwerk moeten gaan leveren. Zie dat vooral als een uitdaging. U heeft immers in het verleden al ruimschoots bewezen dergelijke veranderingen aan te kunnen. Neem – niet geheel onverwacht dat ik met dit voorbeeld op de proppen kom – de AOW.

Toen de AOW werd ingevoerd hadden mannen, getrouwd of niet, en alleenstaande vrouwen er op hun 65ste recht op. Zo ging dat vroeger. Heel eenvoudig om zo’n regeling uit te voeren. Dat bleef zo tot in de jaren tachtig. Toen werd de AOW geïndividualiseerd en kwam er een inkomensafhankelijke toeslag voor de jongere partner. Daar komt nog bij dat de laatste jaren steeds meer gemeenten de aanvullende bijstand bij onvolledige AOW door de SVB laten uitvoeren. Vanwege de goede ervaringen en de noodzaak van het bestrijden van het bestaande niet-gebruik van aanvullende bijstand ligt vanaf 1 januari aanstaande de volledige uitvoering bij de SVB. Het wetsvoorstel daarvoor is kort geleden door de Tweede Kamer aangenomen. Steeds meer maatwerk bij de uitvoering dus.

De SVB heeft steeds bewezen die veranderingen goed aan te kunnen. Je hoort zelden klachten. Ik heb wat de uitvoering van de AOW nieuwe stijl betreft dan ook alle vertrouwen in de toekomst. Bovendien hebben we nog wel even de tijd voor die nieuwe AOW in gaat. We zullen samen optrekken bij de invoering ervan.

Over de verhoging van de AOW leeftijd is veel te doen geweest. Begrijpelijk, want het is een belangrijk onderwerp dat iedereen raakt. Ik wil hier nog eens benadrukken dat we de AOW leeftijd niet zómaar verhogen. Dat moet op een sociale, verantwoorde manier. Het is daarom belangrijk dat we anders tegen oudere werknemers aan gaan kijken. Werknemers moeten op een fatsoenlijke manier hun AOW kunnen halen. Vooral als zij zwaar werk hebben. Een lángere, toekomstbestendige carrière moet mogelijk worden. En het is alleszins redelijk dat mensen na een lang werkzaam leven, bijvoorbeeld na 42 jaar, eerder kunnen stoppen met werken. Stoppen met 65 of 66 jaar levert dan wel een lagere uitkering op.

Genoemde keuzes ten aanzien van de AOW zijn, zoals ik eerder al noemde, een uitwerking van de wensen van de moderne werknemer en de ruimte die we economisch, maatschappelijk en demografisch hebben om invulling te geven aan onze eigen sociale zekerheid. Ik ben er van overtuigd dat het kabinet in deze afweging gekozen heeft voor de meest eerlijke, sociale en verantwoorde invulling van zo een zware beslissing

Mensen zullen straks dus met 67 jaar met pensioen gaan, met uitzonderingen naar beneden maar ook naar boven. Er komen meer nuanceringen in de AOW uitkering. Dit heeft gevolgen voor de SVB. U heeft straks een cruciale taak. Het kabinet heeft nu een belangrijk besluit genomen met de verhoging van de AOW leeftijd. Maar over een paar jaar ligt de uitvoering van dat besluit op uw schouders. Nogmaals, ik heb op basis van het verleden alle vertrouwen dat u hiervan een succes gaat maken.

Dames en heren, het thema van deze conferentie is ‘Zicht op zekerheid, uitvoering geven aan moderne volksverzekeringen’. Ik heb u geschetst hoe we onze belangrijkste volksverzekering, de AOW, moderniseren. Maar we doen meer. Ik noem u het voornemen van het kabinet om het woonlandbeginsel in te voeren in de kinderbijslag voor kinderen buiten de Europese Unie. In de meeste gevallen wonen zij in landen waar het welvaartsniveau lager is dan in Nederland. Bij de hoogte van de kinderbijslag voor die kinderen is het redelijk dat we daarmee rekening gaan houden.

Ook de regeling Tegemoetkoming Onderhoudskosten thuiswonende Gehandicapte kinderen, TOG, wordt tegen het licht gehouden. De uitgaven voor de TOG zijn de afgelopen jaren fors gestegen. Er wordt voor veel meer kinderen een uitkering aangevraagd dan bij de invoering van de regeling werd voorzien. Volgend jaar brengen we de indicatiestelling voor de TOG in lijn met de AWBZ. Zo wordt de TOG weer een regeling voor de ouders van gehandicapte kinderen voor wie hij bedoeld is.

En dan de Anw. Ik vind het belangrijk dat álle mensen naar vermogen participeren. Ook mensen met een nabestaandenpensioen. Maar ik ben mij er tegelijkertijd van bewust dat iemand die net zijn partner heeft verloren niet direct een baan kan aanvaarden. Ik denk nog na hoe we hier precies mee om moeten gaan.

Ik ga afsluiten. We moderniseren niet alleen de AOW maar ook andere regelingen die worden uitgevoerd door de SVB. En de komende jaren zal er nog veel veranderen, te beginnen bij de aangekondigde heroverwegingen die nu worden opgepakt.

Moderne volksverzekeringen vragen om een moderne uitvoering. Iedereen moet op tijd het juiste bedrag op zijn rekening krijgen. Maar bij een moderne uitvoering horen ook klantvriendelijkheid en alertheid op fraude. De SVB scoort al jaren heel goed op al deze punten. Er gaat maar zelden iets mis. De uitdaging is dit zo te houden of waar mogelijk nog verder te verbeteren. Ik wens u veel succes tijdens deze conferentie. Ik ben nu al benieuwd naar de resultaten. We kunnen er samen ongetwijfeld ons voordeel mee doen.


Dank u wel.