Wettelijke erkenning voor professionals in de jeugdzorg

Werken in de jeugdzorg wordt professioneler georganiseerd en het beroep wordt wettelijk erkend via een register. Dit schrijft minister Rouvoet, mede namens de minister en de staatssecretaris van Justitie, aan de Kamer.

Vandaag is een belangrijke stap gezet in het verhogen van de professionaliteit van de jeugdzorg. Minister Rouvoet stelt de beroepsgroepen in de jeugdzorg in staat om hun beroep kwalitatief naar een hoger plan te tillen. De minister spreekt hiermee zijn vertrouwen uit in de beroepsverenigingen en de beroepsbeoefenaren in de jeugdzorg. Er wordt ingestemd met het voorstel van de Stuurgroep actieplan professionalisering jeugdzorg die wordt voorgezeten door Ella Kalsbeek. Uiteindelijk leidt dit tot een betere dienstverlening aan cliënten.

Leven lang leren

Het doel van het actieplan professionalisering is om van werkers in de jeugdzorg betere én beter opgeleide professionals te maken, zodat de status van het beroep toeneemt. Dat begint bij de opleiding en bij beroepscompetenties en eindigt met een tuchtrecht. Binnen het actieplan professionalisering zijn minimale vereisten vastgesteld waaraan pas afgestudeerde jeudgzorgwerkers op Hbo-niveau moeten voldoen en waaraan gedragswetenschappers moeten voldoen.

Nascholing, bedoeld om de professional in staat te stellen de kwaliteit van zijn beroepsuitoefening op een hoog niveau te houden, was tot nu toe in de jeugdzorg niet verplicht. Daar komt nu verandering in. Met een wettelijke erkenning wordt naast basisregistratie tevens herregistratie gerealiseerd. Professionals volgen bij- en nascholing om de beroepsregistratie jeugdzorg te behouden. Hiernaast wordt de stand van wetenschap door de beroepsgroepen in de jeugdzorg gevat in professionele richtlijnen zoals we die kennen in de medische sector, waarin diagnosen en therapieën worden omschreven.

Tuchtrecht

Het sluitstuk is het tuchtrecht. Hiermee wordt het mogelijk dat beroepsmatig handelen van professionals in eerste aanleg door vertegenwoordigers van onder meer de eigen beroepsgroep wordt getoetst. Aan de andere kant worden jeugdzorgcliënten beschermd tegen ernstig falende professionals. Die kunnen in het uiterste geval door het tuchtrechtcollege uit het register worden geschrapt.

Voor wie geldt het?

De wettelijke erkenning en het tuchtrecht geldt voor alle jeugdzorgwerkers en gedragswetenschappers in de provinciaal gefinancierde jeugdzorg. Het gaat dan om professionals van Bureau Jeugdzorg, inclusief de gezinsvoogdij en jeugdreclassering, en jeugdzorginstellingen. Via andere wetten wordt registratie en tuchtrecht ook ingevoerd voor professionals in de gesloten jeugdzorg en in de justitiële jeugdzorgorganisaties: Justitiële Jeugdinrichtingen, Bureaus Halt, de Raad voor de Kinderbescherming en Nidos.